Frans int Frans is "euh... Quoi?"

Instapniveau Frans nog nooit zo laag

16/10/2012

Tout peut s’oublier qui s’enfuit déjà: de tijd dat Brel vol passie het Frans hoog in het vaandel droeg, ligt ver achter ons. Een persbericht van de Universiteit Antwerpen vertelde ons dat het instapniveau Frans nog nooit zo laag was. Waar in de jaren tachtig studenten gemiddeld een niveau van 60 procent haalden in de eerste propedeuse, is dat nu gemiddeld nog maar 36,3 procent. dwars nam de Eventail Junior ter hand en trok naar de Ossenmarkt om de proef op de som te nemen. Gewapend met baret en baguette vuurden we in ons beste Frans vier vragen af op onschuldige studenten van de Universiteit Antwerpen.

Wij houden zielsveel van vis, de eerste vraag betrof dan ook de locatie van een goed visrestaurant in Antwerpen. De antwoorden die er stamelend uitkwamen, brachten ons niet veel verder. Een groep giechelende meisjes en een koppel vriendelijke studenten maakten ons wegwijs in culinair Antwerpen.

Edith P. “Je parlez pas français.”
Brigitte B. “À gauche, KBC-toren, vous connait? Désiré de Lille. Beaucoup de restaurants là.”
Jo L. “C’est difficult, euh, difficoul à eh.. (expliquer) Au sud de la vie, le Fiskebar c’est très bien pour poisson.”

 

Si le bonheur existe, c’est une épreuve d’artiste. Vervolgens deden we ons voor als twee kunstenaars uit Nîmes die op zoek waren naar het MAS, voor de gelegenheid vertaald naar le MAF, Musée au Fleuve. De antwoorden brachten ons deze keer al tot op de Paardenmarkt.

Vincent V.G. “Oh, nee, Frans.”
Claude M. “Environnement, je sais pas.”
Pierre-Auguste R. “Celle rue à la fin tout droite, grand rue Paardenmarkt. Hoe zeg je oversteken?”

 

Onze gemakkelijke vragen zijn uitgeput, tijd om het niveau wat op te krikken. Als journalisten van het Luikse weekblad Le transversale wilden we polsen naar de kennis over de communautaire problematiek.

Joëlle M. “Versta jij dat?”
Laurette O. “Ja, (vertaalt) maar ik heb geen zin om te antwoorden in het Frans.”
Joëlle M. “Elle pense que le Flamand parle bien le français que le Wallon.”
Yves L. “Récemment, j’ai téléphoné avec un Wallon, je pense, et je pense que c’est plus au moins la même chose.”

 

Yves L. verdient een pluim, als zelfverklaard flamingant beheerst hij het Frans genoeg om een volwaardige conversatie op gang te brengen. Tevreden diepen wij onze laatste vraag op. Wij vragen nieuwe slachtoffers naar hun mening over de nakende élections municipales.

Marguerite Y. “Non, non, pas du tout.”
Paul V. “Je sais pas.”
Charles B. “Janssens, il a déjà beaucoup fait pour la ville.”
Arthur R. “Euh, wat?”
Amélie N. “Ah, burgemeesterkandidaten. Patrick Janssens.”
Arthur R. “Patje hè, ce n’est pas Bart.”
Amélie N. “Mais moi, je ne vais pas voter ici, à Brasschaat. Et euh, pour qui votez-vous?”

 

Akkoord, de antwoorden die we te horen kregen rolden niet met gemak van de tong. Frans, zoals elke taal, is en blijft een taal die men niet op oppervlakkig niveau machtig blijft. Maar het beeld is genuanceerder dan dat. De klik die men moet maken om plots van het Nederlands naar het Frans over te schakelen ligt niet zo voor de hand. Desalniettemin weten we allemaal dat we, in een land zoals België, de twee talen beter moeten hanteren. Zoals onze vriend Nicolas, Waal in hart en nieren, en perfect tweetalig. Zijn antwoord op de communautaire problematiek was zowel in het Frans als in het Nederlands van uitstekend niveau. Dus verdiep uzelf voortaan in de rijkdom aan Franse literatuur, zet nu en dan wat Gainsbourg en Brel op; Je t'inventerai des mots insensés, que tu comprendras et je te parlerai.