Meer kleur op het scherm. Gianni Marzo werkt er bij de VRT achter de schermen aan en Faroek Özgünes is er als Turkse nieuwslezer op de VTM een stichtend voorbeeld van. dwars vroeg beide heren hun licht te laten schijnen over de aan- of afwezigheid van allochtonen in de media, over taalbeleid en over onderwijs.
In 2003 lanceerde de VRT het Charter Diversiteit dat als doel had iets te doen aan het gebrek aan diversiteit op het scherm. Om de inhoud ervan vorm te geven, werd ook de Cel Diversiteit opgericht. Hoe realiseer je die goede voornemens nu concreet?
Gianni Marzo We werken met twee pistes: meer kleur op het scherm en meer kleur achter de schermen. We proberen mensen uit minderheidsgroepen niet positief te discrimineren, maar wel om hen via positieve actie op die manier een gelijke kans te geven. In de eerste plaats moeten ze talent en doorzettingsvermogen hebben. Ons meest prestigieuze project is een opleidingsstage die we jaarlijks organiseren voor vijf, en dit jaar zelfs voor zes personen. Zes verschillende redacties nemen een stagiair uit een minderheidsgroep op. Gedurende een half jaar zijn zij er dan een volwaardige medewerker. Van de voorbije edities zijn er nog steeds vier voormalige stagiairs in dienst bij de VRT.
Faroek Özgünes Denk je dat ze zonder jullie hulp ook in de media terechtgekomen zouden zijn?
Marzo Dat kan ik niet zeggen. We doen immers aan talentscouting: we tonen aan de mensen die aanleg hebben dat het ook mogelijk is om er te geraken. We gaan niet zomaar mensen rekruteren en opleiden, we geven enkel een impuls aan de mensen die denken geen kans te maken in de media, hoewel ze erg getalenteerd zijn. Dat vuur, die drive, dat moeten ze al van tevoren hebben.
Heeft VTM een dergelijk diversiteitsbeleid?
Özgünes Neen. VTM is een privé-bedrijf, we hebben geen maatschappelijke taak in het aanwerven of begeleiden van allochtonen. Onze mensen worden geselecteerd op basis van kwaliteiten, niet van huidskleur. Dat betekent echter niet dat VTM een blank bastion is: als ik naar onze redactie kijk, zie ik heel wat mensen van een andere afkomst.
Zelf heeft u het niet makkelijk gehad. Kan u iets vertellen over de obstakels op uw weg naar het nieuwslezersbestaan?
Özgünes Mijn eerste ervaringen als journalist, na een opleiding Journalistiek gevolgd te hebben, waren in het Belgische leger. Tijdens mijn dienstplicht kwam ik terecht op de persdienst van onze militairen in Duitsland. Er waren maar twee plaatsen voor Nederlandstalige reporters, en van positieve discriminatie of een gelijkekansenbeleid was in die tijd nog geen sprake: ik zat daar omdat ik de beste was. Na mijn legerdienst ben ik beginnen solliciteren: bij kranten, radio en tv. Ik deed ook mee aan de stemtest van de toenmalige BRT en ik kwam als beste uit de bus. Dan was ik er echter nog niet: ik heb nog hard moeten knokken want ondanks die goede test werd ik niet aangenomen. Het is echter net die vasthoudendheid die noodzakelijk is en het verschil maakt. Na lang proberen kreeg ik via enkele omzwervingen uiteindelijk een vast contract bij VTM. In de kranten verscheen toen “Turkse mijnwerkerszoon wordt journalist”, alsof het een soort freakshow betrof. Achteraf bekeken was het moeilijkste niet de job te krijgen, maar er zeventien jaar lang iedere dag voor te knokken. Op de redactie zit ik niet met mijn voeten op tafel en een air van: "je gaat je enige Turk toch niet buitengooien?" Met een minderhedenbeleid waarbij je quota oplegt voor het aantal allochtonen op het scherm moet je oppassen. Je moet vooral zorgen dat je de juiste mensen vindt.
Beeldvorming
Bij een item over criminaliteit op het nieuws vermeldt men vaak de nationaliteit van een dader. Er wordt soms geopperd dat dit bijdraagt tot stigmatisering. Zijn jullie het daarmee eens?
Özgünes Ik heb in principe geen probleem met het noemen van de nationaliteit. Daar zeg je uiteindelijk toch helemaal niks mee? En daarbij, wat moet ik dan zeggen? "Een man uit een stad heeft iets gedaan met iemand?"
