Ma zet uit

Tweejarige Masters voor de humane wetenschappen?
08/03/2008

Vorig jaar gaf minister Vandenbroucke aan de Vlaamse universiteiten de toelating om tweejarige Masters in te richten in zes wetenschappelijke opleidingen - een studieduurverlenging én internationale tendens waar ook de humane wetenschappen al een tijd over nadenken. De plannen krijgen stilaan vorm, maar er blijven enkele knelpunten. Hoog tijd voor een overzicht van de stand van zaken.

Over welke opleidingen het precies gaat, doen verschillende verhalen de ronde. Jef Verschueren, decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, brengt enige duidelijkheid. De besprekingen rond de tweejarige trajecten lopen erg uiteen. Letteren en Wijsbegeerte staat het verst, hoewel er bij Geschiedenis aanvankelijk erg veel weerstand was. Ook die opleiding is uiteindelijk van plan een tweejarig traject in te voeren. Buiten de faculteit Letteren en Wijsbegeerte zijn er gesprekken aan de gang bij TEW, waar voorlopig het eenjarig traject wordt behouden, al kan dat plan snel veranderen, meent Verschueren. Binnen PSW wordt er volop vergaderd en is er nog geen gezamenlijk standpunt van de Vlaamse faculteiten. Volgens sommige UA-professoren is de overgang naar een tweejarige structuur wel "nakend".

 

"De stap zetten” betekent voorlopig slechts dat de faculteit een voorstel mag indienen waarin ze aantoont dat ze de capaciteit heeft om een tweejarige Master te organiseren, al dan niet via samenwerkingsverbanden met andere universiteiten. Informeel is er tussen de Vlaamse faculteiten Letteren en Wijsbegeerte afgesproken om zo’n voorstel eind september 2008 in te dienen. Puur hypothetisch zouden de plannen dan worden beoordeeld door een erkenningscommissie eind 2008, en rond april 2009 zou de regering een beslissing nemen. Concreet betekent dit dat het tweejarig traject ten vroegste wordt ingevoerd in 2010. Vanaf volgend jaar zullen studenten bij hun inschrijving hierover voldoende geïnformeerd worden, zodat ze niet voor verrassingen komen te staan.

 

Zoals vele andere, is het verhaal van de tweejarige Masters er één van pro’s en contra’s. Decaan Verschueren, aan wie we enkele pijnpunten voorleggen, wikt en weegt de argumenten voor de humane wetenschappen.

 

Het hoe en waarom

Een vaak aangehaald argument ten voordele van het tweejarig traject is van financiële aard. Een extra jaar zou extra subsidies betekenen – geld dat de humane wetenschappen goed kunnen gebruiken.

Jef Verschueren Ik moet vaag blijven over de financiering, want er is nog niets vastgelegd. Momenteel wil het ministerie geen extra financiering voorzien, maar intussen zijn er ook signalen dat men er wel rekening mee zal houden. Wat dat concreet betekent, is niet voorspelbaar. Wat we wél weten is dat, als de humane wetenschappen collectief beslissen om niet over te gaan tot een tweejarig traject, ze een extra financiële achterstand oplopen tegenover faculteiten die wel een tweejarige Master-structuur hebben. Daarom alleen al is het noodzakelijk om aan studieduurverlenging te denken. Dat mag natuurlijk niet de enige reden zijn. Voor het financiële probleem moet dringend een andere oplossing gevonden worden, anders krijg je een opbod om toch maar gelijkwaardig mee te kunnen lopen in de geldstroom, zonder dat die verlenging misschien inhoudelijk gemotiveerd is.

Hoewel het ministerie niet onmiddellijk van plan is een hogere financiering te voorzien, gaat die verlenging op termijn wel geld kosten, alleen al qua beurzen voor de studenten. Vandaar ook die capaciteitsstudie: we moeten aantonen dat we de organisatie van tweejarige Masters aankunnen, voordat de regering extra gaat investeren.

 

Kan Letteren en Wijsbegeerte die organisatie wel aan? Het is algemeen geweten dat opleidingen als Geschiedenis en Wijsbegeerte zuinig omkaderd zijn.

Verschueren In de meeste gevallen is dat niet zo’n onmiddellijk probleem. Met het eenjarig Masterprogramma is er zo weinig ruimte voor een vakkenpakket dat de beschikbare expertise niet optimaal benut kan worden. Anders heb je te veel keuzes voor te weinig studenten. Er zijn natuurlijk onderomkaderde richtingen die de mogelijkheid zullen moeten benutten om vakken slechts tweejaarlijks aan te bieden. Daardoor verdubbel je de capaciteit zonder dat de studenten iets verliezen.

