VT4 tast niet gruwelijk aan

Interview met professor populaire cultuur Alexander Dhoest
20/03/2009
🖋: 

Bedachtzaam kijkt hij naar zijn koffiemok van ‘The Simpons’. “Mijn absolute nummer één is ‘Six Feet Under’. Maar ik ben ook enorm fan van HBO-series als ‘The Wire’ en ‘Deadwood’.”

Geen ‘FC De Kampioenen’ of ‘Temptation Island’ voor professor populaire cultuur Alexander Dhoest. Nochtans vindt hij die programma’s vanuit professioneel oogpunt wel bijzonder fascinerend. In het boek ‘Media/Cultuur/Identiteit’ verzamelde hij samen met collega Hilde Van den Bulck de belangrijkste bijdrages van UA-onderzoekers over de media als bron van hedendaagse cultuur. Geen kwaad woord over de avonturen van Boma, Xavier en Pascalleke, zo steekt hij van wal.

 

Alexander Dhoest Vroeger was hoge cultuur de enige legitieme. Nu is daar gelukkig verandering in gekomen. Academici maken geen krampachtig onderscheid meer tussen hoge en lage cultuur. Mengvormen zijn alomtegenwoordig.

Veel mensen maken wel nog steeds het onderscheid tussen hoge en lage cultuur. Vaak heeft dat met persoonlijke smaak te maken. Sla de eindejaarsvraagjes van Humo er maar eens op na. Veel reality-tv zul je daar niet tegenkomen. Onze smaak is erg sociaalwenselijk, of toch minstens gesocialiseerd.

 

Toch zit hoogopgeleid jong Vlaanderen iedere dinsdag en donderdag klaar om naar ‘Temptation Island’ te kijken.

Dhoest ‘Temptation Island’ is zo’n programma waar de gedeelde kijkervaring een meerwaarde biedt. Het wordt dan ook vaak in groep bekeken. Mensen nemen dan een ironische kijkhouding aan: lachen met mensen die compleet verschillen van hoe ze zelf zijn.
Daarnaast behandelt het programma thema’s waar jongvolwassenen erg mee bezig zijn. Dan is er ook nog het simpele plezier dat je kunt krijgen door naar ‘Temptation Island’ te kijken: het gewoon goed vinden. Daar hoef je je niet voor te schamen.

 

Een miljoen tv-kijkers hebben er in ieder geval geen bezwaar tegen wekelijks drie kwartier ‘FC De Kampioenen’ uit te zitten.

Dhoest Het is fascinerend om te zien hoeveel succes ‘FC De Kampioenen’ heeft. Ik denk dat herkenbaarheid een heel grote rol speelt.

 

De voetbalploeg, de worstenfabrikant, de duivenmelker… De Vlaamse volksaard wordt wel erg dik aangezet.

Dhoest Het is nochtans niet alleen dat typisch Vlaamse dat ‘FC De Kampioenen’ zo herkenbaar maakt. In de serie wordt gebruik gemaakt van plots en personages die typisch zijn voor iedere sitcom, bijvoorbeeld: de bazige huisvrouw en de man onder de sloef die in een misverstand verzeild geraken. Overal ter wereld maken komische series gebruik van dergelijke clichés.
Eigen aan het succes van ‘FC De Kampioenen’ is ook de vertrouwdheid. Mensen willen niet constant verrast worden door nieuwe dingen. Je kunt plezier scheppen in het vertrouwde. Komische series zijn daar bijzonder goed in. Dat geldt ook voor zogenaamde alternatieve comedy als ‘Little Britain’. Daar komen ook vaak dezelfde figuurtjes en situaties terug.

 

Niettemin scoort ‘FC De Kampioenen’ een stuk beter dan alle alternatieve comedy samen.

Dhoest Het brede publiek vindt eigen fictie leuker. Dat heeft voor een groot deel met de taal te maken. Als een buitenlandse serie hier niet aanslaat, dan kan het volstaan de taal te veranderen en lokale acteurs te vragen. Dat geeft het gevoel typisch van hier te zijn.

 

‘Van Vlees en Bloed’ was een enorm succes.

Dhoest Dat was dan ook een watercoolershow. Of de Vlaamse variant: een show waar mensen op het werk rond de koffieautomaat over praten. Mensen voelen zich dan deel van een gemeenschap. Het leeft.

 

Digitale televisie staat een dergelijke gedeelde tv-ervaring meer en meer in de weg.

Dhoest Fictie komt vaak uit op dvd, zodat je het later kunt bekijken. Dan is er ook nog de commerciële omroep, de kabel, de satelliet, waardoor er veel meer zenders zijn om naar te kijken dan twintig jaar geleden. Toch zie je geen radicale veranderingen in het kijkpatroon. Er zijn programma’s die nog moeiteloos anderhalf miljoen kijkers halen. Maar er zal geleidelijk verandering in komen.

 

In de tijd van ‘Wij, Heren van Zichem’ was er maar één zender: de BRT. Iedereen keek op hetzelfde moment naar hetzelfde programma. Qua gedeelde kijkervaring kan dat tellen.

Dhoest Die generatie groeide op gebonden door een gedeelde kijkervaring. Media waren toen, ondanks hun vanzelfsprekende banaliteit, een belangrijke factor in het dagelijkse leven. En zijn dat nog steeds.

 

Blote madammen alom

In welke mate hebben de media eigenlijk invloed op iemands identiteit?

