Wiegen dood van Paul van Ostaijen

01/10/2003
🖋: 

“Ik ben geboren. Dit moet worden aangenomen, alhoewel een absoluut-objektief bewijs niet is voor te brengen. Axioom is het domein van de subjektieve ervaring. Objektief is het slechts gissen.” Objectief werd hij geboren in de Lange Leemstraat 53, op 22 februari 1896. Een geboortehuis dat thans te koop staat. Als schrijvershuis kan het echter niet verkocht worden. In 1913 verhuisde de vader als rentenier met zijn familie naar Hove, nog voor zijn jongste zoon de eerste gedichten voortbracht. Bekend bleef die echter wel in de buurt, als afnemer van opiaten en andere derivaten bij de plaatselijke apotheker. Niet dat er enige afschriften van terug te vinden zijn. Verdovende middelen waren immers niet alleen vrij verkrijgbaar tot aan W.O. I, ze vormden meer dan eens het hoofdbestanddeel van de toenmalige medicijnen. De zoon vertrok na afloop van W.O. I naar Berlijn, uit schrik voor repressies omwille van zijn opgemerkt flamingantisme. Het gerucht bleef hardnekkig rondwaren. “Na zorgeloos leven kamp voor het bestaan te Berlijn, Potsdam en Spandau. Niet romantisch. Fantasie is de vertelling dat ik het van liftboy tot eigenaar van een nachtlokaal zou hebben gebracht. Ben veel te primitief om een vooraanstaande plaats in de samenleving te bekleden. Spijts zeer verlangend het niveau der vlaamse dekadenten te bereiken, begrijp ik mijn 'Unfähigkeit'". Wat rest in de buurt zijn herinneringen aan een zoon die het nooit ver had gebracht, een liederlijk leven leidde, het familiefortuin verkwanselde. “Drie boeken uitgegeven: Music-Hall, het Sienjaal, Bezette Stad. Misschien is ook dit slechts massahypnose. Wie kan dit bewijzen dat hij deze boeken heeft gelezen? Laat staan: begrepen. God beware: begrepen. Ik heb ze zelf niet begrepen.”

 

“Ik moet u – jammer genoeg – melden dat er binnen de stedelijke begroting momenteel geen ruimte is om geld vrij te maken voor de eventuele aankoop van het Paul van Ostaijen-huis… Het kan niet als museum worden ingericht… Je zou het huis een bestemming kunnen geven als een soort schrijvershuis… maar dergelijke taken behoren dan weer niet tot de kerntaken van het stadsbestuur…”
Eric Antonis, schepen.