Dat onze arbeidsmarkt aan veranderingen onderhevig is, werd elders in dit nummer al uitvoerig besproken. Eén van de opmerkelijkste verschijnselen van de laatste tien jaar is de steile opgang van interimcontracten. Momenteel is interimarbeid echter nog enigszins wettelijk gelimiteerd. De wetgever omschrijft drie motieven die het gebruik van interimmers door een werkgever kunnen rechtvaardigen. FEDERGON (de federatie van interimkantoren) zou daar echter graag een vierde motief aan willen toevoegen, namelijk de instroom van werknemers op de arbeidsmarkt. Als bedrijven mensen vast willen aannemen, kunnen ze hen dus eerst gedurende een periode 'testen' onder onzekere interimcontracten. Een uitgelezen kans voor socialisten en liberalen om na zeven jaar Paars nog eens de messen te slijpen. Zijn de sossen voor minder jobs en de blauwen voor slechtere arbeidsvoorwaarden? Of is de ene voor recht op deftig werk en de andere voor meer banen? Aan u de keuze …
Pro
Door een studie te maken van de praktijk kunnen we vaststellen dat uitzendwerk in de lift zit, maar dat het nog aan te veel overbodige juridische beperkingen onderworpen is. Niet alleen zijn er slechts drie afgebakende situaties waarin uitzendarbeid toegelaten wordt (ter vervanging van een vaste werknemer, ter invulling van een vermeerdering van werk en ter uitvoering van uitzonderlijke werken), bovendien verbiedt de wetgeving uitzendarbeid in onder andere de openbare sector, de verhuissector en de binnenscheepvaart en zijn er nog diverse sectoren die lijden onder andere beperkingen op uitzendarbeid. Het is duidelijk dat deze maatregelen niet meer passen in een geëvolueerde arbeidsmarkt die snakt naar meer flexibiliteit en meer vrijheid. In de praktijk worden deze 3 beperkingsituaties al heel ruim geïnterpreteerd om de beperkende werking ervan te omzeilen. Zowel werkgever als werknemer blijken dus in te spelen op de grotere vrijheid op de arbeidsmarkt. Het voorstel van FEDERGON voor een uitbreiding van het toepassingsgebied van uitzendarbeid is in die zin niet meer dan een bevestiging van de huidige praktische werking. Een verruiming van het toepassingsgebied van uitzendwerk is ook in het belang van vaste indienstneming. Vaak dient uitzendwerk immers als springplank naar vast werk, een fenomeen waar zowel vakbonden als werkgevers zich in zouden moeten vinden. Ten slotte speelt een uitbreiding van interimwerk ook in de kaart van de werkgever. Hij kan immers vlot gebruik maken van een flexibele arbeidsmarkt en hij kan zijn werknemend personeel invullen naargelang de concrete werksituaties, wat hem een economisch efficiënter klimaat zal opleveren. Het Liberaal Vlaams StudentenVerbond (LVSV) Antwerpen is, gezien deze opgesomde voordelen, dan ook een uitgesproken voorstander van de voorgestelde verruiming van interimwerk.
Nicolas Engelmann,
voorzitter LVSV Antwerpen
Contra
Interimkantoren willen gans de arbeidsmarkt domineren en vragen daarom met “het vierde motief” om ook de rol van de VDAB over te nemen en dus een nog grotere rol te spelen bij de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt. Voor de vakbonden volstaan de bestaande motieven ruimschoots en worden deze nu al vaak ten onrechte ingeroepen. De intrede op de arbeidsmarkt mag niet geregeld worden door in de tijd beperkte contracten waarbij de werkgevers steeds meer flexibiliteit opleggen en de werknemers tegen elkaar uitspelen. Er zijn ons inziens reeds voldoende van deze praktijken gangbaar. Kortom, inschakeling door middel van verdere precarisering kan niet! België is nu reeds kampioen in het gebruik van interim- en andere vormen van tijdelijke arbeid. Er moeten nu maar eens grenzen gesteld worden aan deze onzekerheden en de flexibilisering. De vakbonden vragen dat interimkantoren éérst zichzelf responsabiliseren en dit ook aantonen. Met misleidende reclames, stevige getuigenissen van discriminaties en flagrante inbreuken op de bestaande wetgeving overtuigen ze ons niet en blijven een heleboel werkzoekenden in de kou staan. Uiteindelijk willen interimkantoren hun actieterrein enkel verbreden om meer winsten te kunnen maken en ondertussen blijven interimkrachten veel vaker het slachtoffer van arbeidsongevallen of worden hun maaltijdcheques, contract, feestdagen of overuren wel al eens ‘vergeten’. De vakbonden hebben hier weinig of geen vat op en de werkzoekenden zijn er het slachtoffer van. Op je rechten staan in de interimwereld betekent immers dat je je eigen kansen op nieuwe aanbiedingen zienderogen ziet afslanken. Wij hebben eigenlijk maar één boodschap voor de interimsector: eerst de kwaliteit, dan pas de kwantiteit!
Mike De Herdt,
Coördinator ABVV-jongeren