Redactielid Maurits Chabot neemt de lezers mee op zijn stedelijke speurtocht door Antwerpen. Op een persoonlijke manier brengt hij bijzondere plekken die normaal aan de aandacht ontsnappen in kaart.
De dag ligt nog maar pas in bed als een groep zich aan Het Steen bij het standbeeld van De Lange Wapper verzamelt. In het midden staat een man in een lange zwarte jas, met een even zwarte hoge hoed op en puntige lakschoenen aan. Achter ons blaast de wind het kapsel van de bomen op Het Steenplein in de war.
We staan aan het begin van de Antwerpse Spookwandeling, een verhalentocht door de stad waarbij de gids ons langs beelden en bouwwerken zal leiden en verhalen zal vertellen over spoken, geesten, moordenaars en Antwerpse legendes. De vertellingen zijn grotendeels gebaseerd op bestaande bronnen, waaronder middeleeuwse kronieken. “Afhankelijk van het thema diepen we verhalen op met een kern van waarheid, waar we dan graag een schepje bovenop doen. Maar het is zeker niet zo dat we de verhalen uit onze mouw schudden. Het houdt het midden tussen straattheater en een klassiek gegidst bezoek,” aldus oprichter Stefan Livens.
Antwerpse spoken reiken tot in de Amerikaanse woestijn: de stad was de thuishaven van beeldend kunstenaar Albert Szukalski. Hij maakte standbeelden van spoken, waarvan er een middenin de Death Valley woestijn in Nevada werd geplaatst.
Hoe griezelig is Antwerpen? “Vooral in de wintermaanden vind ik de sfeer spookachtig, als het net geregend heeft en de lichtjes weerspiegelen in de plassen,” meent Livens. “Het contrast tussen de vertrouwde aanblik van de stad, die er in het donker plots heel anders uitziet, en tussen de kou buiten en de warme gezelligheid die je door de ramen kan zien, spreekt me aan.”
De spookwandeling voert naar de Schelde, langs kasteel Het Steen, voorbij het Vleeshuis, door de Wolstraat en over de Ruckersplaats (het eerste straatbordje van Antwerpen werd hier geplaatst, vernoemd naar de familie Ruckers). Behalve vertellingen worden er ook interessante visies ten gehore gebracht over gebouwen, cafés of beelden. Zo zouden de Mariabeelden op de Antwerpse straathoeken dienen ter bewaking: enkel wie zich in het blikveld van een Mariabeeld bevindt, is veilig voor de geest van de Lange Wapper, een geest die mensen achtervolgt die te diep in het glaasje kijken.
Achter het Vleeshuis wordt gestopt. Door het slachten van dieren stroomde het bloed vroeger over de kasseien naar beneden, het slachthuis uit: vandaar dat de plek van het verhaal de Bloedberg heet. Vroeger woonde Jan zonder Vrees hier in de buurt, een jongen die werkloos thuis zat. Zijn tante had er genoeg van en sprak met zijn oom af dat ze hem op het kerkhof een lesje zouden leren. Met de smoes dat tante haar ketting op de begraafplaats had verloren, werd Jan ’s nachts naar het kerkhof gestuurd. Daar wachtte zijn oom, vermomd als spook, hem op. Hij stond midden op het voetpad toen Jan er langs wilde. Jan was niet onder de indruk en duwde het spook aan de kant. Door de duw viel het spook met het hoofd tegen een grafsteen, en overleed: de les was mislukt, de oom dood en Jan een moordenaar.
In de Moriaanstraat, een steeg achter de Wolstraat, wordt het verhaal verteld van een man die een behekst huis kocht. De eerste nacht maakte hij pannenkoeken. Telkens als hij een pannenkoek de lucht ingooide om de andere kant te bakken, viel een hoopje as en botten uit de schoorsteen in zijn pan. Hij wierp de resten achter zich in een hoek en bakte onverstoord verder. Toen dit enkele keren was voorgevallen keek hij achter zich. Uit de hoop as en botten was een gedaante gerezen die hem voorging naar de kelder. Daar lag een gouden schat en de pannenkoekenbakker mocht er een deel van houden. Moraal: spoken hebben niet altijd het slechtste met je voor.
Zijn de verhalen echt eng? Je krijgt er geen kippenvel van, maar het is de moeite waard omdat het een toer is met atypische vertellingen, waarbij bijzondere, begrafeniszwart geklede heren je door onbekende steegjes van het avondlijke Antwerpen gidsen. Dat de toer door deze stedelijke spelonken voert, is geen toeval. Oprichter Livens: “Ik heb een zwak voor de achterafstraatjes, de verborgen kleine gangskes. Er zijn er nog maar enkelen over, waarvan de meesten niet publiek toegankelijk zijn. Het 'Paardenpoortje' is zo’n onbekende parel. Het ligt op het Zuid en we passeren er tijdens onze vertelwandeling Zuidermysteries. Onze tochten zijn in de eerste plaats ontspanning, maar we smokkelen er heel wat achtergrondinformatie over de stad en haar geschiedenis in. Belangrijk vind ik dat de mensen verwonderd zijn en hun verbeelding gebruiken, op een andere manier naar de stad kijken en ondervinden dat het ook spannend kan zijn zonder multimediashow; je hebt alleen een sterk verhaal nodig. Terug naar de tijd van het kampvuur, waar het draaide om de kracht van het verhaal. Het vertellen van verhalen is een soort virus, eens je erdoor gebeten bent laat het je niet meer los. Als ik ergens iets bijzonders lees of een opschrift op een steen zie, wil ik altijd zoeken of er een boeiend verhaal achter schuilgaat.”
De toer eindigt op de Grote Markt. Waar nu het beeld van Brabo staat, werden vroeger heksen verbrand. Vandaag wemelt het van zaterdagavondgeluid. De stad steekt in opperbest humeur en maakt zich op voor een avond vol bruisend nachtleven. Geen spook die daar een stokje voor steekt.
Iedere zaterdagavond is er een Antwerpse Spookwandeling. Voor €10,- p.p. kun je het meemaken, wel reserveren. Zie www.ghostwalk.be