Vaarwel, welvaart

Bea Cantillon over de achteruitgang van de sociale zekerheid in België
21/03/2007
🖋: 

In de aanloop naar de verkiezingen gonzen de media van goed nieuws en hoopvolle beloftes. De studie Postremus inter pares sloeg dan ook in als een bom: het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) van onze universiteit trok aan de alarmbel met de boodschap dat de Belgische welvaartsstaat niet meer is wat ze vroeger was. We gingen te rade bij vice-rector en CSB-directeur Bea Cantillon.

De resultaten van uw studie veroorzaakten behoorlijk wat ophef. Kan u kort uw conclusies schetsen?

Bea Cantillon Het Belgische sociale zekerheidsmodel is aan het afkalven. In de jaren zeventig en tachtig was het wereldwijd de absolute top. Nu behoren we nog steeds tot de Europese kopgroep – met daarin ook Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Zweden; de negen landen waarmee we onszelf graag vergelijken – maar binnen die groep presteren we matig.

 

Hoe zijn we onze koppositie dan kwijtgespeeld?

Cantillon Twee loodzware gewichten wegen op de Belgische sociale zekerheid: de overheidsschuld en de werkloosheid. Een deel van onze belastingen dient om de overheidsschuld af te betalen. Dit betekent dat de fiscale druk hoger is dan elders, maar de return relatief klein. Ten tweede hebben we weinig mensen aan het werk. Er zijn dus in verhouding weinig mensen die bijdragen voor de sociale zekerheid betalen, en omgekeerd een erg groot aantal mensen dat net nood heeft aan een uitkering. Door deze twee factoren is ons sociaal model er de laatste vijftien jaar sterk op achteruitgegaan, waardoor er grotere kloven ontstaan in de samenleving. Tussen werkenden enerzijds en werklozen, gepensioneerden en zieken anderzijds, maar ook bijvoorbeeld tussen mensen met kinderen en mensen zonder kinderen.

 

Men heeft het vaak over een sluipend gevaar dat zich onopgemerkt voltrokken heeft. In ’97 waarschuwde u er echter al voor dat een aantal economische en sociale trends zou leiden tot een grote druk op de sociale zekerheid.

Cantillon Dit verhaal hebben wij al veel vaker geschreven: de sociale zekerheid weegt te zwaar, ze is verzadigd, het kan zo niet voort. Deze studie is geen primeur. In de jaren tachtig had men reeds hetzelfde probleem: een hoge overheidsschuld, veel hoger nog dan nu, en weinig mensen aan het werk.

 

Hoe reageerde de overheid er toen op?

Cantillon In die periode – dat was de periode-Dehaene, die eerst minister van Sociale Zaken was en daarna premier – heeft men het systeem selectiever gemaakt. Men voerde belangrijke besparingen door in de sociale zekerheid maar men sneed enkel bij diegenen die het aankonden: samenwonenden zonder kinderen, om maar één voorbeeld te geven. Zij die het financieel minder breed hadden, zoals alleenstaanden, ondervonden geen last van deze besparingen.

 

Dat kon men niet blijven doen.

Cantillon Neen. Eind jaren tachtig was deze piste opgebruikt: selectiever kon niet meer.

 

In de jaren negentig koos de regering er dan voor om geen welvaartsaanpassingen meer door te voeren.

Cantillon Men heeft de uitkeringen niet langer samen met de lonen, het nationale inkomen of de algemene welvaart in het land laten stijgen. Dat verklaart de groeiende ongelijkheden in de maatschappij.

 

Keuzes durven maken

Welke maatregelen zou de overheid nu moeten nemen om de sociale zekerheid te beschermen?

Cantillon Ten eerste moet men meer mensen aan het werk krijgen. Het huidige activeringsbeleid is een stap in de goede richting, maar verzinkt in het niets vergeleken met dat van Nederland of de Scandinavische landen. Ten tweede zou men de sociale zekerheid lichter moeten maken. Nu wordt er te veel gedekt: “risico’s” waarvan men zich de vraag moet stellen of het wel degelijk sociale risico’s zijn.

 

U bedoelt het tijdskrediet, waarmee werknemers tijdelijk loopbaanonderbreking kunnen opnemen.

Cantillon Bijvoorbeeld, ja.

 

Gilbert De Swert, voormalige hoofd van de ACV-studiedienst, antwoordde hierop dat het tijdskrediet minder dan 1 procent van de kosten voor sociale zekerheid uitmaakt.

Cantillon Dat klopt, maar het is een tekenend voorbeeld voor de mentaliteit van een maatschappij die geen keuzes durft te maken. Men durft niet meer te definiëren wat maatschappelijke verantwoordelijkheid is en wat niet. Een loopbaanonderbreking om voor je kinderen of voor je zieke ouders te zorgen, dat moeten we uiteraard ondersteunen. Maar welk risico dekt onze sociale zekerheid als een werknemer tijdskrediet opneemt om naar de Balearen te gaan? We durven het maatschappelijk debat niet aan te gaan.