Marzo Als je beslist om de afkomst mee te geven moet je wel goed letten op wat je zegt. Een Marokkaan van de tweede of derde generatie is bijvoorbeeld helemaal geen Marokkaan, dat is hoogstens een Marokkaanse Belg. Bovendien hoor je vaak aan de naam van de dader al dat het geen Vlaming is. Het gaat trouwens meestal over kansarme jongeren en niet over volksaard of afkomst en nationaliteit. Als je een item voor het nieuws uitwerkt, moet je dat dus in je achterhoofd houden en nadenken over de formulering.
Wat zou er volgens jullie wel beter kunnen in de huidige berichtgeving?
Özgünes Wat volgens mij veel schadelijker is dan het noemen van de nationaliteit is het feit dat er veel te veel clichés worden getoond. Als het over moslims gaat, krijg je meteen heel typische beelden: gesluierde vrouwen of mannen die zitten te kaarten. Maar zo duw je ze echt in een vakje. Ik ken genoeg mensen van een andere afkomst die helemaal niet in die stereotype beelden passen. Dat is echt een fout van de media. Er zijn vaak meer vrouwen te zien zonder sluier maar door ze mét sluier te tonen zijn ze blijkbaar herkenbaarder als doelgroep. Zo werk je het wij-zijbeeld in de hand.
Marzo Daar ben ik het helemaal mee eens. Ze willen met een paar shots een duidelijke context tekenen maar dat is soms nefast. Zo herinner ik mij dat men tijdens de verkiezingen om reacties vroeg bij de Italiaanse gemeenschap in Limburg. Ze toonden direct de typische tafereeltjes van de gepensioneerde Italiaan: de mannen die om drie uur ’s middags de krant zaten te lezen bij een espresso en op alles zaten te foeteren. Zo versterk je die stereotypes alleen maar en daar moet echt nog aan gewerkt worden.
Taal
Veel allochtonen hebben wel talent maar voldoen niet aan een aantal eerder vormelijke normen. Op de BBC hoor je allerlei regionale accenten en zie je ook veel meer kleur. Zou het geen goed idee zijn om ook bij ons bijvoorbeeld een soepeler taalbeleid te hanteren?
Marzo Dat is een probleem dat allochtonen delen met hun autochtone collega’s. De VRT heeft een erg streng taalbeleid en daar heb ik in principe niks over te zeggen. Als je mijn eigen mening wil horen, dan mag het voor mij best wat soepeler. Dat Standaardnederlands doet soms wat onnatuurlijk aan. Er mag van mij dus wel wat meer kleur in de taal, maar dat strenge beleid is voorlopig wat het is.
Özgünes Ik ga helemaal niet akkoord met een versoepeling van de normen. Allochtone jongeren moeten net vlekkeloos Nederlands spreken. De Vlaming ziet het niet spreken van het Standaardnederlands als een weigering om je te integreren. Allochtonen moeten aangepast zijn en geïntegreerd zijn. Een perfecte taal is daar het ultieme bewijs van. Van een Vlaming mag je best horen van welke streek hij is maar voor een allochtone jongere geldt dit niet. Voor de Vlaming is het beheersen van de standaardtaal het beste bewijs dat hij zich geïntegreerd heeft. De Vlaming is daar enorm gevoelig voor.
U beroept zich op de eisen van de kijker maar moet je daar in meegaan? Als diezelfde kijker morgen geen vrouw of holebi als nieuwslezer wilt, dan ga je daar toch ook niet op in?
Özgünes De Vlaming is zo. Die pikt dat niet. In dit land word je nu eenmaal afgerekend op je taal. Dan moet je dus zorgen dat men niks kan zeggen op die taal en dat je die vlekkeloos beheerst. Dat neemt zoveel barrières weg. Taal is mijn grootste troef.
Marzo Dat geldt trouwens ook voor andere beroepen. Het verlagen van normen zal alleen averechts werken. Je thesis aan de universiteit mag ook niet vol fouten staan. We hebben nu twee medewerkers die perfect Nederlands spreken maar met een zwaar Servisch accent. Dat bewijst dus zonder meer dat het kan: je kan er geraken als je met een accent spreekt. Je moet geen Algemeen Nederlands spreken om je job goed te doen. Anderzijds, als je op het scherm wil komen, zijn er andere eisen.
Özgünes Voor een massamedium als televisie moet je daarenboven wel toegeven aan de eisen van de kijker, het gaat om je publiek.
Het klinkt alsof iemand van allochtone afkomst nog extra zijn best moet doen om een baan te krijgen die je sowieso al niet voor de voeten wordt geworpen?
Marzo Neen, iedereen moet zijn best doen.
