Het bevriende volk van boven de Moerdijk heeft altijd gemakkelijk haar weg gevonden naar Antwerpen. Na de Meir, de Metropolis en het Sportpaleis wordt nu ook onze universiteit overspoeld door Nederlanders. Het ziet ernaar uit dat de UA de komende jaren nog veel meer Ollanders academisch asiel zal mogen verlenen.
Vlamingen benijden hun noorderburen wel eens omwille van de Hollandse handelsgeest. Een mooi voorbeeld van zulk commercieel inzicht is een studentenhuis aan de Plantijn en Moretuslei. De Nederlandse eigenaren bouwden er een voormalig rusthuis om tot een thuis voor meer dan veertig van hun landgenoten die hier komen studeren of stage lopen. Geen gek idee, want alleen al aan de UA studeren momenteel 847 Nederlanders of 7,2 procent van het totaal aantal studenten. In 2000 was dat nog maar 5,3 procent. Deze stijgende tendens zal zich naar alle waarschijnlijkheid doorzetten, niet in het minst omdat het nieuwe kabinet-Rutte van plan is om het rigide Nederlandse hoger-onderwijssysteem nog strenger te maken.
Antwerpen, een magneet
Er zijn drie structurele redenen waarom Nederlandse studenten naar Antwerpen trekken. De eerste is geografisch. Voor vele studenten uit het zuiden van Nederland is de UA de dichtstbijzijnde universiteit. De TU/e in Eindhoven is een technische universiteit en die in Tilburg biedt enkel humane wetenschappen aan.
Een tweede reden is het systeem van uitloting. Wanneer in Nederland meer kandidaten een opleiding willen volgen dan er plaatsen zijn, dan worden de studenten geloot. Wie erg goede resultaten behaalde in het middelbaar, krijgt rechtstreeks toegang tot de gewenste opleiding. De rest moet door het ministerie van Onderwijs (centrale loting) of door de onderwijsinstelling (decentrale loting) op basis van behaalde resultaten en geluk worden uitgekozen. Denise, een van de bewoners van het huis op de Plantijn en Moretuslei, kwam naar Antwerpen om Geneeskunde te studeren. In Nederland werd ze de eerste keer niet geloot, waarna ze slaagde voor haar ingangsexamen in Vlaanderen en hier haar studies aanvatte. Het jaar nadien had ze meer geluk met de loting, maar ze besloot aan de UA te blijven.
De derde en belangrijkste reden is het financiële aspect. Elke Nederlandse student krijgt een studiebeurs tijdens zijn drie bachelorjaren en één of twee masterjaren. Voor thuiswonende studenten bedraagt de maandelijkse beurs 96,75 euro, voor uitwonende 269,40 euro. Dat zijn flinke sommen, maar daar staat een jaarlijks te betalen collegegeld van 1.672 euro tegenover. Bovendien houdt de subsidiëring op na vier of vijf jaar, afhankelijk van een eenjarige of tweejarige master. Een beetje Nederlander heeft al snel uitgerekend dat wanneer hij aan de UA, waar het standaard studiegeld ‘slechts’ 564,30 euro bedraagt, gaat studeren, hij op vier jaar tijd 4.430,80 euro uitspaart. Zeker voor de Nederlander die door omstandigheden langer zal moeten studeren dan zijn studiebeurs voorziet, wordt Vlaanderen een erg interessante optie. Gideon, een inwoner van het voormalige rusthuis die een schakelprogramma volgt aan de UA, kwam naar Antwerpen omdat hij reeds moest lenen bij de Nederlandse overheid. Een goedkope lening afsluiten bij de Nederlandse overheid is een vaak voorkomende noodoplossing voor studenten die geen beurs meer krijgen.
Regering-Rutte zwijgt
Nederlandse studenten hebben dus goede redenen te over om hun hogere opleiding in Vlaanderen te volgen. Ook dezelfde onderwijstaal en de betere markt voor studentenkamers zijn troeven die de oversteek aanmoedigen. Bovendien schakelde de internationalisering van het Europsese hoger onderwijs met de Bolognaverklaring een versnelling hoger. Vorig jaar beslisten de respectievelijke ministers van Onderwijs ook om de Vlaamse en Nederlandse diploma’s wederzijds automatisch te erkennen. Hiermee is het stijgende aantal noorderburen aan de Universiteit Antwerpen – van 439 tien jaar geleden naar 847 vandaag – verklaard. De vraag is nu hoe die tendens zich de komende jaren zal ontwikkelen.