Dhoest Dat is moeilijk te zeggen. Identiteit is een heel brede term. Het verwerkelijkt zich op veel niveaus: er is zoiets als individuele identiteit, er is een collectieve identiteit. Het vormt zich en verandert ook dagelijks.

 

Media dragen bij tot het vormen en veranderen van al die identiteiten?

Dhoest Op die vraag kan ik geen afdoend antwoord geven. Er is geen lineair model waar de media een impuls geven die dan opgepikt wordt door de ontvanger. Mediagebruikers gaan actief om met media: ze zijn kritisch en selecteren op inhoud. Identiteitsvorming is een complex samenspel van factoren, met media als één van de factoren.

 

Wat nemen actieve mediagebruikers dan mee uit televisieprogramma’s?

Dhoest Vroeger wilden televisiemakers de kijkers echt opvoeden. Ik heb oudere kijkers geïnterviewd over ‘Wij, Heren van Zichem’. Dat programma maakte echt indruk. Ik denk niet dat de makers met het programma de kijkers opgevoed hebben, hoewel dat misschien de bedoeling was. Wel zijn ze erin geslaagd hun beeld van Vlaanderen mee vorm te geven. De openbare omroep vertrok toen van een heel specifieke cultuureducatieve logica.

 

Het volk moest opgevoed worden.

Dhoest Nog steeds staat in de beheersovereenkomst ingeschreven dat de openbare omroep bepaalde taken moet vervullen: een Vlaamse identiteit propageren, kwaliteit brengen, voor diversiteit op het scherm zorgen. Dat komt voort uit het idee van sociale verantwoordelijkheid. Natuurlijk wordt de openbare omroep nu in grote mate afgerekend op kijkcijfers en het bereik van bepaalde groepen. Het is niet meer de oubollige, paternalistische instelling die het ooit was.

 

Was dat vroeger niet problematisch, een zender die de doorsnee Vlaming een identiteit moest aanmeten?

Dhoest Niet helemaal. Mensen hielden van het beeld dat de openbare omroep hen voorschotelde. Heel de cultuur was toen gericht op streekliteratuur, waar dan fictiereeksen van gemaakt werden. Mensen keken er niet met tegenzin naar, integendeel.
Daar is natuurlijk verandering in gekomen. In de jaren 80 maakte de Nederlandse televisie een enorme opgang. Toen kwam VTM er nog bij. Opmerkelijk is dat de BRT in de jaren 80 aan dat typisch Vlaamse is blijven vasthouden. Mensen keken graag naar historische Bokrijkfictie. Het was een beproefd recept voor succes. Praktisch was het ook gewoon gemakkelijker en goedkoper bestaande volksliteratuur te verfilmen, eerder dan bijvoorbeeld een moeilijke conceptuele roman.

 

VTM is niet gebonden aan een beheersovereenkomst en is dus niet verplicht kwaliteit te leveren. Vanuit een louter commerciële instelling geven ze cultuur mee vorm.

Dhoest Amerikanisering was het grote schrikbeeld toen VTM begon. Maar VTM heeft van in het begin dat typisch Vlaamse van VRT overgenomen. VTM is ook helemaal niet plat commercieel. Het brengt deftige commerciële televisie. Vergelijk dat maar eens met de Italiaanse commerciële televisie: blote madammen alom.

 

Vooral VT4 en 2BE zijn boodschappers van de amerikanisering.

Dhoest Echt verontrustend lijkt me die amerikanisering niet. Ik kijk ook naar VT4. Ik denk niet dat dat mijn culturele identiteit gruwelijk aangetast heeft.

 

Artificiële Mo

VRT moet ook diversiteit in de hand werken. Vaak lijkt dat zich te beperken tot een krampachtige poging.

Dhoest Het komt inderdaad vaak geforceerd over. Maar volgens mij komt het geforceerd over omdat wij het niet gewoon zijn. Dat de aanwezigheid van Mo in ‘Thuis’ zo opvalt, wijst toch vooral op een ontstellende afwezigheid van allochtonen op tv.
Het is belangrijk diversiteit te promoten, artificieel of niet. Een personage als Mo in een serie met bijna één miljoen kijkers zal veel meer doen voor de multiculturele samenleving dan een heleboel affiches. Het draagt misschien niet zo’n expliciete boodschap, maar het verandert toch iets bij mensen.

 

Hoe denken allochtonen eigenlijk over Mo?

Dhoest Er is niet zoiets als een typische allochtoon natuurlijk. Er is een groot verschil in reacties. Sommigen vinden hem veel te verwesterd. Anderen vinden Mo dan weer een wandelend cliché omdat hij gebrekkig Nederlands praat. Eigenlijk is niemand echt tevreden. Het beste zou zijn allochtonen gewoon in de banaliteit van tv te integreren: als kandidaat in Blokken of als specialist in het journaal. En dan niet als specialist over een typisch multicultureel thema, maar over iets doodgewoon.

 

Allemaal SAM kortom.

Dhoest Over geforceerd gesproken. De VRT probeerde met ‘Allemaal SAM’ de sociale cohesie te verhogen. Afgezien van ‘Fata Morgana’ is dat een grandioze flop geworden. Enkel een boodschap brengen, dat werkt niet. Het moet ook een goed format hebben. Het mag er ook niet te dik opliggen. Ik denk dat alle tv-kijkers een gevoelige bullshitdetector hebben ontwikkeld in de loop der jaren. Maar goed ook.