Op donderdag 30 maart kwam de Franse rockpriester ‘Père Gilbert’ naar de Universiteit Antwerpen voor een lezing. Bij het krieken van de volgende dag vuurden we enkele verfrissende vragen op hem af, wat een gesprek opleverde over seks, imago, eerzucht en dromen. Of hoe God toch nog stiekem aanwezig is in de straten.
Wat was uw kinderdroom?
Père Gilbert Mijn kinderdroom? Ik wilde priester worden. Op mijn elfde wilde ik het al. En nu – wanneer ik 71 jaar ben – is het nog steeds mijn droom. Ik weet niet waar die droom vandaan komt maar het is een verlangen dat spontaan in je opkomt, het is iets dat je wilt bereiken. Ik zie mijn droom verwezenlijkt nu. Ik had nachtmerries over het priesterschap, maar voor mij is het iets heel moois, iets van een hogere macht. Het hoogste dat je kunt bereiken in het leven is het verwezenlijken van je droom.
De dag van vandaag helpt u probleemjongeren in de buitenwijken van Parijs. U doet dit in Gods naam, maar hoe zien de jongeren dat? Gaat het voor hen niet meer om ethiek in plaats van religie?
Gilbert Voor de jongeren betekent God minder en minder, maar enkele jongeren waarmee ik leef zeggen me dat ze gelovig zijn. De anderen niet. Ik merk dat het maar heel zelden voorkomt dat jongeren in God geloven. Het interesseert hen gewoonweg niet.
Denkt u dat Europese jongeren een zekere angst hebben om toe te geven dat ze geloven?
Gilbert Nee, ze hebben geen schrik. Ze zijn onverschillig. Misschien loopt God wel naast hen, maar de jongeren zijn er de dag van vandaag ongevoelig voor. Het leeft niet onder hen.
Wat betekent hoop voor u?
Gilbert Hoop houdt voor mij in dat mensen een liefde kennen, een huis of een appartement hebben, van vrije tijd kunnen genieten en dat ze een doel hebben waarvoor ze leven. Dat is iets anders dan louter geld verdienen en zo veel mogelijk dingen bezitten. Het is belangrijk dat mensen een droom hebben. Hoop is dromen en die dromen proberen op te bouwen, proberen te vinden in het leven. Zelf had ik de wens om priester te worden. Ik heb daarvoor vijftien jaar gestudeerd, hoewel ik in feite die studies op zich niet wou doen. Een droom vergt dus zware inspanningen en een sterk doorzettingsvermogen. Het is niet gemakkelijk hem te realiseren.
Is het niet frustrerend voor u dat u de situatie in de banlieues van Parijs ziet escaleren na de beslissing van Villepin? Na al het werk dat u erin hebt gestoken?
Gilbert Je hebt de werkweigeringen omdat Villepin en zijn medewerkers niet gecommuniceerd hebben met de mensen. De minister heeft wel iets positiefs willen doen, er moet meer werkgelegenheid zijn voor jonge mensen. Maar er is niet gepraat met de jongeren, ze hebben het hen gewoonweg opgelegd. Het frustrerende is dat politici er zijn voor het welzijn van de mensen, maar dat ze beslissingen uitvoeren tegen het welzijn van de mensen. Dat is de paradox in de politiek. Ik geloof dat de minister op dit moment volledig verloren is want hij krabbelt terug, hij gaat door de knieën terwijl een politicus zich nooit gewonnen mag geven. Het is zijn mislukking, van Villepin persoonlijk. Wat tezelfdertijd frustrerend is, is dat de universiteiten de jongeren laten vallen en hen hun toekomstig diploma bij wijze van spreke dreigen af te nemen. De studenten in Frankrijk trekken hiertegen ten strijde. Natuurlijk trekken de jongeren in de banlieues er zich niets van aan en maken zij misbruik van de manifestaties om keet te schoppen en zaken te stelen.
