Shamrock 'n' roll

01/11/2004

Soms gebeurt het dat een boodschap op een pamflet de aandacht van twee bobo's, die rondslenteren op hun Alma Mater, weet op te wekken. Ons gesprek, waarvan we vanzelfsprekend zelf het onderwerp waren, stokte. Onze blik verloor even zijn verveling. Een groene affiche waarop dreigend de komst van iets nieuws wordt aangekondigd, siert de gangen van de Universiteit sedert enkele weken. Celtica is coming our way! Omdat we een open deur zouden intrappen als we deze reeks zouden beginnen met een van de gevestigde waarden, en omdat we nu eenmaal open deuren niet wensen in te trappen, leek het ons interessant om eens een kijkje te gaan nemen bij deze nieuwe Celtica-heren.

Wie, meneer?

Celtica is een nieuwe club die ontsproten is aan het brein van Michael Koekhofs, beter bekend als de man achter de bar van het befaamde Agora-café op de stadscampus. Het doelpubliek zijn studenten met een interesse voor of achtergrond in de Angelsaksische oorden. Zij verenigen zich voortaan onder de klaver, distel en harp, en bedwelmen zich met hun eigen ambrozijn, de Guinness (inderdaad, dat zwart goedje dat u verdomd snel doet geloven dat u het centrum van de wereld bent).

 

Lied

Het clublied van deze nieuwelingen in het studentenlandschap is een creatie van Michael (praeses) en Gert Melis (cantor). The band of brothers werd geschreven op een blauwe maandag met de nodige dosis alcohol (hoeveel eeuwige vriendschappen hebben we al niet gesloten dronken tegen elkaar geleund aan de cantustafel, dus die titel zit al goed). Gert verzekerde ons dat de tekst er erg snel opstond. Als melodie gebruikten de Angelsaksische eminenties When Johnny comes marching home, gekozen om aan te sluiten bij de Ierse, Schotse, Amerikaanse en sympathiserende studenten, die ze beogen als leden.

 

Maiden Trip

De Grote Cantus van de Wikings was het toneel waarop we voor de eerste keer massaal werden vergast op het lied dat in minder dan geen tijd de harten van menig Guinness-liefhebber sneller zal doen slaan. Het aanwezige studentenkorps kon dit zeker pruimen. De bekende melodie miste zeker haar uitwerking niet. Het ritmisch mee-geknokel op de tafels en het meezingen van de ‘hurray hurray' mag daar zeker een duidelijk bewijs van zijn. Nog meer indruk zou de club gemaakt hebben als de tekst niet door het handjevol praesidiumleden moest worden afgelezen. Maar een begin is een begin. Het moge duidelijk zijn dat Celtica hier een nieuw clublied gelanceerd heeft.

 

Gewikt en gewogen

Een kleine analyse van de verzen lijkt hier wel op zijn plaats. En ik zeg niet voor niets ‘een kleine'. Allereerst dient gezegd dat het luchtige en summiere lied op een nuchtere maag tot stand gekomen is. Uiteraard, hoor ik jullie nu mopperen, zoals menig studentenchanson. Ik wil er dan ook op wijzen dat een vleugje ironie de hoofdrol opeist in deze geprevelde zinsconstructie.

 

Celtica moet dan misschien een bergengte prijsgeven op historisch vlak, maar haar smetteloze inhoud met bijhorende ornamenten is duidelijk met geen soutane afgedekt. Bij het brullen van hun strijdkreet ontsproot een atavistische angst, hoor ik Johan nog luidop denken. Een werk met canonieke aspiraties dat geen jaren nodig zal hebben om vorm en gestalte te krijgen, in een metriek die oorstrelend en mythisch klinkt. Nu overdrijven we misschien wat en laten we ons onderdrukken door de krachten van de marketingstrategie. Maar zoals het een goed lied betaamt, blijft de melodie weergaloos nagalmen op eenieders melodisch geheugenkaartje en overstijgt het de betere novene aan de maagd Maria opgedragen. Elke vergrijsde jongeling raakte al eerder in vervoering door studentenliederen. Dit lied echter achten wij van een ander kaliber. Geprikkeld door het overvloedige studentenambrozijn raak je verlicht als een oceaanstomer in een australe nacht. Naar onze mening zal men in de toekomst rekening moeten houden met Celtica. Met hun wat homerische gestalte zullen andere kringen aan discipelen moeten inboeten. Ze hebben ons al leuk weten te bejegenen en al werpen ze zich met enige indolentie het studentenleven in, hun contouren staan er, we kijken alvast uit naar de invulling van deze vernieuwende kring.

 

Band of Brothers

 

When we leave our house and go about
Hurray Hurray
We’re always there with celtic pride
Hurray Hurray
We’re Uncle Sam and Paddy Boy
Saint Patrick’s bell will peal with joy
And you’ll all feel gay, when Celtica is coming your way

 

For all the girls who wear a string
Hurray Hurray
For all the horny lads we sing
Hurray Hurray
We like the tits and the arse we rub
Our habitat that is the pub
And you’ll all feel gay, when Celtica is coming your way

 

When Celtica is there again
Hurray Hurray
We’ll drink Guinness and laugh again
Hurray Hurray
The throat is sour, the liver dry
The band of brothers will never die
And you’ll all feel gay, when Celtica is coming your way