 

Buiten het lesgeven komen er toch allerlei andere dingen bij kijken – administratief werk, evaluaties, etc. Is de invoering wel haalbaar zonder extra subsidies?

Verschueren Een personeelsprobleem hebben we inderdaad. Hoe zwaar daaraan getild moet worden, is een andere vraag. Het programma van Taal- en Letterkunde is heel ruim, dat van Geschiedenis dan weer heel sober – daar kan men absoluut niet aan raken. Verder hebben we een assistentenprobleem, maar die nood gaat niet veel groter worden door de verlenging van de trajecten. Het aantal studenten en het aantal cursussen dat aangeboden wordt, zal immers niet noodzakelijk verhogen per jaar. Dat effect zal je enkel heel even hebben in de overgangsfase en dan nog minimaal, want aan het einde van het traject zit je niet meer met grote groepen. De proportionele verhoging van het studentenaantal is dus zeker geen struikelblok.

 

We hadden het net over het financiële voordeel dat meespeelt in de beslissing. Is die overgang naar een tweejarig traject ook inhoudelijk gemotiveerd?

Verschueren Jazeker, dat vierjarig traject met slechts één Masterjaar is een fundamenteel probleem dat we vóór het van start gaan van de actuele structuur al hebben aangekaart, maar Vanderpoorten had er toen geen oren naar en Vandenbroucke is er ook lang doof voor gebleven. Uiteindelijk zal het toch niet anders gaan, want het heeft geen enkele zin om een vierjarige structuur te behouden die een brede opleiding beoogt in de driejarige Bachelor en meer verdieping in een specifiek georiënteerde Master. Die specialisatie kan je niet in één jaar realiseren. De student moet zich immers eerst kunnen oriënteren in een bepaald vakgebied, zijn thesis afwerken, en dan moeten er ook nog mogelijkheden voor internationalisering opengehouden worden – dat allemaal tesamen kan gewoon niet.

 

Het opstarten van die actuele Masterstructuur is een voorbeeld van mismanagement. Ik heb er geen ander woord voor.

 

Is het maatschappelijk verantwoord om studenten humane wetenschappen nog een jaar hetzelfde te laten studeren als zij de kans lopen op werkloosheid?

Verschueren Dat is een belangrijke vraagstelling die in de besprekingen voortdurend meespeelt. In principe kan je afstuderen na drie jaar, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling en het zou ook niet goed zijn als dat te vaak gebeurt. Dan krijg je een tweesporentraject waarbij je met dezelfde maatschappelijke problematiek geconfronteerd wordt, namelijk dat minder gegoede studenten niet kunnen doorstoten. Wat de doorslag gegeven heeft in de besprekingen is de inhoudelijke kwestie van de doenbaarheid van een traject dat voldoende wetenschappelijk verdiepend is en op een zodanige manier dat je studenten kan afleveren die op een ruimer internationaal niveau in competitie kunnen treden met anderen. Dat is dus óók een heel belangrijke maatschappelijke overweging. Hoe je die problematiek ook draait of keert, een stavend antwoord krijg je nooit. Ik kan niet ontkennen dat er een probleem is, studeren kost geld en men moet voldoende ondersteuning voorzien voor studenten uit armere milieus. Maar goed, naar mijn aanvoelen staan ze nu ook al in de kou, dus die problematiek is veel ruimer en wordt niet noodzakelijk erger door een extra jaar.

 

De Vlaamse universiteiten willen geen minderwaardige diploma’s afleveren. Toch zal dat onvermijdelijk gebeuren in België: je krijgt een generatie afgestudeerden die slechts een eenjarig traject hebben gevolgd.

Verschueren Vandaar dat het opstarten van die actuele Master-structuur een voorbeeld is van mismanagement. Ik heb er geen ander woord voor. Er zullen wel overgangsmaatregelen bedacht worden zodat studenten die begonnen zijn aan een eenjarig traject toch in een tweejarig kunnen stappen, maar je blijft door de tijdspanne met een tussengeneratie zitten. Als het aan de meeste academici gelegen had, was dat niet gebeurd. Het is werkelijk een politieke beslissing geweest.

 

Hoe zal het tweejarig traject concreet ingevuld worden?

