Het begin van het academiejaar gaat traditioneel gepaard met studentendopen. Dat zullen we geweten hebben - al was het maar door de lichtelijk misselijkmakende lookwalm die opstijgt uit de haren van de student op de rij voor je. Hoe vettiger, hoe prettiger, lijkt nog steeds het motto van een geslaagde studentendoop. In het kader van de verbroedering en in de hoop op eeuwig respect, ondergaan elk jaar opnieuw talloze eerstejaars nederig het gebrul van de schachtentemmers, eten ze ondefinieerbare substanties en kruipen ze door vettige smurrie. Zo ging het er bijvoorbeeld bij Fabiant, faculteitsclub Biologie, aan toe. Vetzakkerij ten top dus, maar achteraf toch niks dan lof over deze mythische inleiding tot het studentenleven. “Het is een beetje zoals je eerste keer: veel schrik en grote praat op voorhand, maar voor je het weet is het voorbij en ben je plots ‘een echte vent’.”
17/10/2009