De nacht in met Merdan Taplak

Dj, bandleider, leraar
17/10/2010

Een nacht op stap met de man die u deze zomer op verschillende festivals, StuDay én de Unifac Openings TD het zweet uit het lijf deed dansen? Er zijn onaangenamere dingen om je tijd(schrift) mee te vullen. Tussen het tokkelen op gps en mobieltje door en in een voortdurende race tegen de klok, was het gezellig keuvelen met de sympathieke deejay en bandleider van het Merdan Taplak Orkestar.

We don't need no education

Merdan Taplak, kind van een Belgische moeder en een Turkse vader, groeide op ‘in het Antwerpse’, een eufemisme voor het dorp Mortsel. Hij verhuisde later naar Wilrijk “waar alleen maar bomma’s wonen” en is nu verknocht aan 't Stad, al vindt hij Gent ook “supercool” en heeft hij eveneens voor onze hoofdstad mooie woorden over. Deze nacht brengt ons in alle drie de steden: het wordt een retourtje Antwerpen met als tussenstops de Mire El Mundi-avond in het Rits Café in Brussel en de Politeia-TD in de Vooruit in Gent.

 

Thuis neemt Taplak afscheid van zijn posse, beelden uit de televisieserie ‘Entourage’ doemen op. Wij volgen hem richting een chique zwarte Range Rover, laten die links liggen en nestelen ons in zijn echte auto: een rommelige VW Polo. We praten over de wedstrijd van die avond, België - Oostenrijk, en vervolgens over Merdans studie Geschiedenis aan de UA. Hij koos die richting omdat hij "altijd al een zieke fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog heeft gehad." Van zijn studiekeuze heeft hij geen spijt gehad, al verwacht je van een succesvolle deejay nu niet meteen dat hij een diploma Geschiedenis op zak heeft. Hij houdt er dan ook een leven als leerkracht Nederlands op na. Het lesgeven houdt hem scherp: “Ik ben even gestopt met lesgeven, maar ik heb toen gemerkt dat ik veel productiever ben als ik lesgeven en muziek kan combineren. Dat is goed voor mijn arbeidsethos.” Hij is ook pedagoog wanneer hij draait: "Iets meer electro op een Balkanavond en juist wat meer Balkanmuziek op een studentenfeestje.” Als hij iets goed vindt, dan draait Merdan dat ongeacht het genre, met een mix mondiale als gevolg.

 

Waar zijn die handen?!

Terwijl hij zijn auto richting Brussel taxiet, vertelt hij dat hij als tiener met een vriend naar alle grote technofeestjes ging. Ze waren grote fan van Dave Clarke, de patroonheilige van I Love Techno. Stilaan veranderde de muzieksmaak en het enthousiasme en vanaf zijn negentiende begon Merdan alleen te draaien. Gek genoeg draait hij nu als parttime leerkracht vaker op studentenfeestjes dan in zijn eigen studententijd. Ook vanavond draait hij op studentenfeestjes. In het Brusselse Rits Café opent Merdan zijn set met de ‘Flash Dance’-meebruller ‘She’s a maniac’. In het begin lijkt hij wel een ADHDj, hij is energiek en jut Regi-gewijs de menigte op met kreten als “Let’s make some noice!” en “Put your hands in the air!” Al snel is een mengeling van concentratie en amusement op zijn gezicht te lezen. Het evenwicht tussen die twee is cruciaal: tussen serieus je werk doen en tegelijk jezelf niet te serieus nemen, maar ook het evenwicht tussen enerzijds het publiek en anderzijds jezelf amuseren.

 

Merdan begon met het Orkestar omdat de sfeer en de energie die hij voelde bij de optredens van de bevriende band El Crème Glace Ques hem zin deden krijgen om ook zoiets op te starten. Na enkele maanden repeteren staken Merdan, een accordeonist en vier blazers een show in elkaar. Die repetities waren soms frustrerend omdat Merdan toch wat eigenaardig voor een muziekfreak geen enkel instrument bespeelt, “tenzij dan misschien Broeder Jacob op blokfluit.” “Als ik de tijd zou kunnen terugdraaien, zou ik muziekschool zijn gaan doen. Wanneer ik nu met het Orkestar repeteer en het gaat van si dit en b-mol dan zit ik soms echt met mijn duimen te draaien.” Dat is tijdens de gigs van het Orkestar wel anders. Hun show vol zit met knipogen en grapjes: alle bandleden dragen dikke valse Oostbloksnorren, als je fan wordt op Facebook krijg je gratis geitenkaas en de hilarische kostuums lijken een kruising tussen een Oosterse harembroek en een ordinaire trainingsbroek. Tijdens interviews doen de bandleden – die allemaal uit de Vlaamse klei getrokken zijn – ook steevast of ze een bende door Merdan ontvoerde zigeuners zijn. "En ze geloven ons nog ook!"