Verschueren Het ministerie wil niet afwijken van het basisstramien dat nu binnen de wetenschappelijke opleidingen bestaat, namelijk een traject van 90 + 30 studiepunten. Daarbinnen heb je de mogelijkheid om dertig studiepunten van de lerarenopleiding in te bouwen, maar studenten die daar geen interesse voor hebben of zich willen voorbereiden op een doctoraat kunnen wel het volledige, vakspecifieke programma van 120 studiepunten volgen. In principe zullen ook alle ManaMa’s van de eigen faculteit in die twee jaar indalen. Wanneer het op financiering aankomt, gaan die zeker nooit apart gefinancierd worden. In bepaalde opleidingen pleit men ook voor de invoering van stages. Die heb je nu al in TFL (Theater-, Film- en Literatuurwetenschappen, nvdr.), maar ook een ander type stage wordt overwogen: wanneer je bijvoorbeeld de Master Taalkunde volgt, kan je daarbinnen een onderzoeksstage lopen aan een universiteit. De vakspecifieke uitbreiding is dus niet noodzakelijk groot voor alle studenten. Wel zal de spreiding in de tijd voor iedereen een verdiepend effect hebben.

 

Een laatste opmerking: bij de besprekingen tussen de verschillende universiteiten worden de studenten(raden) amper betrokken en gebeurt alles erg binnenskamers.

Verschueren Ik pleit inderdaad schuldig. Het lijkt me een goed idee om studenten systematisch te betrekken. Door de huidige drukte en chaos in de academische wereld ontsnappen er soms dingen op een onverantwoorde manier aan het aandachtsveld. Er is ook geen duidelijkheid over het kader waarbinnen we moeten werken. Jullie suggestie wordt hierbij genoteerd.

 

Wat vindt u ervan?

Aangezien de besprekingen nog volop aan de gang zijn, is het voorlopig nog niet mogelijk definitieve uitspraken te doen over de plannen. Meningen zijn er al wel: In de Masteropleiding Communicatiewetenschappen is er een sterke vraag naar stages – wat een studieduurverlenging kan rechtvaardigen – maar bij Sociologie niet zozeer. Wel naar een uitbreiding van de Master met het oog op sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Zo'n 'onderzoeksmaster' van twee jaar zien de meeste sociologie-opleidingen in Vlaanderen wel zitten.

Eerlijk gezegd zijn de uitbreidingsplannen die nu her en der worden uitgetekend in de faculteiten PSW er vooral gekomen onder druk van de omstandigheden, en minder omdat men studieduurverlenging echt wenselijk vindt, of omdat er een maatschappelijke behoefte toe is. De redenering is: "Als de andere menswetenschappelijke opleidingen in binnen- en buitenland drie plus twee jaar duren, kan je het als opleiding niet meer maken om een diploma af te leveren na drie plus één jaar." Dat kan namelijk de indruk wekken van een 'licht' diploma. Van een serieuze bevraging van het werkveld of van een ernstige bezinning over de aard en de duurtijd van de opleiding is dan ook geen sprake geweest. Het is een beetje zoals bij de invoering van het BaMa-stelsel enkele jaren geleden: iedereen doet mee, omdat het niet anders kan. In die zin kan je gerust van een internationale mode spreken. Daarmee zeg ik niet dat er geen goede redenen zijn voor een uitbreiding van de opleiding. Alleen: als die redenen er al zijn, dan vormen ze toch niet de eigenlijke drijfveer voor de (wellicht) nakende studieduurverlenging.

 

Prof. Walter Weyns, Departement Sociologie.

 

Voor zover ik dat kan beoordelen heb ik niet de indruk dat de beslissingen over onze hoofden heen worden gemaakt. De meeste studenten liggen eerlijk gezegd ook nog niet wakker van die plannen. Als er al meningen zijn, luiden die vaak positief: de verlenging wordt misschien niet als aangenaam maar wel als nuttig ervaren. Ze maakt het immers mogelijk om de thesis te spreiden over twee jaar. Een argument dat zeker een rol speelt is de gelijkwaardigheid met andere diploma’s in België, maar ook binnen Europa – of je nu effectief een job zoekt in het buitenland of niet. De hele bedoeling van de Bologna-akkoorden is net het vergelijkbaar maken van diploma’s. Als student die tot de tussengeneratie behoort, vrees ik daarom nog niet dat mijn diploma gedevalueerd wordt.

