Sos nummer één zijn in Antwerpen, het kan niet gemakkelijk zijn, zeker niet wanneer voor de eerste keer in bijna een eeuw die sossen niet aan de macht zijn in de koekenstad. Dat dan nog combineren met vanalles en nog wat, zoals daar zijn: kabinetschef van Elio Di Rupo en moeder van twee kinderen zijn, het is niet voor velen weggelegd. Maar dwars kent dus iemand die dat wel kan, en die iemand is Yasmine Kherbache.
Na een heleboel afspraken, telkens op de valreep verzet, zit dwars eindelijk in een Antwerps café tegenover Kherbache. Het is niet gemakkelijk om met de fractieleider van de sp.a af te spreken, zeker niet wanneer net op dat moment de Sinksenfoor plaats maakt voor de Sinksendeal en Sinksengate. Meer daarover later. Vooreerst stellen we de vraag die we als studentenblad aan elke politieker stellen, namelijk:
U heeft in Leuven en Brussel gestudeerd. Was u daar actief als student?
Ik heb in Leuven Rechten gestudeerd, dan Antropologie, waar ik nooit mijn eindwerk voor heb afgegeven. Daarna ben ik in Brussel nog Sociaal Recht gaan studeren. Ik was daar telkens zeer actief. Ik word vaak gevraagd hoe ik alles blijf combineren, en het antwoord is: ik ben altijd zo actief bezig geweest, vanaf de eerste studentenjaren. Ik was bezig met de wetswinkel, en ik stortte mij op het kunstleven. Ik ben ook meteen in het internationale studentenleven gegaan. Dat boeide me. Ik zat uiteindelijk meer in het kunstencentrum 't STUK dan in het Huis der Rechten. Ik vond de schakende Chinezen en Russen die daar zaten veel boeiender. Het echt studentikoze aspect, het dopen en het cantussen, dat is volledig aan me voorbij gegaan, vrees ik. Fuiven niet. Ik was veel met muziek bezig, dus daar kwam ik automatisch mee in contact.
Wat mij destijds heel sterk heeft gevormd was mijn erasmusjaar in Barcelona. Er ging een wereld voor mij open. Ik ben daar eigenlijk een jaar straatmuzikant geweest, en als straatmuzikant heb ik daar veel meer geleerd dan in de lessen. Ik stond altijd al in de maatschappij, zou ik zeggen. Ik heb me nooit opgesloten in mijn eigen wereldje.
Wanneer werd die maatschappelijke betrokkenheid dan politiek?
Dat was veel later. Ik was als student niet politiek actief, wel zeer kritisch. Ik zag politieke partijen toen nog als establishment.
En u was anti-establishment?
Ik was nogal non-conformistisch, laten we het daar op houden (lacht). Ik ben in de politiek geraakt via de kunstensector. Toen ik advocaat was, nam ik het op voor de rechten van de kunstenaars. En zo heb ik dan in verband met het kunstenaarsstatuut de toenmalige minister, Frank Vandenbroucke, ontmoet. Die vroeg mij de problemen te komen oplossen op zijn kabinet. Ik heb die kans gegrepen, en ik ben sindsdien in de politiek gebleven. Eerst als kabinetsmedewerker en later als adjunct-kabinetschef voor Frank, vervolgens bij Ingrid Lieten als kabinetschef, en nu bij Elio Di Rupo. Ik ben al een hele tijd bezig achter de schermen, en nu ben ik ongeveer honderd dagen als politica bezig in de Front Office.
Gefeliciteerd.
Dank je. Enfin, ik denk het. Ik kreeg de laatste tijd veel vragen over de eerste honderd dagen bestuur, dus dan ben ik ook honderd dagen bezig als mandataris (lacht).
Achterkamerdeals
Het is een hectische periode voor u, momenteel. Naar aanleiding van de Sinksendeal ligt Bart De Wevers coalitie in Antwerpen onder vuur. Vuur dat vooral uw partij heeft aangewakkerd. In het Nieuwsblad vandaag (25/05), zegt de advocate van de notoire Bende van Zes, Griet Cnudde, dat de oppositie de Zuiderdokken is aan het laten verzieken. Als de oppositie de Sinksenfoor-deal opblaast, maandag op de gemeenteraad, aldus meester Cnudde, dan vervallen de Zuiderdokken tot parkdomein.
