Punkers zijn passé

Jongerencultuur anno 2007
17/02/2007
🖋: 

Vooraf krijg ik een waarschuwing: “Je kan alleen maar praten in veralgemeningen. Iedere jongere is uniek.” De moed zinkt me in de schoenen. In dit interview hoopte ik immers alles te weten te komen over de huidige generatie jongeren. Je weet wel, de eind-tieners en begin-twintigers die verslingerd zijn aan hun iPod of gsm, die er lustig op los googelen of msn’en en ondertussen ook nog eens op Erasmus trekken.

Of dat beeld correct is? Ik vraag het aan Tom Palmaerts, expert inzake jongerencultuur en in de inleiding reeds uitstekend verwoordend waarom dit zo’n delicaat onderwerp is. Als medewerker van de vzw Ladda verricht Palmaerts leefwereldonderzoek (lees: wroet hij in de persoonlijke sfeer van de jonge Vlaming). Ladda organiseert overigens ook workshops, projecten en lezingen hieromtrent. Kortom: de uitgelezen kandidaat om ons een en ander bij te brengen over wat jongeren dezer dagen typeert, zit voor me. Voor m'n eerste vraag word ik echter al professioneel afgeblokt.

 

Tom Palmaerts Eigenlijk bestaat er niet meer zoiets als een jongerencultuur.

 

Bedankt voor het interview…

Palmaerts (lacht) Als je nu spreekt over jongerencultuur, dan denken veel mensen vaak dat het nog gaat om punkers of hippies. Nee, de huidige generatie jongeren is net enorm moeilijk nog in een hokje als punker of hippie te stoppen. Dat hebben veel mensen nog steeds niet door. De échte jongerencultuur, voornamelijk ontstaan als verzetscultuur, leefde grofweg van de jaren ’50 tot de jaren ’70. Vanaf dan raakte heel dat aspect van verzet wat in verval. Het leek er langzaam uit te gaan.

 

Waarom raakte de notie van jongerencultuur als verzetscultuur in verval?

Palmaerts Dat hangt sterk samen met de commercialisering ervan. Neem nu de jaren ’50, ’60 of zelfs nog ’70: dat waren jongeren die zich afzetten tegen hun ouders. Dat was vrijwel ongekend, want voor de Tweede Wereldoorlog was daar geen sprake van. Tegen de jaren ’80 was die behoefte om te ageren tegen het ouderlijke gezag – tegen het gezag an sich – er klaarblijkelijk uit. Neem nu de opkomst van de punk met een groep als de Sex Pistols: die mannen predikten anarchie en hadden een do-it-yourself-attitude (diy), of zo leek het toch. Maar eigenlijk was dat ook maar puur een marketingproduct waar iemand als modeontwerpster Vivienne Westwood munt uit sloeg. Blaadjes gingen artikels publiceren van het genre: “10 tips om een punker te worden”. Ja hoor, toen gingen al die jongeren er als een punker bijlopen, zonder de diy-attitude of ook maar een notie van heel dat verzetsconcept. En dan stopt het daar zo’n beetje. De generaties erna begonnen meer en meer instant-plezier centraal te stellen.

 

Moet deze generatie zich aangesproken voelen?

Palmaerts Een mei '68-er kan nu alleen maar nostalgisch terugblikken naar de tijd dat jongeren nog op de barricaden stonden. Wat stelt uiteindelijk een betoging van pakweg de andersglobalisten nu nog voor? Je ziet eerst de vakbonden met hun vlaggen. Dan sjokt er nog wat jonger volk achter een bestelwagentje met een dj, zo nu en dan dansen ze. Jongeren hebben simpelweg geen verzetscultuur meer.

 

Is enige vorm van verzet dan voorgoed van de baan?

Palmaerts Misschien wordt verzet nu wel anders ingevuld. Het echte barricadenwerk lijkt niet meer aan de orde te zijn, maar met bijvoorbeeld street art of dans uiten jongeren zich op andere manier. In het Gentse is er bijvoorbeeld een blokfluitcollectief actief: hun eerste regel om lid te worden, is dat je geen blokfluit kan spelen. Dat collectief brengt dan een cd uit in eigen beheer. Gewoon door dat te doen, creëren ze al een vorm van verzet: tegen de muziekindustrie, tegen de norm. Ze bakenen hun eigen ruimte af waarin ze zelf ongestoord hun ding kunnen doen.

 

Een blokfluitcollectief... de vergelijking met de mei ’68-ers ontgaat me.

