Evenwicht en aerospace

Maarten Staepels is onderzoeker
16/10/2010

Elke maand ga ik op zoek naar een interessant onderzoek. Ditmaal loop ik een dagje mee met professor Floris Wuyts, hoofd van AUREA, het Antwerps Universitair Research centrum voor Evenwicht en Aerospace.

Professor Wuyts was voor mij dan wel een nobele onbekende, de studenten die bij hem Statistiek volgen kennen hem onder de liefkozende naam Flossie, de man die er in slaagde van Statistiek een populair vak te maken. Maar Profke Flossie heeft nog wel andere verdiensten: op academisch vlak is zijn Dysphonia Severity Index, een manier om heesheid te meten die tegenwoordig door logopedisten over de hele wereld gebruikt wordt, waarschijnlijk zijn belangrijkste verwezenlijking. Maar het is vooral zijn werk met astronauten dat bij velen tot de verbeelding spreekt. Elk jaar brengt hij verschillende weken door in Moskou, waar hij voor ESA (European Space Agency) de gevolgen van gewichtloosheid op de evenwichtsorganen van astronauten bestudeert. Hij was onder andere nauw betrokken bij de voorbereiding en opvolging van Frank de Winne's verblijf in het ISS.

 

Ik tref professor Wuyts voor het eerst voor de poort van Troubleyn, het theater van Jan Fabre in de Pastorijstraat. Van astronauten is er vandaag – driewerf helaas – geen sprake, maar qua mediageniek spektakelgehalte moet dit onderzoek eigenlijk nauwelijks onderdoen. In samenwerking met het departement Fysica en het departement Theaterwetenschappen wil Jan Fabre in een uitgebreid onderzoek nagaan wat het biometrische effect van dansen op het lichaam is. Tijdens het dansen zelf, welteverstaan. Dus gaan professor Wuyts en zijn beeldige assistente onmiddellijk van start met het beplakken van een van de danseressen, Ivana, met sensoren. Ik vlei me neer in het rode pluche van een theaterstoeltje, en bereid me voor op de show. Wat volgt is een anderhalf uur durende improvisatieoefening. Onder leiding van een van de anciens van het gezelschap moeten de dansers achtereenvolgens zich wassen als een kat, de vloer kuisen met ieder mogelijk lichaamsdeel, en als een oud mannetje onophoudelijk trillend maar tergend traag over het podium voortstrompelen. Ik ben echter vooral geïnteresseerd in wat zich vlak voor het podium afspeelt, meerbepaald op de computer van professor Wuyts. Daar worden Ivana’s hartslag en ademhaling geregistreerd. De sensoren komen regelmatig los, en professor Wuyts moet de danseres in de mate van het mogelijke volgen met de laptop omwille van het beperkte bereik van de zender in Ivana’s heuptasje, maar de resultaten zijn vrij zuiver – “al werken de sensoren beter op een minder gespierd lichaam” – en achteraf lijkt Flossie tevreden.

 

Later die dag zoek ik professor Wuyts weer op in het Universitair Ziekenhuis, waar zijn onderzoekscentrum gevestigd is. Ik volg op aanraden van het ziekenhuisonthaal route 71, die me onmiddellijk en genadeloos de kelderverdieping in leidt. Even later sta ik voor het bordje ‘AUREA’, in wat zonder twijfel het meest mistroostige gangetje van het hele hospitaal moet zijn. Maar ik word vriendelijk verwelkomd, en enkele minuten later start mijn rondleiding door deze Sci-Fi-wereld, vol Tilt Tables en Unilateral Centrifugation Chairs. Evenwicht en duizeligheid dus, check. Dat is waar het voor professor Wuyts echt om draait, en deze passie wordt overduidelijk tijdens het uurtje privéles dat ik van hem krijg. Blijkt dat duizeligheid en evenwichtsstoornissen worden veroorzaakt door een conflict tussen de ogen en de evenwichtsorganen in het binnenoor. Beeld je in dat je in een stoel zit die met een volstrekt overdreven snelheid ronddraait – en ja, op AUREA hebben ze zo’n stoel. Zolang het perfect donker is in de kamer, zal je nooit duizelig worden. Er is immers geen conflict. Deze band tussen zicht en evenwichtsorgaan is het uitgangspunt voor de meeste onderzoeken die in dit centrum gebeuren en er ook ontwikkeld zijn. Zo mag ik even getuige zijn van een test waarbij een audiologe in een donkere kamer warm water in het oor van een patiënt laat stromen om zijn evenwichtsorgaan te prikkelen. Ondertussen registreert de computer de oogbewegingen van de man, terwijl zijn ogen de veranderingen in evenwicht proberen te volgen. Gecombineerd ontstaat er een grafiek, waarvan onderzoekers die daar verstand van hebben, kunnen aflezen of een van de evenwichtsorganen slecht functioneert. In een kamer aan de overkant van het gangetje staat dan weer een minicentrifuge die door ESA aan het AUREA werd uitgeleend. Het is een exacte kopie van het model dat ook aan boord van de Neurolab-expeditie te vinden was, een gesofisticeerd stuk meubelair – “uiterst licht titanium!” – met een waarde van zo’n slordige 20 miljoen euro.

 

Terwijl professor Wuyts mij z’n kantoor toont – een rommelig bureau, eerlijk gezegd ben ik verbaasd – dwalen we af van het technische aspect van zijn onderzoek, en vertelt hij meer over zijn motivatie. “Learn to serve!” is zijn motto, en hij lijkt het te menen.