Dat is zowel juridisch als maatschappelijk klinkklare onzin. Er zijn twee aspecten: Je hebt de Sinksenfoor an sich, en dan heb je de toekomst van de Zuiderdokken. De Sinksenfoor staat al veertig jaar op de Gedempte Zuiderdokken. Begin jaren negentig zijn er daar drie procedures over geweest, waarvan er één gewonnen en twee verloren zijn door de stad. In ’90, ’93 en ’97 was dat, en dat ging over, vanzelfsprekend, geluid. In ‘90 is er twee keer 30.000 Belgische frank betaald. Geen euro’s, hé, zoals daar nu over wordt gecommuniceerd door het stadsbestuur, maar Belgische frank.
Uit die procedures zijn een hele reeks maatregelen ontstaan om een evenwicht te vinden tussen het foor en de omwonenden. De essentie is dat men na die procedures een overleg is opgestart tussen de stad, de bewoners en de foorkramers, net zoals men bij de studenten doet. En je kan zien dat sindsdien er geen enkele juridische procedure meer is geweest, en het aantal klachten dat wordt ingediend is gedaald. De relatie tussen foor en bewoners is dus de laatste jaren wel oké geweest. Tot in 2012 de Bende van Zes, zoals we nu zeggen met hoofdletters, een batterij aan gerechtelijke procedures zijn gestart. Bij die procedures lag de focus op de bestemming van de Zuiderdokken. Dat is een andere discussie omdat ze zijn ingekleurd als parkzone. Maar voor het Gewestplan dat deed, was de foor er al. Alles wat daar op voorhand al stond, wordt geacht vergund te zijn. Dat is het principe, en daar moet een rechter zich over uitspreken. Nu komen zeggen dat de bestemming van de Zuiderdokken verdoemd is, wanneer wij die deal niet goedkeuren, vind ik een jurist onwaardig. Enfin, ik kan begrijpen dat meester Cnudde haar cliënten verdedigt, maar de Bende van Zes krijgt zijn absolute particuliere goesting. Het algemeen belang zat niet aan tafel toen deze achterkamerdeal gemaakt werd.
Hoe zou u het dan hebben aangepakt?
De Raad van State heeft begin februari een uitspraak gedaan over het ruimtelijke aspect. Die heeft toen het gemeentelijke ruimtelijk uitvoeringsplan opgeschorst omdat de kwalificatie van de Gedempte Zuiderdokken als zone voor publiek domein volgens de Raad van State voor discussie vatbaar is. Allemaal goed en wel, maar je moet er rekening mee houden dat dat een voorlopige beslissing is. Op dat moment moet je met alle partners rond de tafel gaan zitten en er alles aan doen om die onderhandelingen op te starten. Alles. Wat heeft de stad gedaan? Paniekvoetbal. Eerst een andere locatie zoeken. 250.000 euro verspillen aan elektrische kabels en dergelijke aanleggen op de Zuiderkaaien. Dat is veel geld, hé. Op die manier haal je je problemen op de hals bij de bewoners van de Scheldekaaien, die plots naast de Sinksenfoor wonen, die daar nooit last van hadden. Terwijl de bewoners van de Gedempte Zuiderdokken dat wél wisten toen zij daar gingen wonen, hé. Op die locatie wordt de grootste, maar ook de stilste foor van het land werd gehouden. Eén keer per jaar. Ze verspillen dus tijd en geld, en en cours de route houden ze dan toch de foor op de Zuiderdokken. Plots was het april, moesten ze nog gaan onderhandelen, en hebben ze nog eerst aan de foorkramers gevraagd om te procederen.
Allemaal goed en wel, maar nu gaat u ervan uit dat na de onderhandelingen alles zou opgelost worden.