 

Michael Domen, student Taal-en Letterkunde, lid van de Faculteitsraad.

 

Wat Politieke Wetenschappen aan de UA betreft, is het voorlopige standpunt van het departement tweeledig. Ten eerste zien wij weinig of geen sterke argumenten voor een volledige studieduurverlening voor alle Masters PW. Ik verwijs daarbij naar de criteria die door minister Vandenbroucke vooropgesteld worden. Wij zijn van mening dat voor vele studenten een Master van één jaar voldoende voorbereidt op de meeste relevante functies op de arbeidsmarkt. Ten tweede zien wij wel de noodzaak om Masterstudenten die een onderzoeksfunctie ambiëren twee jaar aan te bieden. Beide punten gecombineerd leiden naar de vraag om te mogen differentiëren: enerzijds willen we de huidige eenjarige Masters (al dan niet in aangepaste vorm) behouden, maar ook vanaf 2010 een ‘Research Master’ opstarten van twee jaar, in het Engels en liefst in samenwerking met andere departementen binnen of buiten de eigen universiteit.

 

Prof. Peter Bursens, Departement Politieke Wetenschappen.

 

Als er argumenten zijn voor een degelijkere lerarenopleiding in het algemeen, lijkt ook voor de filosoof een tweejarige onderwijsmaster inhoudelijk zinvol, hoewel het de weinige beroepskansen niet verhoogt.

Door verlenging van de studieduur voor een onderzoeksmaster, waarvoor argumenten kunnen gegeven worden, is het risico reëel dat doctoraatstrajecten van mandaat- en onderzoeksassistenten worden ingekort, wat dan weer nefast zou zijn.

Voor de doorsnee filosofiestudent, en zeker voor de avondstudent, die geen onderzoeksloopbaan noch een onderwijscarrière ambieert, is studieduurverlenging problematisch. Het is immers niet zeker dat verlenging van de professionele Master inhoudelijk zinvol is, en studenten Filosofie nog een jaar laten studeren lijkt maatschappelijk dan ook niet onproblematisch. Filosofie is verder soms een eerste of tweede diploma. De specifieke beroepskansen in het vak zelf zijn beperkt, en niet zelden vinden studenten het interessant om hun studie Filosofie te combineren met een andere opleiding. Verlenging van studieduur dreigt een professionele Master voor sommige studenten te lang te maken. Ook valt niet goed te begrijpen hoe de uitbreiding van de studieduur, en dus ook studiekost, te rijmen valt met een nieuwe democratiseringsgolf. Daarom heeft het Departement Wijsbegeerte van de UA voorgesteld de éénjarige professionele master te behouden, evenwel náást een tweejarige onderwijs- en onderzoeksmaster, maar de andere Vlaamse opleidingen lijken voorlopig niet overtuigd om verder te differentiëren tussen de types master.

Ondanks deze persoonlijke scepsis ten aanzien van studieduurverlenging in het algemeen, en de Antwerpse reserve ten aanzien van een verlenging voor de drie types Master, zal er toch door de vier opleidingen een aanvraag worden gedaan voor een drievoudig tweejarig traject. Dat zal alleen kunnen mits samenwerking, waaraan volop wordt gewerkt.

 

Prof. Peter Reynaert, voorzitter Departement Wijsbegeerte.

 

De voorwaarden van VVS (Vlaamse Vereniging van Studenten) voor studieduurverlenging

  1. Het moet een duidelijke meerwaarde zijn voor het bereiken van de beoogde kennis en vaardigheden.
  2. De studiedruk ligt te hoog en dit kan niet opgelost worden door curriculahervormingen of het invoeren van andere onderwijsvormen.
  3. Afgestudeerden vinden geen werk en een studieduurverlenging kan dit verhelpen.
  4. Vergelijkbaarheid in internationale context.
  5. De instelling moet de capaciteit hebben om een extra jaar in te richten.
  6. De studenten moeten gehoord worden in een enquête.

 

Garanties die ingebouwd moeten worden bij studieduurverlenging

  1. Er moeten extra middelen en inspanningen komen om te vermijden dat de opleidingen door studieduurverlenging minder toegankelijk worden voor kansengroepen.
  2. Minder thesisjaren: studenten moeten beter begeleid worden.
  3. De overheid moet het geld hebben voor de studieduurverlenging. Deze mag niet ten koste gaan van iets anders.
  4. De transparantie van het opleidingsaanbod moet gevrijwaard worden.