In het coalitieakkoord van de regering-Rutte, die op 14 oktober van dit jaar werd beëdigd, neemt de nieuwe regering zich voor erg veel te besparen. Een eerste slachtoffer van de bezuinigingen is subsidiëring van cultuur. Volgende in rij wordt het hoger onderwijs. Bedoeling is dat de student “minder perverse financiële prikkels” krijgt. Masterstudenten zullen daardoor vanaf 2012 niet langer een beurs ontvangen. Voor hen wordt een sociaal leenstelsel voorzien. Wie er langer dan vijf jaar over doet om een studie van vier jaar af te ronden zal vanaf 2011 3.000 euro inschrijvingsgeld meer moeten betalen, bovenop de standaard 1.672 euro. Een logisch gevolg van deze financiële straffen zou alvast kunnen zijn dat vanaf volgend academiejaar meer Nederlanders dan ooit zullen uitwijken naar Vlaanderen en in het bijzonder de UA. Het verschil tussen pakweg in Tilburg of in Antwerpen studeren zal voor sommige studenten namelijk zo’n 4.500 euro per jaar bedragen.
Het Nederlandse ministerie van Onderwijs wil voorlopig niet reageren op de vraag of de hierboven geschetste hypothese werkelijkheid zal worden. Een woordvoerder van staatssecretaris voor Hoger Onderwijs Halbe Zijlstra laat weten dat zij het debat daarover in de Tweede Kamer op 29 november afwachten. Er moet wel een kleine kanttekening worden gemaakt. De huidige Nederlandse regering heeft namelijk eveneens het plan opgevat om binnen een termijn van vijf jaar het systeem van uitloting af te schaffen. Dit zou het traditioneel grote aantal Nederlandse studenten dat in Vlaanderen (Dier)geneeskunde komt studeren, enigszins kunnen terugdringen.
Onhoudbare situatie?
Desalniettemin bereidt de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) de studenten alvast voor op het ergste. Op de website www.minimaalnominaal.nl werd een petitie tegen de bezuinigingen in het Nederlandse hoger onderwijs al meer dan 80.000 keer ondertekend. Sander Breur, voorzitter van de LVSb, kan alvast wel commentaar geven op de geplande maatregelen: “Voor alles wat studenten extra binnen of naast hun studie willen doen, zullen zij moeten bijbetalen. Ik verwacht dat veel studenten zullen kiezen voor een master in het buitenland waar ze geen 5.000 euro inschrijvingsgeld hoeven te betalen wanneer ze zijn uitgelopen. Ook bezuinigt de overheid op de onderwijsinstellingen, waardoor de kwaliteit naar beneden zal gaan. Wij zullen hier hard tegen strijden en hopelijk de toegankelijkheid en kwaliteit van het hoger onderwijs bewaken. Zo niet, dan mag Vlaanderen zich klaar maken voor een golf van studenten die het hier niet meer kunnen betalen, maar wel de intelligentie hebben om te studeren.”
Volgens de Nederlandse studenten zelf zal hun aantal in Vlaanderen, en dus aan de UA, de komende jaren nog meer toenemen. Hoewel het de bedoeling van de Bolognaverklaring is om internationalisering aan te moedigen, kan de vraag worden gesteld of deze situatie houdbaar is. De reden waarom studeren in Vlaanderen namelijk redelijk betaalbaar blijft, is omdat er veel overheids- en belastingsgeld in wordt geïnvesteerd. In hoeverre zal Vlaanderen dan ook bereid zijn om de studies van Nederlanders te betalen die ten gevolge van besparingen het moederland verlaten? Op het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet lijkt men niet direct een probleem te zien. Jeroen Janssens, woordvoerder van minister Smet, zegt dat het grote aantal Nederlanders in Antwerpen hen wel bekend is. Over het steeds stijgende aantal geeft hij mee dat ze in het kader van de Bolognaverklaring studenten aansturen om in het buitenland te gaan studeren. “Het grote aantal Nederlanders moet dan ook gezien worden als een proces met voor- en nadelen waarbij het niet meteen duidelijk is wat de overall-impact voor Vlaanderen net is.”
Het wordt dus uitkijken hoe de internationalisering van het hoger onderwijs de komende jaren verder verloopt. Als grote aantallen studenten van het ene land naar het andere zullen hoppen, zal de Europese solidariteit worden getest. Het fenomeen van Nederlanders in Vlaanderen is alvast een eerste voorbeeld daarvan. In het Nederlandse huis aan de Plantijn en Moretuslei liggen de studenten er niet wakker van. Ze genieten van hun tijd in Antwerpen en al de rest zal hen kaas wezen.