Bruno De Loght heeft als hoofd van het departement Studentgerichte Diensten een resem verantwoordelijkheden, gaande van studentenartsen over de resto's tot studentenvertegenwoordiging. Naar aanleiding van de recente verkiezing van studentenvertegenwoordigers aan onze universiteit, wilde dwars hem over dat laatste wel eens aan de tand voelen.
Bent u tevreden over de voorbije verkiezingen die toch niet overal even vlot verliepen?
Bruno De Loght De organisatie van de verkiezingen is gedelegeerd aan de VUAS (Verenigde UA Studenten, de overkoepelende studentenorganisatie op de UA). Zoiets organiseren brengt heel veel werk met zich mee en is echt niet eenvoudig. We gaan dat inderdaad nog eens evalueren, er is altijd wel ruimte voor verbetering. Maar je moet ook weten dat er bijzonder veel mandaten open stonden, in allerlei verschillende raden en commissies. VUAS heeft zowel het reglement als die verschillende mandaten afgedrukt in de ASK Snelkrant en het Unifac Postje en we denken er ook aan om volgend jaar Blackboard te gebruiken om informatie te verspreiden. Al die media moeten daar natuurlijk ook wat in groeien, daar is nog verbetering mogelijk. Anderzijds moet ik VUAS zeker feliciteren: die mensen hebben daar serieus wat werk in gestoken, wat niet altijd evident is. Een van de problemen is dat participatie verschilt per faculteit. Soms gaat dat heel ver, bijvoorbeeld in de faculteit Wetenschappen: daar zijn meer dan 70 mandaten! Er zit eigenlijk geen echte lijn meer in. Misschien moeten we overwegen om dat in de toekomst te vereenvoudigen, maar dat ligt niet binnen mijn bevoegdheden.
Studentenraad
In hoeverre denkt u dat studenten eigenlijk weten dat ze vertegenwoordigd worden?
De Loght Vaak zijn het telkens opnieuw dezelfde vertegenwoordigers en weet de rest niet eens dat ze zich kandidaat kunnen stellen. Dat is een beetje een zaak van de verkozenen natuurlijk, maar dat is ook aangekaart in het studentenoverlegcomité: hoe moeten we dit aanpakken? Ergens moet dat wel centraal geregeld worden, want individuele initiatieven zijn veel te wisselvallig om op verder te bouwen. Dat is iets wat in de nu opgerichte studentenraad (waar per faculteit een aantal verkozen vertegenwoordigers zetelen) eens op een rijtje gezet moet worden: wat hebben we hier nu allemaal en hoe kunnen we ons naar de studentenwereld toe manifesteren, hoe kunnen we duidelijk maken hoe alles werkt?
Daar is de studentenraad hét orgaan voor maar haar werk gaat veel verder, ze kan het over alles hebben. Als ze dat ernstig nemen, als je daar goede vertegenwoordigers hebt en een goede voorzitter die de zaak trekt – wat nu ook het geval is – dan kan je heel ver geraken. Met de huidige voorzitter (Michael Verdonck) moet dat zeker lukken. Maar het blijft een belangrijke vraag: hoe weten jullie wie je vertegenwoordigers zijn? Er moet een continue interactie zijn binnen de studentenwereld. Met de studentenraad kan je zoiets doen, individueel lukt zoiets niet want dat is enorm veel werk.
Hoe doet Antwerpen het ten opzichte van andere universiteiten op het vlak van studentenparticipatie?
De Loght Qua studentenvertegenwoordiging heeft de UA momenteel een echte voortrekkersrol in België. De vertegenwoordiging gaat bij ons verder dan in bijvoorbeeld Gent, terwijl op de KULeuven de studentenvertegenwoordiging lang tegengehouden is. (de rector van de KULeuven is naar het arbitragehof gestapt om studenten uit zijn Raad van Bestuur te houden, nvdr.). Studenten zijn de core-business van een universiteit, het is toch evident dat de student maximale participatie heeft? Dat ze niet alles kunnen beslissen is normaal, maar inspraak moet er zijn. Daarom kan de UA eigenlijk als model beschouwd worden voor de organisatie van studentenvertegenwoordiging.