Özgünes Jawel, ik vind van wel. Het is niet voldoende om even goed te zijn. Als je geselecteerd wil worden moet je gewoon beter zijn. Dat is keihard maar zo zit de wereld in elkaar. In het bedrijfsleven kiezen ze de beste, dat is de wet van de sterkste.
Onderwijs
Traditioneel wordt er erg gedrukt op het belang van het aanleren van het Nederlands om zo de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Volgen jullie dat standpunt?
Özgünes Mijn grote verwijt is dat veel jongeren van allochtone afkomst de middelbare school verlaten met een serieuze achterstand. Ze spreken slecht Nederlands, werden slecht begeleid, en noem maar op. Ik ben absoluut tegen positieve discriminatie – maar niet op school. Wanneer allochtone jongeren achttien worden, moeten ze op dezelfde startlijn staan als hun leeftijdsgenoten. Geen 100 meter erachter: dat halen ze nooit meer in.
Er gaan de laatste tijd weer stemmen op om op school ook een aantal lessen in de thuistaal te geven. Hoe staan jullie hier tegenover?
Özgünes Ik ben daar radicaal tegen. Ik vind dat je slechts mag focussen op één taal en dat is Nederlands. Dat je thuis met je ouders een andere taal spreekt, daar heb ik geen problemen mee. Op school moet dit echter niet aangemoedigd worden. Die kinderen hebben het Nederlands hier elke dag nodig en ze zijn zich daar maar beter bewust van. Hoe beter ze die taal beheersen, hoe groter hun kansen later zijn. Ik ben volledig tegen bicultureel onderwijs. Ik heb zelf lang genoeg in de situatie gezeten waarin er thuis enkel Turks werd gesproken en ik ben er van overtuigd dat je de taal die je thuis leert ook best voor thuis bewaart.
Marzo Ik ben daar heel voorzichtig in en ik wil dan ook geen voor of tegen kiezen, ik ben geen linguïst. Ik wil wel geloven dat dergelijk onderwijs een interessant ‘glijmiddel’ kan zijn, om het plastisch uit te drukken. Ik weet ook wel dat een aantal ouders niet de capaciteiten heeft om met die dubbele identiteit en dubbele taligheid om te gaan. Anderzijds zijn er mensen die zeggen dat het goed is om kinderen meer talen te leren. Je hoort vaak dat het je ‘taallenigheid’ aanscherpt en daar kan ik ook ergens inkomen. Een andere theorie is dat die meertaligheid allochtone jongeren ook tegemoetkomt in hun identiteitscrisis. Je zegt op die manier eigenlijk dat hun taal en identiteit volwaardig zijn, en niet het mindere broertje van het Nederlands. Op die manier voelen ze zich sneller aanvaard en zullen ze ook het Nederlands sneller leren en accepteren. Ik vind het zelf heel moeilijk. Ik blijf er wel op hameren dat Nederlands op de eerste plaats heel belangrijk is.
Özgünes Ik heb niets aan het Turks, ik heb niets aan die moedertaal. Behalve als ik met vakantie ben in Turkije. Bij sollicitaties kijkt men in de eerste plaats naar het Nederlands en zo moet het ook.
Meneer Özgünes, u heeft zelf ook kinderen. Krijgen zij een tweetalige opvoeding?
Özgünes Neen, absoluut niet. Wij spreken enkel Nederlands. Afgezien van hun achternaam hebben ze geen enkele band met Turkije. Als ze ouder zijn en er meer over willen weten, zal ik er wel iets over vertellen maar ik zal hen er nu zeker niet in aanmoedigen. Ik woon en werk hier en mijn toekomst ligt in België. Ik heb echt de rug gekeerd naar die Turkse achtergrond.
U bent ‘Belgischer’ dan een autochtoon.
Özgünes Voor de meeste Turken ben ik, afgezien van mijn naam en fysionomie, niet Turks genoeg. Vlamingen kunnen dan weer moeilijk geloven dat ik van Turkse afkomst ben. Een gemengd huwelijk denken ze dan. Nee hoor, ik heb Turkse ouders en ik ben in Turkije geboren. Maar ik weet zeker dat dit soort gesprekken over twintig of dertig jaar niet meer gevoerd zullen worden. Laat er nog een paar generaties over gaan en over een tijdje is een andere achtergrond de vanzelfsprekendheid zelve.
Marzo Daar ga ik ook van uit. Ons doel met de Cel Diversiteit is dat allochtonen overal te zien moeten zijn. Niet als ‘allochtoon’ maar als een gelijkwaardig individu. Er moet zich een mentaliteitswijziging voltrekken. Geef ons nog een tijdje en hopelijk heft de Cel zich dan vanzelf op.