Café De Kat

Column - De Nuttelozen van de nacht
22/02/2012
🖋: 
Auteur extern
Maarten Inghels

Maarten Inghels is dichter, schrijver en kroegtijger. Elke maand is hij, zoals Brel het ooit bezong, één van de nuttelozen van de nacht en bekijkt hij de bodem van zijn glas in een volkscafé.

Een volkscafé herken je aan zijn stamgasten. Karakterkoppen waaraan de tijd heeft liggen slijpen. Die roerloze bustes met een Bolleke of Duvel voor zich bepalen het decor van een volkscafé. Zwijgend de krant lezend of filibusterend over Grote Thema’s de nacht in. Café De Kat is misschien één van de weinige bruine kroegen waar je nog sans gène over de invloed van Freud op de postmoderne literatuur mag praten.

 

Enfin, bruine kroeg. De term zal in een nog niet zo verre toekomst onvermijdelijk in onbruik geraken bij een generatie die zijn of haar moeder als touchscreen zal aanraken of zweert bij duur fopdesign in het witste wit, net zoals hij of zij bij de uitleg dat er ooit zoiets als een pensioen bestond zal kijken als een koe naar een voorbijrazende trein. Waar in glossy toeristenmagazines bruine kroegen te herkennen vielen aan hun houten lambrisering, verdonkerd door een eeuw durende blootstelling aan sigaren- en sigarettenrook, zullen zij vervangen worden door hippe cocktailbars voor de advocaten en entrepreneurs die hun bezwete bovenlijven tegen stewardessen willen schuren.

 

Mochten zij nog naar buiten gaan. Peinzend in café De Kat zie ik een wereld voor mij waarin men niet meer hoeft buiten te komen; zoals er reeds wagens bestaan die voor u parkeren (zonder het stuur aan te raken! zonder een toef gas te geven!) zal een computer uit een lijst geschikte kandidaten de voor u meest betrouwbare partner kiezen. De computer kijkt in uw koelkast en ziet aan de hoeveelheid beschikbare ingrediënten welke bevoorrading er moet geleverd worden. De computer beslist hoeveel kinderen u kan krijgen. U krijgt wel de keuze welk instrument het zal kunnen bespelen: gitaar, viool of piano.

 

Ik zie geen lange nachten met vrienden voor mij; die vriendenkring zal door de computer vervangen worden door een ‘netwerk’ dat op basis van talenten en dienstverlening is samengesteld. In mijn kring zal een advocaat, een secretaresse en een masseur zitten. We communiceren via de webcams verspreid in mijn loft.

 

Er zal geen alcohol worden geschonken. De gezondheidscommissie zal niet één, maar vier ministers krijgen die maatregelen treffen tegen lichaamsschadelijke stoffen en oneffenheden in het leven. Elke kiezel wordt van de weg gehaald, men zou kunnen vallen en een schaafwonde krijgen. Alcohol en sigaretten zijn enkel nog te verkrijgen via ondergrondse labs en smokkelroutes. Als je dit tenminste nog kan combineren met het verplichte uurtje zwemmen/joggen (schrappen wat niet past) tussen plastic bomen in de binnenstad.

 

De gezondheidscommissie zal zijn zestien staatssecretarissen vragen illegale alcoholstokers middels beroepsinschakeling te werk te stellen in de voedselindustrie. Ze zullen rode komkommers op hun rechtheid dienen te controleren, alsook de import van vierkante aardappels uit China. De fabrieken die genetisch gemodificeerde voedingsgewassen ontwikkelen zullen onophoudelijk zwarte rook spuwen.

 

Ik draaf misschien door, maar is het niet hallucinant dat als je een avond in een volkskroeg opeen gepakt zit, er een moment komt waarop iedereen recht staat en zich naar buiten rept om een sigaret naar binnen te trekken? Is het niet vreemd dat ‘stoeproken’ tot Woord van het Jaar uitgeroepen werd?

 

Ik voorspel dat ‘thuisdrinken’ en ‘thuisroken’ nieuwe woorden van het jaar zullen worden. Nog sterker: ik zie een eeuw voor mij waarin de vier gezondheidsministers met hun staatssecretarissen een charter ondertekenen waarbij ‘alcohol’ en ‘tabak’ als illegaal zullen worden bestempeld en te allen tijde onuitgesproken dienen te blijven.

 

Dat zie ik allemaal voor mij in café De Kat, waar men nog ongegeneerd kan bediscuteren wat het volgende is dat men zal verbieden.