Vorig jaar kregen we de VVS (de overkoepelende studentenorganisatie van Vlaanderen) op bezoek en die stelden vast dat er weinig te verbeteren valt. Ik was vanaf het begin bij de besprekingen rond studentenparticipatie aanwezig en ik weet nog goed hoezeer participatie van de studenten in de nieuwe UA essentieel zou zijn. Ik kan u verzekeren dat als je met een serieuze vraag naar de rector gaat dat je een serieus antwoord zal krijgen, gegarandeerd. Je wordt hier echt au sérieux genomen, wat in andere instellingen niet altijd het geval is.
Er moet een continue interactie zijn binnen de studentenwereld.
Waarom moet iemand studentenvertegenwoordiger worden, je steekt daar uiteindelijk toch veel tijd en moeite in?
De Loght Eigenlijk om de participatie op zich, maar dat zegt niet veel natuurlijk... We moeten het gevoel overbrengen dat participatie zin heeft en daar komen we natuurlijk terug op de interactie tussen studentenvertegenwoordigers en de gehele studentenpopulatie. Als je kan realiseren dat de studentenraad structureel naar buiten treedt dan zit je al heel ver. Ik denk dat als daar meer communicatie rond komt, dat je meer interesse creëert en dan ziet men daar ook het nut van in: wat je concreet mee kan realiseren, welke stempel je mee kan drukken.
Wat zijn concrete voorbeelden van belangrijke realisaties door studenteninspraak?
De Loght Het is heel moeilijk om zomaar voorbeelden te noemen omdat studenten vanaf het begin op elk niveau van de besluitvorming betrokken worden. Vooral bij onderwijs gebeurt participatie van in het begin. Vroeger werd alles op voorhand voorbereid en dan kwam dat in de Raad van Bestuur waarin enkele studenten zaten die dan niet akkoord gingen. Nu is alles al voorgekauwd en aangepast, nu hebben jullie alles al mee opgebouwd. Je kan dus niet zomaar zeggen dat je iets specifieks hebt gedaan, je hebt het geheel mee gerealiseerd.
Een heel concreet voorbeeld van vorig jaar is de wijziging van de start van het academiejaar. Op een bepaald moment zijn daar serieuze discussies over gevoerd en dan bleek dat studenten daar helemaal niet mee akkoord gingen. Die hele situatie is toen onstaan via kanalen waar inspraak voor studenten nog niet volledig operationeel was en de studentenvertegenwoordiging heeft daar toch serieus haar werk mee gehad. Uiteindelijk zijn die plannen dus in de ijskast gestoken: de studentengemeenschap is tegen en daar wordt echt rekening mee gehouden. Als je problemen aanbrengt met een serieuze argumentatie geraak je ver, je zou ervan opkijken hoeveel macht studentenvertegenwoordiging uiteindelijk heeft.
Problemen
Hoe is studentenvertegenwoordiging historisch gegroeid?
De Loght Die vraag rond betrokkenheid stamt uit de jaren '68-'69, daarvoor bestond er gewoon nergens inspraak. Dat gold zowel voor studenten als voor administratief personeel: ook zij hadden niets te zeggen, de macht lag bij professoren. Dan is er een mentaliteitswijziging gekomen, waardoor de inspraak stelselmatig toenam. Ik heb het nooit anders geweten dan dat er wettelijke bepalingen waren in de oude instellingen (RUCA, UFSIA, UIA) dat in de Raad van Bestuur studentenvertegenwoordiging vast lag, naast bijvoorbeeld inspraak voor assisterend en administratief personeel. Dat is dan in heel Vlaanderen gegroeid en sommigen hebben zich beperkt tot het strikt wettelijke. Hier in Antwerpen was er vóór de UA ook al overal participatie. Met de UA nu is men daar veel verder in gegaan. Dat decreet waarin studentenvertegenwoordiging verplicht wordt, is niet gemaakt voor de UA maar voor de hogescholen waar de toestand helemaal niet zo goed was. Daar waren ook geen overkoepelende studentenorganisaties die de tekorten opvingen. Als er problemen waren dan gingen die via de studentenverenigingen.
Kunnen de vertegenwoordigers ergens terecht als ze in conflict komen met één van de professoren of met elkaar?
De Loght Als er problemen zijn op het vlak van onderwijs dan kan de student daarmee altijd naar de ombudsman. Elk departement heeft zijn eigen ombudsdienst met één of twee personen. Deze mensen vallen onder een centrale ombudsman. Momenteel is dat professor Cras.
