Discriminatievrijheid of discriminatieverbod?

Eigen gelijk eerst
20/02/2007
🖋: 
Auteur extern
Boudewijn Bouckaert en Matthias Storme

“Discriminatievrijheid of discriminatieverbod” is het thema van het laatste debat van het Academisch Forum. dwars biedt u alvast een korte smaakmaker. Boudewijn Bouckaert is voorzitter van Nova Civitas. Deze vzw kende enkele jaren geleden de Vrijheidsprijs toe aan Matthias Storme omwille van diens standpunten over discriminatievrijheid

Bouckaert is niet te vinden voor overheidsmaatregelen tegen discriminatie. Naima Charkaoui daarentegen is wél gewonnen voor legale maatregelen: als coördinator van de vzw Minderhedenforum wordt zij dagelijks geconfronteerd met de benadeling van minderheidsgroepen.

Contra

De Romeinen drukten het mooi uit. ’Non omne quod licitum est, honestum est’. Niet alles wat juridisch toegelaten is, is daarom moreel netjes. Het ongelijk behandelen van mensen zuiver op grond van hun huidskleur, geloofsovertuiging of politieke overtuiging is inderdaad in vele gevallen moreel verwerpelijk. Dikwijls valt deze ongelijke behandeling te verklaren door de vrees voor de onbekende of door het woekeren van een slechte collectieve reputatie. Een verhuurder durft zijn woning niet verhuren aan een zwarte kandidaat-huurder omdat hij dit niet gewoon is en vreest voor slechte betaling of vernielen van de inboedel. Een café-uitbater laat een jongen van Marokkaanse afkomst niet binnen omdat Marokkanen de reputatie hebben boelmakers te zijn. Het veroordelend vingertje omtrent dit discriminatorische gedrag gaat meestal uit van instanties die zich via overheidsgeld van elk economisch risico hebben weten vrij te stellen. Hun moreel gezag is dan ook niet bijzonder groot. Maar toch blijft het zo dat het ten sterkste moet ontmoedigd worden. Discriminatie op grond van collectieve kenmerken zoals huidskleur, geeft blijk van wantrouwen in de medemens en leidt tot polarisatie tussen collectieve groepen die in een samenleving nochtans tot samenwerking gedoemd zijn. Het tegengaan van dergelijk discriminatorisch gedrag is dus een goede zaak. Is antidiscriminatiewetgeving daarvoor echter de geëigende weg? Moet het, omdat het moreel verwerpelijk is, daarom ook juridisch verboden worden, wat meteen het inzetten van het repressieapparaat van de overheid impliceert? De verleiding is groot alles wat moreel verwerpelijk is via overheidsoptreden te willen bannen. Dat is echter niet de weg die onze Westerse beschaving gekozen heeft. Via een kader van individuele rechten, gaven we de burgers een morele ruimte waarbinnen ze naast hun eigenbelang ook hun morele perfectie kunnen nastreven. De collectivisering van de morele perfectie via bijvoorbeeld antidiscriminatiewetgeving schakelt ons uit als morele actoren. Bovendien leidt de repressieve aanpak tot maatschappelijke polarisatie, net het tegenovergestelde van wat men ermee wou bereiken. Antidiscriminatiewetgeving is daarom beschavingsdestructief. Het geleidelijk doen wegebben van vooroordelen via vrijwillige actie en dialoog (bijvoorbeeld tussen café-uitbaters, gemeentelijke overheden en vertegenwoordigers van de gediscrimineerde groepen) effent het pad voor een duurzaam samenleven van diverse bevolkingsgroepen.

 

Boudewijn Bouckaert is hoogleraar Rechten aan de UGent en voorzitter van de vzw Nova Civitas.

 

Pro

Op 19 maart vindt er in Antwerpen een debat plaats over de vraag of je discriminatie mag verbieden. Waarom zou dát een interessante vraag zijn? Men kan evengoed debatteren over de vrijheid om wapens te dragen of om afval te dumpen in natuurgebied. Discriminatie is niet enkel moreel verwerpelijk: het recht om gelijk behandeld te worden – ongeacht geslacht, afkomst, seksuele geaardheid … – is een fundamenteel mensenrecht.

Discriminatie schaadt de rechtstreeks betrokkene én de hele samenleving. Wanneer bijvoorbeeld een competent persoon niet op de juiste functie terechtkomt door een ‘verkeerde’ afkomst, mist de economie kansen.

Desondanks is discriminatie wijdverbreid. Sinds de studie van het Internationaal Arbeidsbureau uit 1997 twijfelt geen enkele sociale wetenschapper eraan dat allochtone Belgen gediscrimineerd worden op onze arbeidsmarkt. Allochtonen ondervinden discriminatie dagelijks aan den lijve bij het uitgaan, op de woonmarkt, enzovoort.

De juiste vraag is niet waarom, maar hoe de overheid efficiënt discriminatie kan bestrijden. Een sterk juridisch kader is onontbeerlijk. In vergelijking met andere Europese landen is de bestraffing van discriminatie in België erg zwak. De Europese Commissie tikte ons land op de vingers omdat het Europees antidiscriminatieverbod slecht is omgezet in Belgisch recht. Onze antidiscriminatiewet is een papieren tijger zonder tanden. De slachtoffers hebben er niets aan.

Waarom dan een debat rond holle frasen als “een tolerant persoon discrimineert intolerantie”? Het is al bedroevend genoeg dat de Vlaamse overheid nog geen antidiscriminatiedecreet heeft. Het is al bedroevend genoeg dat werkgevers die zwart op wit toegeven dat ze discrimineren (Feryn, Eurolock) intussen vrijuit gaan. Het Minderhedenforum staat open voor elke discussie, maar niet voor abstract gefilosofeer over de zin en onzin van wetten die een basisvoorwaarde zijn om in deze maatschappij te kunnen wonen, werken en leven.

 

Naima Charkaoui is coördinator van de vzw Minderhedenforum.