Ah ja, dat is de kunst van het onderhandelen. Het stadsbestuur heeft nu al twee keer bewezen, zowel bij de Sinksendeal als bij de voetbaldeal, dat ze nog veel te leren hebben, en dat is een understatement. Ze laten zichzelf onder tijdsdruk zetten. Redelijkheid moet, bij onderhandelingen, zege vieren. Dat is de kunst. Hier maakt men een schimmige achterkamerdeal, en iedereen behalve de Zes wandelt weg met het gevoel dat ze bedrogen zijn. Komaan zeg, de zes klagers op hun wenken bedienen en hen daarbovenop een som geld toekennen, en dan ook nog eens besluiten om er over te zwijgen op raad van meester Cnudde.
En wat brengt de toekomst nu, volgens u?
Ik hoop dat de gemeenteraad nu toch de overeenkomst afblaast, en dat er dan rond de tafel wordt gezeten. De foorkramers hebben donderdag (23 mei nvdr.) een signaal gegeven dat zij dit ook niet meer zien zitten. Dit akkoord is een Win For Life voor de klagers, maar een doodvonnis voor de Sinksenfoor. Ik hoop dat het stadsbestuur dat maandag eindelijk gaat inzien.
Gaat u gerechtelijke stappen ondernemen tegen het stadsbestuur?
Dat moeten we nog bekijken. De bewoners en de foorkramers zeggen dat al van plan te zijn. Wij willen vooral benadrukken dat er met alle betrokkenen rond de tafel gezeten moet worden om samen tot een oplossing te komen.
Stadsplanning
Iets anders dan. Antwerpen als studentenstad! Universiteit Antwerpen groeit snel. Momenteel is een van de grootste uitdagingen voor stadsplanners om binnen de stad ruimte te blijven geven aan de groeiende massa studenten. Hoe ziet de sp.a dat evolueren? Wat zijn de plannen?
We moeten de meest aantrekkelijke studentenstad blijven.
Zijn we dat al, dan?
Voor mij wel. Kijk naar alle troeven die Antwerpen heeft. De combinatie van onze creatieve geesten, met een havenstad en een studentenstad, dat is toch uniek? Dat zijn troeven die we verder moeten uitspelen. Het slechtste wat we zouden kunnen doen, is de groei van de stad zien als een bedreiging. Je moet dat zien als is een opportuniteit. Natuurlijk moet je dan investeren, er moeten bijvoorbeeld plekken blijven om evenementen te organiseren, (slinks) de Gedempte Zuiderdokken bijvoorbeeld. Je mag een stad niet tot probleemgebied veroordelen. Je moet elkaar zien als volwaardige partners, en ik vind het fantastisch hoe volwassen de relatie tussen de studenten en Antwerpen is. En daar moet verder op ingezet worden. De richtingen die nu worden ingekanteld, ingenieurswetenschappen en ontwerpwetenschappen, die zijn toch perfect om in te spelen op stadsplanning? Daar is een wisselwerking die je moet uitbouwen. Het beleid van Robert Voorhamme moet verder gezet worden. Die man heeft met projecten als Antwerpen Studentenstad, Antwerpen als studentenstad eigenhandig terug op de kaart gezet.
Vermoedelijk heeft Alain Verschoren problemen met die uitspraak.
Ik neem haar helemaal voor mijn rekening. Ik denk dat Robert een heel belangrijke rol heeft gespeeld binnen het partnerschap tussen de stad en de universiteit.
Over Robert Voorhamme gesproken, die wordt volgend jaar voorzitter van de AUHA, terwijl Liesbeth Homans plots in de Raad van Bestuur zetelt. Is er sprake van touwtrekkerij tussen de twee partijen, om te proberen om invloed op de universiteit te kunnen uitoefenen?
Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat verschillende politieke strekkingen mogen vertegenwoordigd worden in de bestuursorganen van die universiteit. Ik zou het niet meteen zien als een machtsstrijd.
Waar, maar binnen die Raad van Bestuur zijn er zetels gevrijwaard voor die bestuursorganen, namelijk voor de stad en voor de gouverneur. Waarom dan die extra rollen voor politici, buiten die zetels om?