Hetzelfde geldt voor brugpensioenen. De meeste 58-plussers zijn nog voldoende fit, zowel fysisch als mentaal, om zeer productief te zijn. We laten hen desalniettemin vervroegd met pensioen gaan. Men moet durven kiezen en enkel de 58-plussers die het daadwerkelijk nodig hebben ondersteunen. Ook werkloosheidsuitkeringen zijn een goed voorbeeld: de sociale zekerheid moet enkel onvrijwillig werklozen bijstaan, dat spreekt toch voor zich? De controle hierop was echter lange tijd verwaarloosbaar, men gaf zonder veel nadenken álle werklozen een uitkering, onbeperkt in de tijd.

Wanneer we over brugpensioenen en werkloosheidsuitkeringen spreken, hebben we het duidelijk niet meer over 1 procent. Het is tijd om keuzes te maken.

 

Mensen geven niet graag af wat ze als verworven rechten zien.

Cantillon Toch is er geen andere optie: langzamerhand begint dat besef bij iedereen door te dringen. Het is de enige manier om de sociale bescherming voor zij die het nodig hebben op een behoorlijk niveau te krijgen.

 

Waarom hebben we het zo moeilijk om keuzes te maken?

Cantillon Verschillende factoren spelen mee. De communautaire tegenstellingen in België zijn zeker van belang: het is moeilijk een degelijk sociaal beleid te voeren in een land waar de bevoegdheidsverdeling niet gestabiliseerd is. Van een sociaal federalisme is er eigenlijk geen sprake. Naast grote sociaaleconomische tegenstellingen zijn er ook belangrijke politieke verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. Over de taalgrens bekijkt men deze problematiek heel anders: men reageert er sussend, hoewel daar veel meer werkloosheid en armoede is. Een tweede factor zijn de behoudsgezinde reflexen in het middenveld.

 

Bedoelt u met dat laatste de reactie van Gilbert De Swert, die de conclusie uit uw studie in twijfel trekt?

Cantillon Inderdaad. Hij zegt dat de minstbedeelden niet armer geworden zijn, integendeel, dat dit enkel zo lijkt omdat de welvaart van de anderen steeg en de rijken dus rijker werden. Het gaat met andere woorden slechts om relatieve verschillen, zegt De Swert. Maar daar gáát het potverdekke juist over, die relatieve verschillen! De verdeling van de welvaart, dat is net wat van belang is. Het is toch merkwaardig dat een syndicalist zo’n standpunt inneemt over de groeiende ongelijkheden in de samenleving? Vanuit een verkeerd begrepen groepsbelang weert men noodzakelijke hervormingen van de politieke agenda: men heeft schrik dat wanneer men te hard roept dat het niet goed gaat, er ook daadwerkelijk besparingen zullen volgen. Zo'n behoudsgezinde instelling is uiteraard nefast op langere termijn, in de eerste plaats voor zij die op de sociale bescherming aangewezen zijn voor hun bestaanszekerheid.

 

Een gebrek aan verantwoordelijkheidszin.

Cantillon Niet toevallig zijn de huidige koplopers op het vlak van sociale zekerheid de Scandinavische landen. Kenmerkend is de grote maatschappelijke verantwoordelijkheidszin die daar leeft. Een samenleving met een grote solidariteit, waar de burgers hun rechten maar ook hun plichten kennen.

 

Ontbreekt dit besef in België?

Cantillon In België is er niet echt sprake van verantwoordelijk gedrag op de arbeidsmarkt, noch bij de werkgevers, noch bij de werknemers: kijk maar naar het tijdskrediet, de brugpensioenen, … Dat is niet de schuld van de individuen die hiervan gebruik maken, maar van het hele systeem en de maatschappij die het in stand houdt.

 

Vergrijzing

Even terug naar de twee basisfactoren: werkloosheid en overheidsschuld. De laatste weken werden de kranten gevuld met goednieuwsshows over de economie: in sommige regio’s was de werkloosheid zo goed als onbestaande, Verhofstadt II zou dan toch bijna aan de 200.000 banen geraken, …

Cantillon Dat klopt, maar je moet die zaken kunnen plaatsen. Om te beginnen zijn de ons omringende landen performanter geweest dan wij in het creëren van werkgelegenheid. Verder is het juist dat er 180.000 jobs zijn bijgekomen, maar tegelijkertijd zijn er veel meer mensen op de arbeidsmarkt ingestroomd: om demografische redenen en ook omdat er nog steeds een toevloed is van vrouwen die voordien niet of minder werkten. Dat verklaart waarom zowel de tewerkstelling als de werkloosheid tegelijkertijd toegenomen zijn.