Palmaerts En toch. Weet je, over jongerencultuur anno 2007 spreken is enorm moeilijk. Het gaat erg breed: van de muziek die ze graag horen tot de kleur van hun veters of het type iPod dat ze hebben. Je kan er haast niet over praten zonder je te verliezen in ontelbare nuances. Vroeger was het allemaal wat duidelijker opgedeeld, nu moet je haast een volleerde statisticus zijn die alles in percentages kan vatten. Er zijn tegenwoordig zodanig veel verschillen tussen jongeren dat je er amper aan kan beginnen.

 

Toch doet Ladda een poging.

Palmaerts Het is niet simpel, dat geef ik grif toe. In de eerste plaats kan je je de vraag stellen: wie behoort tot de categorie 'jongeren'? Iemand die op zijn achttiende stopt met studeren en ergens een goede baan vindt, nog wat later kinderen krijgt, een huis koopt en trouwt, is dat nog een jongere? Er is een groot verschil met zijn leeftijdsgenoot die de universiteit doorloopt, doctoreert, nog eens postdoctoraat erbij neemt, wat ontwikkelingswerk verricht en dan maar eens gaat zoeken naar een lief. Met Ladda vertrekken we vanuit de invalshoek van fenomen of tendenzen. We gaan jongerencultuur niet meer beschouwen als: dat groepje, met dat kapsel en die kleren. Dat is een subcultuur. Nee, we gaan kijken naar de “mixed-sample”-cultuur. Het overgrote deel van de jongeren gaat zich niet meer verstoppen in een bepaald hokje, zoals bijvoorbeeld dat van de hippies. Ze gaan elementen overnemen uit verschillende culturen. Om even een eenvoudig voorbeeld te geven, kijk naar de kledij: schoenen uit de skatescène, een breed hiphopshirt en nog een modebewust petje erbij. Dat is een hutsekluts van subculturen die tot een eigen stijl wordt gemaakt. Zoiets kwam je vroeger niet zo vaak tegen, of toch niet zo vaak als nu. Als mensen al specifiek tot een bepaalde subcultuur zoals gothic behoren, dan zal het niet vanuit de overtuiging zijn dat het voor de rest van hun leven is. Het is meer iets van: op dit moment voel ik me ergens goed bij. En als dat gevoel wat weggeëbd is, dan kunnen jongeren weer moeiteloos naar iets anders springen.

 

Ladda heeft ook net een boek uitgebracht dat handelt over jongerencultuur in Vlaanderen.

Palmaerts In het boek komen verschillende auteurs aan bod die op zoek gaan naar hoe het begrip ‘subcultuur’ ingevuld kan worden. Dat gebeurt vanuit diverse standpunten, wat vernieuwende inzichten oplevert. Een goed voorbeeld is het onderzoek van dr. Sian Lincoln: zij heeft zich verdiept in slaapkamercultuur. Ze geeft de slaapkamer een plaats in de manier waarop jongeren aan cultuur doen. Dan heb je ook iemand als dr. Maerten Prins, die de verschillende aspecten van het stijlsurfen uit de doeken doet – om er maar even twee te vermelden. Voor alle duidelijkheid: we claimen echter niet de definitie van subcultuur te kennen en hopen door het boek een aanleiding te geven tot verdere discussie.

 

Slotsom: jongeren pinnen zich minder vast op bepaalde culturele uitingen en gaan hun invloeden van overal halen. Jongerencultuur wordt een mixed-sample cultuur.

Palmaerts Laat het me zo stellen: er zijn minder jongeren die intensief in een bepaalde subcultuur zitten. Soms spreekt men in die context wel eens van “after subculture” of “beyond subculture”. Als subculturen al verdwenen zijn, dan is het misschien beter te stellen dat ze vervangen zijn door een “scène”. Dat is een wat breder concept: geen homogene groep meer zoals een subcultuur wel claimt te zijn. Een voorbeeldje: Studio Brussel verandert van logo. Onmiddellijk vormt zich daar een scène rond. Leeftijd, onderwijsniveau, geslacht, dat maakt allemaal niet uit. Het gaat om een waarlijk grensoverschrijdende beweging die niet vast zit in bepaalde patronen. Dat betekent: geen hanenkam meer als stijlkenmerk. Het zijn groepen jongeren die elkaar vinden naar een gemeenschappelijke interesse en aan cultuur gaan doen. Ze gaan bijvoorbeeld een internetdagboek – een weblog – opzetten waar ieder zijn wederwaardigheden kan bijhouden. Of als die jongeren gebonden zijn door een obscure muzieksmaak, kunnen ze eens een groep uit het genre laten overvliegen uit San Francisco. Of we het nu over subculturen, mixculturen, after-subculture of beyond-subculture hebben, uiteindelijk gaat het over een reëel of virtueel netwerk van jongeren die in groep aan cultuur doen. Subculturen bestaan dus nog steeds, maar hebben simpelweg een andere invulling gekregen.