In het nieuwe financieringsdecreet voor het hoger onderwijs van minister Vandenbroucke – dat naar alle waarschijnlijkheid in de loop van volgend academiejaar goedgekeurd zal worden – is sprake van het invoeren van een leerkrediet. Dit betekent dat inschrijvingen voor een student die voor meer dan 140 studiepunten niet geslaagd is, niet langer gefinancierd zullen worden door de overheid. Als de student toch nog verder wil studeren zal hij of zij dubbel inschrijvingsgeld moeten betalen. Het idee werd in het Vlaams Parlement geïntroduceerd door Cathy Berx (CD&V). Zij verdedigt het in deze laatste 'Eigen gelijk eerst' dan ook tegen Nele Spaas van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) die het leerkrediet niet ziet zitten.
PRO
Tussen 6 en 18 jaar geldt in Vlaanderen (en België) de leerplicht. Voor de 18-plussers willen we een leerrecht van bijvoorbeeld 140 studiepunten. De gemeenschap investeert zeer terecht heel veel middelen in hoger onderwijs. Het inschrijvingsgeld is in Vlaanderen – in vergelijking tot de rest van OESO-landen – relatief laag. Van de jongeren (of al wat ouderen) die beroep doen op dat onderwijs moet worden verwacht dat ze heel veel inspanningen doen om ook effectief te slagen. Een verhaal van kansen geven én kansen grijpen! Studenten die zich inschrijven met het oog op het behalen van credits en slagen voor de examens en/of practica, bouwen extra leerrechten op, voldoende voor de masters en eventueel voor een BaNaBa of MaNaMa. De studiepunten verworven in het eerste jaar tellen dubbel. Wie inschrijft maar zakt, verliest leerkrediet. Het is geenszins de bedoeling om de student een potje te pesten. Door uit te gaan van een voldoende hoog doch realistisch startaantal aan leerrechten, is het systeem allerminst hardvochtig. Als het leerrecht van een student is uitgeput kan hij zich – met toestemming van hogeschool of universiteit – nog wel opnieuw inschrijven, maar dan wel tegen een hoger inschrijvingsgeld. Immers, voor de hogeschool of universiteit is deze student niet langer financierbaar. Zo verschuift de financiële verantwoordelijkheid van de gemeenschap – die reeds veel investeerde – naar de student.
Het komt mooi tegemoet aan de captatio waarmee wijlen professor Deleeck zijn eerste les over de welvaartsstaat opende: de 18-jarigen die na het middelbaar meteen gaan werken, betalen sociale zekerheid en belastingen – niet alleen om jullie kindergeld, maar ook om jullie studies te betalen. Daardoor verkleint – in verhouding tot de werkende leeftijdsgenoten – jullie kans op werkloosheid en verhoogt de kans op een goede job met een hoog loon. Opdat dit Mattheus-effect maatschappelijk te verantwoorden blijft, is het aanscherpen van de verantwoordelijkheid van de student, zeker nu het creditsysteem een risico van studieduurverlenging inhoudt, mijns inziens meer dan verantwoord.
Cathy Berx,
CD&V, commissaris Onderwijs in het Vlaams parlement
CONTRA
Het leerkrediet komt er op vraag van bepaalde instellingen die de veronderstelde financiële nadelen van outputfinanciering willen doorschuiven naar de student. Een student die een steekje teveel heeft laten vallen en zijn rugzakje met studiepunten heeft uitgeput, krijgt voortaan de rekening gepresenteerd. Als hij dan toch nog de toestemming krijgt om voort te studeren, betaalt hij dubbel studiegeld. Dat leerkrediet is een drastische inperking van het huidige recht op inschrijving. Nu bestaat er een recht op bissen. Pas een derde inschrijving voor eenzelfde opleidingsonderdeel kan worden geweigerd. Wanneer een student in de toekomst door zijn studierantsoen zit, kan zijn inschrijving ook al worden geweigerd als hij vakken voor het eerst opneemt.
Een startkrediet van 140 studiepunten is voor het gros van de studenten misschien niet problematisch, maar door sociaal vertekende slaagkansen stelt het wel een probleem voor een aantal groepen dat minder vlot doorstroomt. Terwijl de overheid de mond vol heeft van een tweede democratiseringsgolf, bedreigt het studierantsoen vooral kansengroepen die vandaag al ondervertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs. Ook op een andere manier kampt het voorstel met een sociaal onrechtvaardig Mattheus-effect: de financiële straf in de vorm van dubbel studiegeld treft enkel de studenten uit minder gegoede milieus.
Bovendien dreigt het leerkrediet ook haar doel voorbij te schieten. De combinatie met een outputfinanciering in de hogere jaren zal zowel instellingen als studenten ertoe aanzetten minder ambitieus te zijn in de samenstelling van hun studiepakket. Studietrajecten zullen zo langer worden uitgesponnen, met alle maatschappelijke kosten van dien. VVS stelt daarom voor het leerkrediet niet in te voeren in de hogere jaren, maar instellingen volop gebruik te laten maken van de bindende studievoortgangsmaatregelen die ze tegenover falende studenten kunnen nemen. In plaats van financiële straffen kunnen deze pedagogische maatregelen worden afgestemd op het individuele probleem van de student in kwestie, zodat er sneller ingegrepen en doelmatiger bijgestuurd kan worden.
Nele Spaas,
stafmedewerkster Vlaamse Vereniging van Studenten