Het is zover. Aan de einder glooit de ochtendzon. Zonsopgangen zijn mooier en fatalistischer dan avondrood. Ze nemen alle twijfel weg. De twee op alles en niets verliefde bobo’s die reeds een jaar lang in jullie dienst staan, pinken een traantje weg terwijl in de achtergrond een ruw gerommel de kop opsteekt, als stonden ze op het strand terwijl de zee wegtrekt om nooit meer terug te komen. Terwijl we de orchidee in ons knoopsgat terug recht steken, glimlachen we om onze eigen hulpeloze aanblik. Plotseling voelen we om onze schouder een zware arm die een brute verfijning uitstraalt. We staan tussen de Wikings.
Wie, meneer?
De Wikings is de studentenclub van de faculteit TEW van onze Alma Mater. Pieter Brabants heeft zijn praeses-zwanenzang gezongen, en het roer van de wilde snek wordt nu overgenomen door Koen De Weert. Een jaar lang wist deze verfijnde Wiking zijn leger te ordenen en op tijd in slagorde te brengen. De strijd was niet tegen de Hunnen of andere hellewezens, maar tegen de verveling, de vijand die al veel slachtoffers heeft gemaakt in het huidig studentenleven. En hij heeft gewonnen. De veldslag welteverstaan, niet de oorlog. Enkele jaren geleden werden hun gelederen aangelengd door de NSK-ers, die op de buitenstadscampussen voor de eenmaking van de faculteit de economiestudenten het leven leerden kennen.
Het Lied
Het lied dat deze rood-wit-rood gelinte heren en dames vertegenwoordigt, is zonder twijfel een van de meest gekende en meegezongene op de Stadscampus. Het staat in het teken van de vrijheid waarnaar steeds gezocht wordt. Ja, kerels, we horen het, die heldenzang. Zelfs de indrukwekkende “Hoiho, Hoiho!” die op cantussen onze kelen zo schor maakt en de zaal omtovert in een helse storm, kon nergens beter op zijn plaats staan als hier. Zo moeten inderdaad de echte vikings geklonken hebben, na een vermoeiende dag moorden, drinken, verkrachten en schransen. Mooi toch, die lofzang aan het adres van de vrijheid.
De Vrijheid
Dat de Wikings erin slagen om goede feestjes te organiseren, welja, dat weten we nu allemaal zo ondertussen wel. En dat ze in hun groot-zijn toch de intimiteit van een kleine club weten te behouden, ook dat zal wel voor niemand meer een verrassing zijn. Maar dat ze op zo’n manier, onbewust, een plaatsje in ons dagelijks studentenleven hebben weten in te palmen, daar staan ook wij, die ons principieel aan niets of niemand hechten, verdomd van te kijken. Leve de Wikings. We steken nu van wal om de vrijheid te vieren. Wikingers, voer eeuwig als kindren der zee, door stormen en strijd jullie vrijheid steeds mee!
Wikings -lied |
---|
Hoort, kerels, hoort den heldenzang! Waar wild in bruist den heldenzang, Waar dreun in leeft van zeegeweld en oernatuur door tonen zwelt Hoiho, Hoiho! Wij Wikingers, voeren als kindren der zee, Door stormen en strijd onze vrijheid steeds mee! Een frisse stroom, door zee gevoed, doorvloeit het hart en stuwt het bloed. Een felle stuwing gaat door borst En striemt en zweept den vrijheidsdorst. Van ‘t noordzeestrand klinkt heldenzang Die geest doortrekt met vrijheidsdrang. Uit ‘t noorden waait een wilde wind, Die zeedrift in het hart ontbindt. |