Kan het ook anders?

Studeren in Stellenbosch
19/02/2006
đź–‹: 
Auteur extern
Wim Brits

Als een rasecht marktkramer stalt onze universiteit tal van internationale organisaties uit in mooiklinkende verpakkingen zoals Erasmus, Socrates, USOS. Studeren in het buitenland wordt vandaag meer dan ooit aangemoedigd. Zo'n andere horizont houdt niet alleen een sociale en culturele verrijking in, maar geeft je ook een ruimer inzicht in de verschillende onderwijssystemen. Na een semester aan de Zuid-Afrikaanse universiteit van Stellenbosch doe ik mijn relaas. Het uitgangspunt is een vergelijking tussen de universiteit van Antwerpen en Zuid-Afrika, wat betreft de manier van lesgeven en evalueren van de student.

Al van bij de eerste les in Stellenbosch werd me duidelijk dat het begrip “permanente evaluatie” er veel concreter wordt toegepast dan hier. Essays, presentaties en zelfs schriftelijke testen maken een belangrijk deel uit van het te behalen jaartotaal. In Antwerpen worden zulke opdrachten zelden gequoteerd en dienen ze vaak enkel om de student aan het werk te zetten. Permanente evaluatie bij ons reikt meestal niet verder dan de vage termen "medewerking" en “inbreng” tijdens de lessen. Deze verschillende invulling brengt ook een ander puntensysteem met zich mee. In Zuid-Afrika is het vooral werken geblazen tijdens het jaar. De vele mondelinge en schriftelijke opdrachten zorgen ervoor dat je bij het begin van de blokperiode de leerstof al grotendeels verwerkt hebt. Het examen, dat slechts meetelt voor 25% van de punten, kan dan zelfs een formaliteit genoemd worden. Dankzij dit bescheiden percentage bezwijken minder studenten aan de in Antwerpen zo verlammende examenstress. In Zuid-Afrika hoef je je die laatste maand niet aan je bureau te kluisteren om in aller ijl een brok leerstof te verteren. Integendeel, je kan vooral tijdens het jaar veel punten sprokkelen. Doordat je zo sneller loon naar werken hebt, word je gemakkelijker aangezet om de vakken bij te houden.

 

Een ander opmerkelijk verschil is de lossere omgang met docenten en ook de mogelijkheid om deadlines te verschuiven. Een klassikaal theekransje bij een professor thuis of na de les een biertje drinken met je docent: niemand zal er raar van opkijken. Aanvankelijk voelde ik me door mijn achtergrond wel wat ongemakkelijk bij die verrassend vlotte omgangsvormen. Het versoepelen van de deadline vloeit voort uit een andere kijk op tijd. Bij ons vormt de tijdslimiet een deel van de opdracht, terwijl Afrikanen daar niet zo zwaar aan tillen. Gelukkig maar, want een dagje extra komt altijd van pas om de laatste hand te leggen aan een werk. Opgelet, ik wil geen pleidooi houden voor een nieuwe gedragscode, maar wel opmerken dat er verschillen zijn; hoewel nietig op het eerste gezicht, kunnen ze een heel andere manier van studeren met zich meebrengen.

 

Bij ons vormt de tijdslimiet een deel van de opdracht, terwijl Afrikanen daar niet zo zwaar aan tillen.

 

Wat me ook opviel is de kennisgerichte manier van ondervragen. De slogan op de startpagina van mijn ex-universiteit verraadt veel: “Jouw kennisvennoot, your knowledge partner”. Droge feitenkennis zoals jaartallen, geboorteplaatsen en cijfergegevens moet je allemaal kunnen ophoesten. Hiermee beweer ik geenszins dat het universitair onderwijs in Stellenbosch van een lager niveau is. De klemtonen liggen gewoon anders.

 

Dankzij mijn verre trip heb ik kunnen ervaren dat Antwerpen de wereld niet is, ondanks het fiere gekraai van haar stedelingen. Ik heb ondervonden dat het ook anders kan. Mijn voorkeur gaat uit naar de werkwijze in Zuid-Afrika. Permanente evaluatie heeft duidelijk een hoger rendement. De student verwerkt de stof beter dan bij een zuiver examensysteem. Het resultaat van een Ă©Ă©nmalig examen is bovendien afhankelijk van een hele resem factoren en bijgevolg ontzettend relatief. In Stellenbosch heeft de student meer kansen om zich te bewijzen en in dat opzicht is het eindcijfer representatiever dan dat van Ă©Ă©n enkel proefwerk.

 

 

Tekst voor de Schrijfacademie
Wim Brits