Dossier overbevolking

over het gevolg van zeven miljard oorzaken
21/04/2013
🖋: 

Op 31 oktober 2011 wordt Danica May Camacho geboren op de Filipijnen. Samen met een hele hoop andere kinderen in een hele hoop andere landen wordt zij uitgeroepen tot de zeven miljardste bewoner van onze aardkloot. Dat is, in wetenschappelijke termen, een fuckload aardbewoners. Ondertussen zijn we toch al een goed anderhalf jaar verder. De wereldpopulatie groeit gestaag. De natuurlijke voorraden slinken gestaag. Hoe zit dat eigenlijk, dacht dwars – in de hoop er een mooi geïllustreerde cover aan te kunnen verbinden – hoe zit dat eigenlijk, met dat probleem genaamd overbevolking?

Het is een probleem waar af en toe een boek over verschijnt, waar dan boude en politiek incorrecte uitspraken aan worden verbonden, en dat dan weer de complete vergetelheid induikelt. Overbevolking, en de tactieken die in minder democratische landen worden toegepast om ze te verhelpen, is een taboe en hoewel we in een tijd leven waarin taboes vallen als vliegen, zien we het niet meteen gebeuren dat de UGent een studentenvereniging erkent die zich toelegt op verplichte sterilisatie en eenkindpolitiek.

 

Eenkindpolitiek

Iedereen weet dat de Chinezen, die verrekte Roden uit het Oosten, een eenkindpolitiek voeren. Dat was niet altijd zo. In de jaren vijftig promootte Mao Zedong zelfs een krijg-zoveel-mogelijk-kinderenpolitiek. Hij geloofde namelijk dat een grote populatie een teken was van een land met grote internationale macht. Vergelijk het met die kerel die in zijn Hummer door de stad paradeert. En Zedong is niet de enige die zulks gelooft. In de laatste jaren deden de Turkse premier Erdoğan en de Russische president Poetin beiden de uitspraak dat vaderlandslievende Turken/Russen het thuisland tenminste drie kinderen moeten schenken. Erdoğan liet bijgevolg ook abortus afschaffen.

 

Toen echter bleek dat in de jaren die volgden op de jaren vijftig, bijvoorbeeld de jaren zestig en de jaren zeventig, de Chinese populatie bijna verdubbelde van 540 miljoen tot 790 miljoen, werd ze al gauw aan banden gelegd. In 1979 werd de eenkindpolitiek opgelegd. Ouders die meer dan één kind hadden, kregen minder overheidstoelages en werden boetes opgelegd. Bruusk en onmenselijk, uiteraard, want het aantal illegale abortussen gaat er pijlsnel op vooruit, net als infanticide om toch maar dat jongetje te krijgen dat misschien later meer geld binnenbrengt. Maar het wil wel wat zeggen dat de Chinese overheid hier ingrijpt. Over het algemeen laat die zich toch weinig in met termen als “consequenties” en “milieuoverlast”. Aan de manier waarop ze het doen kunnen we dan weer afleiden dat ze nog lang geen afstand nemen van de termen “dictatuur” en “tiranniek.”

 

In India wordt er dan weer een andere tactiek toegepast. Daar werden ook in de jaren zeventig overheidssubsidies gegeven aan vrouwen (en mannen, maar vooral vrouwen, en seksisme in India is een onderwerp waar dwars zich voorlopig niet aan waagt) die zich vrijwillig laten steriliseren. Sindsdien is er een sterke afkeer van overheidsbeleid omtrent bevolking in India, maar in het land van 1.2 miljard inwoners wordt er op regelmatige basis een schandaal ontdekt waarbij Indiërs van armere kasten worden opgepakt en worden gedwongen een sterilisatie te ondergaan. De oplossingen die worden gehanteerd, met andere woorden, om de wildgroei aan bevolking tegen te gaan, zijn walgelijk mensonterend. Laat dat gezegd zijn. In India zijn aan de andere kant de gevolgen van de overbevolking het hardst te voelen. Hier leeft 17 procent van de wereldbevolking op 2,5 procent van de beschikbare aardkloot.

 

Kyoto en Doha

Dat de weinige opties die al gebruikt zijn om de sterke bevolkingsgroei tegen te gaan zo inhumaan zijn, verklaart misschien waarom overbevolking als probleem zo’n taboe is geworden. Van Kyoto over Cancun naar Doha, op geen enkel van de immer belangrijke en immer falende klimaattoppen staat bevolking als een probleem opgelijst in de verdragen van de meewerkende landen. Nochtans ligt overbevolking aan de basis van ongeveer alle ecologische problemen die we kunnen verzinnen. Energie? Voedsel? Water? Milieuvervuiling? Armoede? We zijn met teveel, luidt een van de oorzaken steevast.

 

De cijfers: we zitten nu aan zo’n geschatte 7.111.583.568 aardbewoners. In 1950 lag dat bevolkingsaantal nog globaal op 2,5 miljard. De groei over de daaropvolgende vijftig jaar, tegen 1.76 percent, zorgde ervoor dat we ons in 2000 al op 6 miljard bevonden. De komende jaren, zo wordt gegokt door de gespecialiseerden aan het United Nations Department of Economic and Global Affairs, zal die groei dalen tot ongeveer 0.7 percent, maar let wel, dat is enkel de groei die daalt, niet het aantal. Het aantal blijft voorlopig toenemen, en stagneert volgens de meest optimistische voorspellingen pas in 2030. Volgens anderen kan het oplopen tot 10 miljard in 2050.