Ik bekijk het anders. Jij ziet het nu als een machtsstrijd, terwijl ik gewoon denk dat deze mensen allebei hun expertise en netwerk hebben. Ik denk dat zeker Robert zijn sporen heeft verdiend binnen het onderwijsveld.
Neutraliteitsprincipe
De nieuwe beginselverklaring van de sp.a vormt een gigantische ommezwaai op vlak van hoofddoeken. Wanneer u nu in het stadsbestuur zou zitten, zou u dan een einde maken aan het neutraliteitsprincipe van de ambtenaren?
Uiteraard. Dat stond ook in ons verkiezingsprogramma. Het is enkel een ommekeer omdat we er nu duidelijk over zijn. In 2006 heeft de sp.a die dresscode ingevoerd met de bedoeling om samenhang te creëren. Wanneer iedereen er hetzelfde uitziet, is het hoffelijker naar de verschillende gemeenschappen toe, was het idee. Dat was een nobele intentie. Uiteindelijk, na evaluatie daarvan, mede door Patrick Janssens, hebben we ingezien dat het contraproductief en stigmatiserend werkt. Het verliest de kern van de zaak uit het oog, namelijk dat een stadsbestuur in haar samenstelling divers moet zijn en in haar handelen neutraal. Met een hoofddoek of niet, je dienstverlening moet neutraal zijn. En dan kan je bijvoorbeeld dus niet weigeren om vrouwen de hand te schudden. Je zit met een toenemende radicalisering van verschillende strekkingen globaal en dat heeft ook zijn effect hier in de stad. Dat bestrijd je niet door die diversiteit te verstoppen. Je moet elkaar, uiteraard, als verschillende culturen beter leren kennen en meer inzetten op de waarden die we allen moeten delen zoals vrijheid, non-discriminatie, respect voor eenieders geaardheid, enzovoorts.
Het moet van twee kanten komen, dus.
Uiteraard. Bart De Wever zegt graag dat de stad niet meer van iedereen is, maar een sociale samenhang creëer je enkel door elkaar te leren kennen. Dat hele gedoe met dat schrappen van die slogan is ook maar gewoon symboolpolitiek. Zoals dat hetzelfde was bij die vreemdelingentaks.
Maar die lag, volgens De Wever, wel al op tafel bij het vorige stadsbestuur.
Ja, dat lag op tafel. Dat is bestudeerd. Dat is besproken met andere steden. En men heeft besloten het niet te doen, omwille van de juridische en andere bezwaren. Die taks wordt nu door het nieuwe bestuur weer opgerakeld, wij zeggen in de gemeenteraad dat het ongrondwettelijk is en tegen de Europese wetten. We lijsten alle juridische bezwaren op, en toch wordt staalhard ontkend dat er een probleem is. Het wordt terecht geschorst door de gouverneur en in the end is er geen oplossing. En dat is jammer, want er is inderdaad een probleem met de administratieve last van de inschrijving van buitenlanders in de stad. Maar er is wel een oplossing. Die bestaat! In het regeerakkoord van de federale regering wordt voorgesteld om een nationale databank op te starten die een oplossing kan bieden voor alle gemeenten. We hebben heel die discussie lang geprobeerd om dat op tafel leggen, maar dat wordt niet opgepikt, want men doet liever aan symboolpolitiek.
Zot zijn
Nog een laatste vraagje: enige tips voor beginnende, non-conformistische, politiek actieve studenten?
Je nooit laten intimideren, en vooral eigenzinnig blijven. En jezelf nooit tot norm nemen voor de maatschappij. Je kan niet stellen, zoals sommige ideologen, dat enkel en alleen omdat jij zelf slaagt in het leven, anderen ook maar geslaagd moeten zijn als ze maar voldoende hard hun best doen. Het is volgens dat soort denken dat men armoede als persoonlijke fout ziet. Dat mag je niet doen.
Ik heb eigenlijk altijd maar één regel gehad, wat ik ook deed. Juridisch, artistiek, politiek: het mag zo zot en origineel zijn als je maar wil, maar je moet je wel volledig geven. De inzet en het sérieux moet er zijn.
Dat onthouden we. Bedankt voor het gesprek.