Wat is er toch aan de hand met de vroede vaderen van onze Scheldestad? Zijn ook zij gegrepen door de vernieuwingskoorts die ons landje sinds enkele jaren teistert? Jawel hoor, het kwaad is geschied: na naamsveranderingen in de heemkringen van onze grote roergangers moet ook de Antwerpse aorta er aan geloven. Met dit verschil dat de naam deze keer dezelfde blijft, maar de inhoud veranderd wordt.
Binnen enkele jaren zullen de Leien in een volledig nieuw kleedje gestoken zijn. Vernieuwing meneer, dát is wat een haven waaraan ergens onderaan een stad bengelt tot een metropool maakt. En ze pakken het groots aan deze keer: het Astridplein is herschapen tot een bouwwerf om plaats te maken voor de Train à Grande Vitesse, er wordt een nieuw Justitiepaleis gebouwd, allerhande mode-, en designmusea rijzen als paddestoelen uit de grond en het Filmmuseum krijgt een nieuwe locatie.
Littekens
Dat de vernieuwingsgeschiedenis zich herhaalt wordt mooi geïllustreerd door het grote verhaal van de Antwerpse Boulevards. Het is immers niet de eerste keer dat de sakkerende sinjoor geconfronteerd wordt met grootse vernieuwingswerken die op een of andere manier de stad ten goede moeten komen. Misschien kunnen we alle verkeersellende in het Antwerpse even vergeten door enkele sprongetjes terug te maken in de tijd. De Leien vormen een sikkel rond het oude stadsgedeelte. Die sikkelvorm is een litteken van de omwallingen die in vroegere tijden rond de stad zijn gebouwd. Eentje daarvan was de Spaanse Omwalling, gebouwd in de 16e eeuw, toen nieuwe verdedigingswerken om diverse redenen nodig waren. De middeleeuwse muren waren in erbarmelijke staat en dus niet meer voldoende om de nieuwe ijzeren kanonskogels te weerstaan. De hoge pieten uit het Antwerpse economische leven van toen vonden dat de stad niet meer veilig genoeg was en drongen aan op moderne bastions naar Italiaans model.
Zo gezegd zo gedaan, in 1542 begon men de greppels voor de omwalling te graven. Het hoeft niemand te verwonderen dat het stadsbestuur de belastingdruk ferm de hoogte injoeg om dit alles te kunnen bekostigen. Daar kwam dan nog bij dat er bij de bouwwerken flink gesjoemeld werd door onder andere de stadsbouwmeesters en de fiere burgervader, die een deel van de centjes investeerde in een ‘hof van plaisantie’, tegenwoordig ook wel buitenverblijf genoemd. Om te voorkomen dat de lonen van de metselaars zouden stijgen, trok men mensen van buiten de stad aan om te komen werken aan de nieuwe stadsmuren.
Stadsverdediging
Rond 1553 was het grootste deel van het werk opgeknapt en werd meteen ook een nadeel van een stevige stadsverdediging blootgelegd. Stadsuitbreiding werd moeilijker wegens plaatsgebrek: al die immigranten moesten immers ergens kunnen wonen. Bovendien werden alle huizen binnen een straal van 700 meter rond de nieuwe muren afgebroken zodat hun bewoners een nieuwe woonst moesten zoeken binnen de stadsmuren. Drie eeuwen later was het weer zover: er moest een nieuwe vesting komen rond Antwerpen. De Brialmontgordel (beter bekend als Fort 1 tot 8) was in 1853 afgewerkt. Op de plek waar vroeger de Spaanse Omwalling stond prijkten nu de Avenue du Sud, Avenue des Arts en de Avenue du Commerce; de Leien waren geboren.
Rioleringen en archeologen
Weer enkele eeuwen later, op 6 augustus 2002, werd het startschot gegeven voor de definitieve heraanleg van de Leien. Hoe het er straks gaat uitzien kunnen we alleen maar dromen. Van hoe het geweest is bestaan er echter wel stille getuigen: de werken aan de rioleringen rond de Nationale Bank geven archeologen een uitgelezen kans om de fundamenten van de Spaanse Omwalling te bestuderen. Aan de Nationale Bank kan je nog een hoek van een bastion herkennen. De vreemde bouwsels op de Leopoldplaats zijn eerder iets voor de betere puzzelaar maar, toch de moeite waard om te bekijken, al was het maar om tegen de kinderen te kunnen zeggen dat je de Spaanse Omwalling nog gekend hebt. Allen daarheen!