 

Demografische stadia

Hoe komt het dat die groei, laattijdig, afneemt? Dat komt door demografische transitie. Het is namelijk zo dat de bevolking in arme gebieden of gebieden met een hoge sterftegraad over het algemeen meer kinderen krijgen om op die manier zichzelf van een economisch rooskleurigere toekomst te voorzien. Wanneer de regio dan plots rijker wordt, door industriële vooruitgang bijvoorbeeld, daalt de sterftegraad veel sneller dan de geboortegraad.

 

Dat zorgt ervoor dat landen als Brazilië, India en de Afrikaanse staten een veel snellere groei zien dan de westerse landen, die al die fantastische geneeskundige verzorging al lang gewend zijn. Die westerse naties mogen trouwens het komende jaar, wanneer we richting de acht miljard gaan, nog een paar migratiestromen verwachten. Zullen de rechtse partijen blij mee zijn. Volgens de Verenigde Naties zal de wereldbevolking in ieder geval nog tot negen miljard opgetrokken worden tegen 2050. Maar zoals Niels Bohr al zei: “voorspellingen zijn moeilijk, vooral die over de toekomst.” Als het gemiddelde aantal kinderen per moeder een half procent stijgt, hebben we het over tien miljard en een half. Een kind minder, en we hebben het over acht miljard. Het verschil tussen die twee is het aantal mensen dat leefde in 1950.

 

Zolang de voorraad strekt

Het blijft dus echter een taboe. In oktober van datzelfde 2011, bijvoorbeeld, zette filosoof en scepticus Etienne Vermeersch zich af tegen de idee dat vrije familieplanning een mensenrecht zou zijn: “Een mensenrecht dat tot de vernietiging van de gehele mensheid leidt, is geen mensenrecht.”

 

Vernietiging? Jawel, zegt Vermeersch. De aardbol is eindig. Energie op basis van fossiele brandstoffen is eindig, water is eindig, woonplaats is eindig. Op is op. Zulke uitspraken lijken fatalistisch, maar we werpen toch een kijkje op de biocapaciteit van de aarde. Jaarlijks verbruiken we de biocapaciteit van anderhalve aarde. Dat wil zeggen, we verbruiken jaarlijks anderhalve keer aan land, lucht en water wat de aarde op dat jaar kan herstellen of reproduceren. Enkel de mensheid dan, het dierenrijk tellen we hier niet mee. Volgens het Global Footprint Network, een denktank uit Californië, zijn we dat beginnen doen in 1983. Al dertig jaar, met andere woorden. Zo overbodig kan het dan niet zijn om er op te wijzen dat er dagelijks meer dan tweehonderdduizend van ons bijkomen.

 

Mensenrechten

Voorvechters van geboortebeperking noemen familieplanning dus geen mensenrecht. Al kan het perfect gesteld worden dat kiezen hoeveel kinderen je hebt, en wanneer, en waar, een recht is. Het is een vrijheid waar voor gekozen mag worden. Zeker als we de opties bekijken. Overigens kunnen wij er in België via geboortebeperking ook weinig aan verhelpen. Onze geboorte- en sterftecijfers overlappen bijna. De enige reden dat we nog groeien, demografisch gezien, is immigratie.

 

Mythes en status quo

Maar het antwoord hoeft niet per se geboortebeperking te zijn. Twee onderzoekers aan de Universiteit Leuven, met name Anneleen Kenis en Matthias Lievens, brachten onlangs een boek uit met de ietwat ontnuchterende titel: De mythe van de groene economie. Daar stellen zij in allerijl de problemen rondom de economisch-kapitalistische oplossing voor de milieuproblematiek aan de kaak, maar ook de overbevolking. Zij zijn van mening dat een oplossing als geboortebeperking enkel de huidige status quo in de hand werkt.

 

Dat klopt natuurlijk wel, of zoals alles klopt het in ieder geval een beetje. De rijkste 10 procent houdt globaal 85 procent van de weelde in handen. Mochten we wat heen en weer schuiven met rijkdommen hier en daar, zouden in een heleboel landen de problemen die meekomen met hun snelle bevolkingsgroei al een boel minder drukkend worden.

 

Nog volgens datzelfde boek moeten we af van de druk op groei. Zelfs als we spreken van een matige, globale economische groei van 3 procent, zitten we wereldwijd nog altijd met een verdubbeling van de productie elke vijfentwintig jaar. Zoiets is niet houdbaar. Die groei kan dan misschien wel vooral plaatsvinden in de dienstensector, maar dan nog zijn de gevolgen afschrikwekkend. Internationaal kost e-mailspam, om maar iets te noemen dat absoluut niets te maken heeft met huidige frustraties, jaarlijks evenveel als het huishouden van anderhalf miljoen Amerikanen. Iets om over na te denken.