Als de problemen eerder van sociale aard zijn, kan de student terecht op de sociale dienst van de Universiteit, waarvan ik hoop dat die voldoende bekend is. Op elke campus zijn er verantwoordelijken voor deze dienst die hun best doen om sociale problemen op te lossen.
Daarnaast is er nog een bemiddelaar op onze Universiteit. De huidige bemiddelaar is Johan Vanhoutte. Stel dat er een lid van het personeel wordt gestalkt, wat in het verleden trouwens al is gebeurd, dan is het de taak van de bemiddelaar om daar een oplossing voor te vinden. Ook als er conflicten zijn tussen studenten of tussen een student en een professor kan de bemiddelaar ingeschakeld worden. De bedoeling van een bemiddelaar is te voorkomen dat zulke geschillen meteen voor de rechtbank komen. Soms gaat het daarbij om zeer moeilijke dossiers, en als de bemiddelaar er dan niet in slaagt de twee partijen min of meer te verzoenen, gaat het dossier naar de deontologische commissie. Die commissie kan oplossingen suggereren en sancties opleggen, gaande van schorsing tot uitsluiting. Straffen worden zelden toegepast, ze zijn meer een laatste uitweg als alles anders faalt. In de commissie zetelen, naast een juridisch adviseur, onder andere drie leden van de overkoepelende studentenvereniging VUAS en drie studenten uit de studentenraad. Bij de bemiddeling is er dus ook inspraak van de studenten. Vroeger werden problemen als deze uitsluitend door de Rector beslist, wat nogal paternalistisch overkwam. Deze bemiddelingsdienst is waarschijnlijk uniek in België.
Het is onder andere de bedoeling de studentenclubs meer geld te geven dan vroeger.
Waar kunnen studenten die geen vertegenwoordiger zijn met hun ideeën heen?
De Loght Moeten ze eerst de vertegenwoordigers over de kwestie aanspreken of kunnen ze elders terecht? Dat hangt sterk af van het soort probleem of idee dat ze hebben. Ze kunnen wel via de studentenvertegenwoordigers hun mening geven maar dat vind ik niet de ideale manier. Als het gaat om een idee over hun opleiding kunnen ze ermee naar de vertegenwoordiger van de onderwijscommissie of naar die van de faculteitsraad. Daarnaast kunnen jullie ook een onderhoud vragen met de Rector en dat lukt jullie dan waarschijnlijk sneller dan mij. (lacht)
Ik wil er toch nog op drukken dat de sociale dienst van de UA er is voor de studenten. We willen de problemen van de studenten echt oplossen. Natuurlijk is de werking nog niet optimaal, maar er is een grote bereidheid om eraan te werken, vooral aan de drempelverlaging. Ik begrijp dat sommige studenten niet voldoende durf of assertiviteit hebben om naar mij te stappen, en zeker niet om naar de rector te gaan, maar dat wil ik in de toekomst zien veranderen. Studenten kunnen steeds bij mij terecht met vragen of ideeën die niets met onderwijs te maken hebben. Natuurlijk moet men dit jaar saneren en bezuinigen, maar dat willen we doen zonder mensen te ontslaan en zonder dat de studenten daar iets van voelen. Het doel is een efficiënter beleid zodat we het geld anders kunnen verdelen. Het is onder andere de bedoeling de studentenclubs meer geld te geven dan vroeger. De voorbije jaren was er 80 000 euro voorzien, volgend jaar worden dat er 90 000. Het geld hiervoor komt uit een centralisatie van het automatenbeleid. Zo krijgen we tussen de 25 en 30 duizend euro extra, waarvan er 10 000 naar de studentenclubs gaat. De rest van dat geld gaat naar de sociale sector en naar culturele activiteiten zoals de Studay en de cultuurcheques.
Om af te sluiten: bent u tevreden over de studentenvertegenwoordiging?
De Loght Ik ben tevreden, ik heb er alleen goede ervaringen mee. Met VUAS heb ik ook al vele positieve ervaringen, ik vind het een schitterende ploeg. Het is heel verfrissend om met de studentenvertegenwoordigers en de studenten in het algemeen te praten, ze weten vaak goed waarover ze het hebben. Door met jongere mensen te praten, bekijken we sommige gegevens vanuit een nieuwe invalshoek die we zelf eerder niet zagen omdat we te dicht met onze neus op de feiten zaten. De interactie met de studenten zorgt ervoor dat we niet vastroesten maar telkens terug uitgedaagd worden om over dingen na te denken.