Iedere maand gaat dwars op zoek naar een student aan een buitenlandse universiteit om te berichten over de plaatselijke actualiteit. Deze maand een bijdrage van de Tehran Polytechnic University. Iran haalt uitsluitend met negatief nieuws onze krantenkoppen. Nucleaire proliferatie, islamfundamentalisme en tal van brandende vlaggen flitsen ons voor de ogen als we denken aan het land. De auteurs wilden dat beeld over hun thuisland bijstellen. Het feit dat ze eerder studeerden in Iran en momenteel verbonden zijn aan de Universiteit Antwerpen, maakt van hen de uitgelezen personen om eens een ander licht te werpen op de actualiteit.
Westerse wijsheden
Een van mijn eerste en meest typerende ervaringen in Europa brengt me terug naar de eerste nacht die ik in Antwerpen doorbracht, zoân twee jaar geleden. Toen ik mijn toenmalige studio wou intrekken, vroeg de verhuurder of ik nog enige verzoeken of vragen had. Ondanks dat ik zei van niet, ging de man binnen en begon hij uitvoerig te demonstreren hoe alle elektrotoestellen werkten. Zowel de waterkoker, als de oven en de wekkerradio kwamen aan bod. Nog steeds dank ik de man uit het diepst van mijn hart voor wat hij me toen heeft geleerd. Uiteraard niet omdat hij me âleerdeâ de groene en de rode knop te gebruiken op een afstandsbediening, maar wel omdat hij aantoonde hoe de meeste Europeanen denken over Iran, mijn thuisland.
In de Westerse media wordt Iran voorgesteld als een land waar het leven zich in vertraagde modus afspeelt. Mensen leven er in de woestijn. Er is geen elektriciteit, er bestaat geen entertainmentsector. Veiligheid is niet echt een prioriteit en geluk heeft men er al lang niet meer ervaren. De meeste films die de selectie op filmfestivals overleven, werden ingeblikt in Ă©Ă©n of ander afgelegen dorp en bevestigen zo het beeld dat het Westen verkiest. Om die reden wil ik toch duidelijk maken dat zeventig procent van de Iranese bevolking in een stad leeft. Op een totaal van achtenzeventig miljoen leven er dus heel wat in Teheran, de grootste stad met zijn tien miljoen inwoners. Daarnaast zijn er zelfs nog zeven andere miljoenensteden.
Het dagelijkse leven op die plaatsen wordt zelden getoond. Mensen dragen er jeans, spelen met hun technologische hebbedingetjes, kennen een gevarieerde muzieksmaak. Toen ik Teheran inruilde voor Antwerpen, was ik geenszins verrast door toestellen of technologie. Veel meer was ik verbaasd door de vragen: âEn, wat vind je van het moderne leven? Went het wat?â
Vermeende retorische vragen
âJullie mannen mogen toch meer dan Ă©Ă©n vrouw hebben?â Dat is steevast de eerstvolgende vraag! Eerlijk, ja, al gaan we dan wat kort door de bocht. Een seksuele relatie is enkel toegestaan tussen gehuwden. Je zal in Iran dus geen bordelen vinden. Stilt die ene relatie de honger nog niet? Dan kan je een tweede huwelijksverbintenis aangaan. Je moet dan kunnen aantonen dat je beide dames kan onderhouden, elk in een eigen huis. In het hedendaagse Iran is dit fenomeen echter zeer achterhaald. Je ziet het enkel nog in de laagste sociale klassen opduiken.
âDragen vrouwen er allemaal een hoofddoek?â In het openbaar zeker wel. Anders word je beboet door de politie. Toch zijn zij daar niet altijd even consequent in. Het is namelijk een ongeschreven regel dat wanneerer verkiezingen op til zijn, men de gedragsregels iets lakser interpreteert. Het regime wil zo zieltjes van de kiezers winnen. Eens de verkiezingen afgelopen zijn, wordt alles weer gewoon zoals het was. Toch onderscheidt de hoofddoekenmode in Iran zich van die in andere landen. Vrouwen verkiezen er vaak erg modieuze en open modellen te dragen.
âHebben jullie toegang tot internet?â Ja, er is internet tot in de dorpen. Ook in dit geval plaatst het probleem zich echter bij de toezichter: veel âgevoeligâ materiaal wordt gefilterd. Porno- en politieke websites worden volledig geblokkeerd. Sociale media en blogs mag je gerust aan dat rijtje toevoegen. Mensen proberen de beperkingen wel te omzeilen, maar doen dit met veel zin voor risico. En als het hen lukt, is er nog de lage snelheid van het internet die efficiĂ«nt werken haast onmogelijk maakt.
Een nieuwe gemeenschappelijke strijd
âEn wat dan op politiek vlak?â In 1979 werd de Sjah het land uitgejaagd na een volksopstand. Iran koos toen een republiek te worden: een keuze voor meer vrijheid. Het daaropvolgende jaar viel Saddam Hoessein mijn land binnen en dit betekende de start van Ă©Ă©n van de langstdurende oorlogen uit de twintigste eeuw. Acht jaar oorlog vergde vierhonderdduizend slachtoffers. Irak genoot toen economische steun van diverse Arabische landen en werkte met wapentuig uit het Westen. (Aversie tussen Perzen en Arabieren is al eeuwenoud, nvdr.) Dat werd echter publiek stilgezwegen toen Saddam zijn agressie ook op andere landen richtte.
De revolutie in 1979 kon verwezenlijkt worden omdat verschillende ideologische strekkingen elkaar vonden in hun gemeenschappelijke strijd. Een plurale samenleving leek toen in de maak, maar Ă©Ă©n groep werd langzaamaan te dominant. Een meningsverschil maakt je daardoor vandaag een dissident. Je staat dus voor de keuze: lijden of zwijgen, sterven of leven. Vandaag vechten wij opnieuw voor vrijheid en democratie. Wij vechten opnieuw tegen een regime en rekenen daarvoor niet op buitenlandse hulp. We zijn namelijk nog niet vergeten dat het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in 1953 een militaire staatsgreep steunden, en dat tegen onze democratisch verkozen regering. De jeugd dringt vandaag sterk aan op hervormingen. Het zal echter nog meer opofferingen en tijd vergen, maar voor succes is geen moeite te veel.
Wij danken beide auteurs, S.P. & M.A.