 

Alors on dance

In de zaal van het Brusselse Rits stijgt de temperatuur en blijft het volk toestromen. Merdan zet ‘Gasolina’ van Dandy Yankee op en heel de dancing crowd zakt al kontendraaiend door de knieën. Een meisje spoort een jongen aan: “Allez komaan, dansen, slet!” Die laat dat zich geen twee keer zeggen en een seconde later zie ik zijn heupen losgehen op de zwoelhitsige tonen. Op het einde van zijn set vertelt Merdan dat hij het moeilijk vond het publiek in te schatten. Het resultaat werd een mengeling van stevig wat drum ‘n’ bass, electro, balkan, ritmische meebrullers en een streepje hiphop. Als het einde van de voetbalwedstrijd België - Oostenrijk nadert, verzamelt het manvolk zich voor een televisiescherm. Even vervallen de studenten in clichés: terwijl de makkers in het spel opgaan, doen de vrouwen enkele meters verder krampachtig hun best de mannetjes met hun beste dansjes te lokken. Het lijkt wel een natuurdocumentaire. Als het verdict (4-4) gevallen is, krijgen de wijfjes eindelijk de aandacht waar ze om vragen. Wat biedt immers, na een pijnlijk gelijkspel, beter troost dan een vrouwenboezem? Tijd om ons naar het volgende feestje te haasten. De verkregen flessen sterke drank worden in de koffer naast een map te verbeteren boekbesprekingen gezwierd.

 

This is the rhythm of the night

Omwille van zijn naam wordt Merdan Taplak in interviews vaak aangesproken op zijn afkomst. J“e doet daar natuurlijk mee wat je wil, maar je kunt je roots niet wegstoppen. Weet je, hierover volg ik de mening van Sidi Larbi Cherkaoui, een geweldige Vlaams-Marokkaanse danser en choreograaf, die me zei dat hij Belg is als hij het nodig heeft en Marokkaan is als hij dat nodig heeft. Zo doe ik het ook.” Als Merdan hoogstwaarschijnlijk te laat gaat komen op het volgende feestje, doet dat de spanning in de auto stijgen: “Zie jij hier iemand rijden!” roept hij al lachend als we op een compleet desolate weg voor een rood licht staan. Waarschijnlijk is hij nu, met het falen van het Belgische verkeerssysteem in het achterhoofd, eerder Turk dan Belg. Als halve Turk vond hij de recente film ‘Turquaze’ over de problemen van een gemengd Vlaams-Turks koppel heel herkenbaar, vooral dan de muziek en de klanken. Het Merdan Taplak Orkestar heeft dan ook de mooie eindgeneriek van de film verzorgd. Het liedje, dat ook in de trailer komt, is gebaseerd op een oud Macedonisch lied over een man en een vrouw die niet met elkaar samen mogen zijn.

 

Let's crank it up, deel twee

Gearriveerd in Gent zijn de parkeergoden ons gelukkig goed gezind, de tocht naar de Vooruit verloopt vervolgens in datzelfde uptempo als de rit Brussel-Gent. Ik zal deze nacht meermaals moeite hebben om de boomlange, energieke Merdan bij te kunnen houden. Het publiek in Gent is massaal komen opdagen, het meisje van Politeia dat ons naar de backstage gidst, laat weten dat ook de balkons voor het eerst in vier jaar weer open zijn. Merdan maakt zich snel gereed om te draaien: vers water en frisse handdoeken gaan de sporttas met cd’s en koptelefoon in en klaar is hij. “Dat vind ik het geweldige aan draaien: je hebt helemaal niet veel nodig.” Terwijl Merdan het podium beklimt, trekken wij het publiek in. Het aantal jongens met hemdjes en meisjes met hakjes per vierkante meter ligt hier gevoelig hoger dan in Brussel. Merdan maakt het niets uit. Sommige nummers die hij al in Brussel draaide, knalt hij ook nu door de zaal. Ook deze keer mist het zijn effect op de aanwezigen niet: de Vooruit verandert voor een paar uur in één grote pompende massa feestende studenten. Als reporter voor dwars moet je de vinger aan de pols houden en ook ondergetekende gaat op in het anonieme feestgedruis. Weer in de backstage rust Merdan uit met een sandwich en in goed Gents gezelschap. “Gaan jullie mee terug naar Antwerpen of blijven jullie hier feesten?” vraagt hij. Onze fotograaf, licht beneveld door de gratis drank, twijfelt. Hij wilde zijn kans nog wagen bij een Gentse blondine.

 

Do you know where your teacher is at 5 o'clock in the morning

Tijdens de terugrit is de sfeer relaxt. Het gejaagde tempo van de nachtelijke queeste maakt langzaamaan plaats voor de realiteit van de dag. In deze schemerzone veranderen de gesprekken van toon en inhoud. De sfeer is open en als automatisch op dit uur van de nacht gaat het over de liefde. Helaas dames, Merdan is al drie jaar verknocht aan zijn vriendin, een knappe brunette die met haar kortgeknipte haren wat weg heeft van Jean Seberg uit ‘A bout de souffle’ van Godard, of is die vergelijking echt volledig uit de lucht gegrepen en een symptoom van het gevreesde RITS-virus?

 

We naderen Antwerpen. De chauffeur van Taxi Taplak vertelt dat hij wel houdt van het heimelijke sfeertje van een rit in de nacht: “Je zit alleen in je auto, je rijdt, soms is het bijna alsof je meespeelt in een film. Dan kom je binnen op het feestje waar je moet draaien en “Baf!” je lijkt wel de hel binnen te stappen: de mensen zijn dronken en aan het dansen, ze zijn het zwijn aan het uithangen en zich aan het amuseren. Daarna verdwijn je weer de nacht in. Daar kick ik echt op.”

 

Het is inmiddels ochtend. De man die vannacht honderden studenten deed bougeren, staat nu vooraan in het klaslokaal het verschil tussen het voltooid deelwoord en de persoonsvorm uit te leggen.