Is er niet een groot gebrek aan wederzijds begrip?
Gilbert Kijk naar de spanningen tussen Vlamingen en Walen. Jullie zijn een land van verschillende talen. Wallonië heeft Vlaanderen lange tijd gediend en nu laten de Vlamingen Wallonië vallen. Op het eerste zicht lijkt dit voor mij een catastrofe. Jullie bevinden zich in het hart van Europa en als jullie de scheiding voltrekken zullen vijfentwintig landen er op staan kijken. België is maar een klein landje.
Kan een universiteit met een katholiek verleden weigeren om condoomautomaten te plaatsen?
Gilbert Weigeren om condoomautomaten te installeren op plaatsen waar jongeren, die zin hebben om de liefde te bedrijven komen, is een stommiteit. De directeurs van de universiteiten moeten artsen van het hart en het lichaam zijn. Het lijkt me vanzelfsprekend dat er geen automaten in kerken staan, maar weigeren om ze te plaatsen omdat men een katholieke universiteit zou zijn, dat vind ik niet goed. Ikzelf heb altijd condooms bij me om aan jongeren te geven. Ik zou het niet op mijn geweten willen hebben iemand te zien sterven, omdat hij of zij zonder condoom had gevreeën.
Denkt u dat uw imago – u ziet er allerminst uit als een ordinaire priester – u helpt bij het aantrekken van jongeren?
Gilbert Neen. Met de smoel die ik heb, nu op mijn éénenzeventig jaar, heb ik echt geen imago om jongeren aan te trekken. De look van vandaag is helemaal niet de mijne. Ik snap niets van die stijl. Je m'en fous, voilà. Je kleedt je zoals je wilt. Nee, ik kleed me dus niet zo om jongeren aan te trekken. Deze stijl heb ik me aangemeten toen ik het priesterambt nog maar net bekleedde, op mijn vijfendertigste. De jongeren uit de banlieues destijds hadden deze look. Die heb ik dus overgenomen. Eerst bij wijze van grap, maar daarna is deze stijl me eigen geworden. Ik heb een look, ik heb een naam en ik ben priester. Ik ben er gewoon voor de jongeren. Het er gaat niet om jongeren aan te trekken, maar om bij hen te zijn.
Om dichter bij de toenmalige jeugd te staan heb ik me deze stijl aangemeten – een stijl van geweld en weigering. Ik heb deze look overgenomen, en hem gehouden. Zo simpel is het. Ik ben er niet van afgestapt achteraf omdat ik dat niet nodig vond. Soms bekijken mensen me wel verwijtend, maar zo zien ze me. Als ik van vandaag op morgen zou veranderen dan zouden de mensen zich ook vragen gaan stellen. Ik voel gewoon nooit de behoefte om te veranderen. Ik ben zo en ik blijf zo. Ik voel me hier goed in. Trouwens, daarenboven herkennen de mensen me beter op deze manier. Overal – zeker hier in België – herkennen mensen me, ongelooflijk. Overal! Mensen begroeten me op straat. Dat is een teken van herkenning. Een teken van erkenning van mijn strijd. Dat is waar. Dat is natuurlijk wel interessant. Maar ik heb geen zin om beroemd te worden. Bekend zijn is enkel goed omdat het me in relatie brengt met de mensen op een heel interessante manier. In België komen mensen heel spontaan op me af, jongeren en oudere mensen. In het station van Antwerpen groeten jongeren me spontaan. Dat is toch fantastisch.
Wat interessant is aan België, is dat mensen van verschillende religies me begroeten. Dit gebeurt ook in Frankrijk, maar toch meer in België. Het is interessant dat wanneer iemand naar een klein dorpje gaat, of een grote stad, in België, die persoon herkend wordt als wie hij is en wat hij doet, als wat zijn dromen zijn. België is een beetje zoals mijn wijk, waar de mensen me herkennen. Ik voel me in België zoals ik me in mijn wijk voel.