“Iedereen zondigt graag eens, ik ook. Als ik mag kiezen tussen een koekje of een appel wil ik misschien stiekem liever voor het zoete suikergoed kiezen. Maar ik onthoud altijd dat een gezonde voeding echt enorm belangrijk is.” Dat is meteen de voornaamste boodschap die Nina Hermans in haar colleges Voedsel- en Voedingsleer aan de studenten Farmacie probeert mee te geven.
Naast deze lesopdracht brengt de goedlachse professor (“die titel draag ik maar net, dus noem me liever nog even gewoon doctor”) haar tijd door in het Laboratorium voor Algemene en Functionele Voeding. Daar onderzoekt ze de gezondheidsbevorderende effecten van bioactieve voedingsbestanddelen zoals polyfenolen.
Dat zijn meteen enkele moeilijke woorden. Eén Belg op drie blijkt dan ook niet vertrouwd te zijn met het begrip ‘functionele voeding’.
Nina Hermans Voeding bevat twee groepen van componenten. Enerzijds nutritieve bestanddelen – koolhydraten, vetten, eiwitten, vitaminen en mineralen – die voor het lichaam essentieel zijn om te functioneren en te overleven volgens de basisbehoeften van de mens. Anderzijds zijn er de niet-nutritieve stoffen die in veel kleinere hoeveelheden in de voeding aanwezig zijn. Tot deze laatste groep behoren de bioactieve of functionele bestanddelen, die meestal van plantaardige oorsprong zijn en waaraan heilzame effecten op de gezondheid worden toegeschreven. Ze beïnvloeden op een positieve manier één of meerdere lichaamsfuncties.
U houdt zich specifiek bezig met onderzoek naar polyfenolen. Wat voor moleculen zijn dat precies?
Hermans Polyfenolen zijn interessante antioxidanten omwille van hun chemische structuur. Ze bevatten een aromatische ring met gebonden OH-groepen, waardoor ze radicalen kunnen vangen. Radicalen kunnen gezonde cellen en celmembranen beschadigen en mutaties in DNA veroorzaken, en worden in verband gebracht met chronische ziekten zoals kanker en hart- en vaatziekten. Je kunt dus maar beter niet te veel radicalen in je lichaam hebben. Dat is niet eenvoudig want ze komen van overal: zowel van buiten je lichaam via roken of straling, als van je eigen lichaamsprocessen zoals je celademhaling. Polyfenolen vangen radicalen, waardoor deze geïnactiveerd worden.
Welke voedingsmiddelen bevatten zulke polyfenolen?
Hermans Een belangrijke groep polyfenolen wordt gevormd door de flavonoïden. Ze bevatten maar liefst 4.000 bestanddelen die allemaal afkomstig zijn uit het plantenrijk. Zo zijn rode wijn, thee, cacao, appels, citrusvruchten, uien, druiven, artisjokken en blauwe bosbessen niet alleen synoniemen van culinair genot, maar ook rijke polyfenolenbronnen.
Heeft u al wetenschappelijk bewijs gevonden van een gezondheidsbeschermende werking?
Hermans Daarvoor is het nog te vroeg. Het wetenschappelijk onderzoek naar functionele voeding is volop aan de gang. Hier aan de UA hebben we al heel lang expertise in in vitro testen naar polyfenolen. Op die manier hebben we aardig wat boeiende informatie gevonden. Het probleem is echter dat een bepaald polyfenol ontzettend interessant kan zijn omwille van haar goede antioxidatieve activiteit in vitro, maar je weet dan helemaal nog niet of het bestanddeel ook in vivo – eerst bij proefdieren en later bij mensen – werkt. De laatste vijf jaar testen we daarom ook op ratten met diabetes. Suikerziekte is een belangrijke chronische ziekte die aan radicaalschade is gerelateerd. We onderzoeken de beschermende effecten van polyfenolrijke plantenextracten op deze radicaalschade. Polyfenolen worden niet altijd even goed geabsorbeerd in de dunne darm. Toch is het mogelijk dat opname nog verderop in het spijsverteringskanaal gebeurt, na metabolisatie in de dikke darm. De komende jaren zullen we ons onder meer daarop richten.
Hoe probeert u het effect van polyfenolen op het menselijke lichaam te ontdekken?
Hermans Er loopt een doctoraatsproject over vier jaar waarin we het volledige spijsverteringskanaal van de mens willen imiteren. Hiervoor zijn we een in-vitrosysteem aan het ontwikkelen. We zijn er al in geslaagd de menselijke maag en de dunne darm na te bootsen met de pancreasenzymen. De volgende stap in het onderzoek is het nabouwen van de dikke darm met haar specifieke microflora. Pas wanneer polyfenolen zo alle fasen van de spijsvertering doorlopen hebben, kunnen we conclusies trekken over de opname en metabolisatie in het spijsverteringskanaal en de eventuele effecten.
Nog even geduld oefenen dus.
Hermans Ik denk inderdaad dat we als wetenschappers op de eerste plaats nog meer resultaten moeten boeken om de gezondheidbevorderende effecten van bioactieve voedingsstoffen in vivo vast te leggen. Pas wanneer deze bewijzen er zijn, kunnen we naar aanbevelingen voor de gezondheid overgaan. Het is daarom nu het allerbelangrijkste om de mensen de algemene principes van gezonde voeding aan te leren. De basis moet goed zijn vooraleer je verder kan denken.
Geef ons dan maar enkele tips om die goede basis te leggen.
Hermans Iedereen kent de actieve voedingsdriehoek uit de biologieles van vroeger. Als je dat advies volgt ben je normaal gezien een gezonde eter. 300 gram groenten per dag en liefst twee à drie stukken fruit zijn algemeen aanbevolen. Helaas denk ik dat de meerderheid van de mensen daar niet aan komt. Wist je trouwens dat je twee tot drie keer per week vette vis moet eten om de aangeraden hoeveelheid omega-3-vetzuren in te nemen? Heel veel mensen eten teveel verzadigd vet van dierlijke oorsprong. Als je vegetarisch wil eten, zorg dan dat je voldoende vleesvervangers in je voeding stopt om de nodige eiwitten binnen te krijgen. Let er ook op dat je ijzeraanvoer voldoende is. Nog een leuk weetje is dat look cholesterolverlagend werkt. In de preventie van chronische aandoeningen en obesitas speelt voeding een erg belangrijke rol. Maar vergeet zeker niet om altijd een dokter te raadplegen mocht er iets ernstig aan de hand zijn. Gebruik dus je gezond verstand.