Mon Espagnole,
Graag laat ik deze brief wit voor zich uitstaren. Welke ervaring je ook navertelt, ze vervalt gauw in een Erasmus-cliché dat onderdoet voor de werkelijkheid. Dat holle vooroordeel van het studieloos semester in het buitenland mocht wél opgaan. Sfeerstillende haakjes onthullen echter dat (ik dit schrijf tijdens een leerpauze en met een deun “Non non rien n’a changé” in de keel). Misschien hebben die kilometers zuidwaarts inderdaad niet veel veranderd. Net als in België zegt men hier “salut” en “ça va?” en de Fransen hebben ook een radiozender Nos-tal-giieee. Maar, ik kan anoniem mezelf zijn en word daar gek genoeg een beetje anders van. Dat mezelf verdronk eerst in de honderden Erasmus-feestjes en de 101 bijbehorende vragen over nationaliteit, blond-zijn en relatiestaat. Na die woelige weken krijgen de dagen stilaan een veilige, vaste rand. Een vriendenclan is gevormd, alsook een toptien van café’s en tradities. Zo spreken we telkens af aan “la cathédrale, 21h” om daarna volgens onze slogan “on verra ce qu’on fera” door steeg en kroeg te dwalen. Meestal strandt zo’n tocht bij een Italiaan wiens nationale trots - espresso - ons die sprankel kracht geeft om naar huis te sjokken. Oh Lisa, wat houd ik ervan het woord “houden” als een zoen vast te kleven aan Strasbourg. Mijn kleine stad die zo groots doet dromen. “Houd” me nog even vast, toe. Gun me de tijd om pastaslierten Italiaans elegant over die vork te zwieren, mijn wankele Frans een schouder te geven en ieder duidelijk te maken dat in België nog ander gespuis rondloopt dan pedofielen en racisten. Wij bijvoorbeeld, binnenkort. Wat zullen we voelen als die eerste friet onze tong betast? Wanen we ons dan plots weer een jufra? Zeg me, Lisa. Slik je een zeemzoete herinnering even snel in als een zoute friet?
Zoen,
Kirsten
Liefste jufra in weldra wederwording,
Er bestaat geen twijfel over. Deze ervaring wordt géén snelle hap. Erasmus blijft ons lief! Ook al volgden de kennismakingsperiode en de dolle verliefdheidsfase elkaar in sneltempo op, de liefde zal van lange duur zijn. Dat vertellen mijn foto-, dag- en andere boeken me nu al. Maar ie oo aa. Voor ik bij Mijnheer Heimwee aankloppen ga, met m’n trekzak vol herinneringen, verzamel ik nog twee maandjes lustig blinkende belevenissen. Je portefeuille kwijtspelen op een brave zondagavond, na cappuccino en gebak op verplaatsing. Met je Japanse kotgenoot (Toooschi! Ayudame porfa!) in allerijl naar het politiebureau rennen om de hoek. Dacht je, want een lollig A4-tje vertelt ons dat de begeerde plek zich sinds een week aan het andere eind van de stad bevindt. Zo doen we toch nog aan sport, lachen we eerst, daarna hijgen we het voor ons uit. En als het in een latere fase van onze marathon ook nog eens begint te druppelen, durven we de gedachte dat God zijn welverdiende gieter bovenhaalt niet in ons hoofd laten rondtollen. Je moest maar eens aan het studeren slaan en al dat uithuizig wezen laten voor wat het is! Maar na een mopje met de droge politie-inspecteur ("Woonplaats?" - "Planeet Pluto") krullen onze mondhoeken weer blij omhoog. Kirsten, ik wou dat er zoiets bestond als reizen zonder terugkeren. Ik zou meteen een lidkaart aanschaffen en kilometers als hartslagen opslokken. Het lijkt wel of verticale afstanden voor mij horizontaal gelden. Hoe verder van huis, hoe wilder ik vleugel. Droom. Maar om harde klappen te vermijden, moeten we misschien toch al aan landen denken. Dat beseften we op kot ook, toen we na de laatste scène van L’Auberge Espagnol wat bleekjes voor ons uitstaarden. Wil je binnen twee maanden samen met mij landen? We doen het in het dichtstbijzijnde frietkot. Met stoofvleessaus, mayonaise én vorkje. Anders wordt het een prakje. Laten we onszelf bij elke hap beloven deze momenten te koesteren, ook al vervagen herinneringen met graagte. Laten we ook meteen een route uitstippelen om die typisch Belgische kantjes te herontdekken. Mis jij Sinterklaas ook zo?
Ik laat je. Ga met Erasmus naar de film! Besito.
Lisa