 

Het verhoogde aantal mensen op de arbeidsmarkt is slechts tijdelijk: het actieve, werkende deel van de bevolking zal dalen door de vergrijzing.

Cantillon Inderdaad, tegen 2015 zullen we reeds een duidelijk verminderde instroom op de arbeidsmarkt zien, louter om demografische redenen.

 

Dat betekent een besparing voor de sociale zekerheid op de werkloosheidsuitkeringen, maar…

Cantillon Daardoor is het probleem van de afkalvende sociale zekerheid niet opgelost, integendeel. Naast een kleinere instroom op de arbeidsmarkt krijg je een sterke toename van het aantal pensioengerechtigden.

 

De Studiecommissie voor Vergrijzing voorspelt een meerkost voor de sociale zekerheid van 3,4 procent van het bruto binnenlands product tegen 2030 door de vergrijzing.

Cantillon Dat is erg veel. We moeten daarbovenop ook nog iets doen aan de nieuwe behoeften, zoals onderwijs en ouderenzorg, of de inspanningen voor het milieu: zaken waarvoor we in elk geval iets extra's zullen moeten doen. En dan hebben we de afkalvende sociale zekerheid nog niet eens aangepakt!

 

Heeft paars op dit vlak gefaald?

Cantillon Paars heeft de gunstige economische conjunctuur te weinig gebruikt om de overheidsschuld versneld af te bouwen. Dat is erg, want zo hebben we de kans laten liggen om in goede omstandigheden alvast een voorsprong te nemen op de problemen van de volgende decennia. Nu is het te laat: in 2010 komen we reeds in een turbulente fase. De samenleving zal grondig wijzigen als gevolg van de vergrijzing. Dan zal men dubbele inspanningen moeten doen.

 

Privatisering en liberalisering

Hoe zit het met de privatisering van de sociale zekerheid?

Cantillon Die is nu volop bezig, als reactie op de achteruitgang van ons sociaal systeem. Neem nu de gezondheidszorg: de bijdrage van de patiënt ligt er inmiddels rond de 25 procent, dat is zeer hoog in vergelijking met andere landen. Als reactie laten mensen zich privaat verzekeren. Hetzelfde geldt voor de pensioenen: het pensioensparen en de aanvullende pensioenen nemen snel toe. Men vergeet vaak dat deze privatisering een bedreiging voor het basissysteem is. Pensioensparen en aanvullende pensioenen worden in mindering gebracht van de belastingen, wat dan weer minder inkomsten voor de sociale zekerheid betekent. Zo kom je in een vicieuze cirkel…

 

Waardoor we automatisch naar een minimale sociale zekerheid naar Angelsaksisch model gaan?

Cantillon Daar gaan we momenteel naartoe, ja. We hebben ons vooraf niet de vraag gesteld of we er tevreden mee zijn of niet. Nu is het aan een hoog tempo aan het gebeuren zonder dat er een democratisch debat over geweest is. Zelfs in linkse kringen neemt men op dit moment de basisvraag, de kwestie van ongelijkheid en verdeling, niet meer op. Het probleem wordt er weggewuifd en de groeiende kloof tussen werkenden en uitkeringstrekkers wordt er niet ernstig genomen. Men heeft er de mond vol over gelijkheid van kansen, maar over de verdeling van de welvaartskoek wordt amper een woord gerept.

 

Welvaartscreatie en gelijke kansen worden belangrijker geacht dan welvaartsverdeling.

Cantillon Ja, men probeert nu iedereen gelijk aan de start te krijgen, niet meer aan de meet.

 

Een liberalisering van links.

Cantillon Dat klopt. Dat gebeurt in bijna alle Europese landen.

 

Vroeger was u zelf CVP-senator. Reacties op uw studie durven wel eens ad hominem zijn: men verwijt u partijgebondenheid. Hoe voelt u zich daarbij?

Cantillon Ik trek me daar eerlijk gezegd weinig van aan. Ik heb loyaliteiten, maar dat belet me niet mijn werk als onafhankelijk onderzoeker te doen. In '97 heb ik in volle verkiezingsperiode een studie gepubliceerd over de toename van de armoede in de jaren negentig – toen SP én CVP aan de macht waren – terwijl ik zelf op de senaatslijst stond. Men kan mij dus niet verdenken van partijpolitieke manoeuvres. Neen, daar sta ik boven en ik denk dat ik voldoende maatschappelijke geloofwaardigheid heb. Verstandige politici geven me trouwens gelijk.

 

Kriebelt het niet om terug actief in de politiek te gaan?

Cantillon Absoluut niet. Ik werk nu hard om van de UA een sterke, grote universiteit te maken, de beste van Vlaanderen! (lacht) Hier heb ik het gevoel dat ik mijn steentje kan bijdragen en het verschil maken. Neen, kriebelen doet het niet!