Jumanji

dwars herbekijkt
15/10/2012
🖋: 

REWIND Fuck Mike Myers, Jim Carrey en Adam Sandler. De onbetwiste koning van nineties comedy is Robin Williams: de luide, harige dwerg uit fantastische familiefilms zoals Hook, Mrs. Doubtfire, Patch Adams en Jumanji. In die laatste gaat hij het gevecht aan met een betoverd bordspel. Dit ‘ganzenbord from hell’ laat bij elke teerlingworp een nieuw gevaar uit de jungle op de spelers los: van apen en leeuwen over moessonregens en vleesetende planten tot een stormloop van op hol geslagen kuddebeesten.

 

PAUSE Jumanji kwam eind jaren ’90 ons huis binnen in VHS-vorm. Als tienjarige jongeling vond ik zelfs de cover van de doos fantastisch: een hologram – zo’n foto die beweegt als je de afbeelding kantelt of vanuit een andere hoek bekijkt – van een schreeuwende Williams die achtervolgd wordt door twee neushoorns. Alle ingrediënten voor de typische Robin Williamskomedie waren aanwezig: veel actie, weinig romantiek, het obligatoire happy end met moddervette moraal erbij en natuurlijk de wisecracking black guy die de film de nodige etnische diversiteit meegaf. Wat Jumanji er voor mij echter deed uitspringen waren de erbarmelijke special effects. Deze film had al een cultstatus bereikt nog voor ik goed en wel wist wat kitsch eigenlijk betekende.

 

PLAY Onze omvangrijke VHS-verzameling is al een decennium lang verbannen naar de garage, maar dankzij digitale televisie kom ik opnieuw in contact met de film. De houterige animatronics en kinderlijke computereffecten doen mijn lip nog steeds ongewild krullen, maar ze zijn een welkome afwisseling voor al het huidige digitale geweld. Geen Transformers voor mij, dank u. Ik verkies bordspelen.