Redacteur Maurits Chabot ruilde ons geliefde Antwerpen in voor Praag. Gelukkig is onze Erasmusstudent niet helemaal van de aardbol verdwenen; wekelijks stuurt hij digitale brieven vol Tsjechische avonturen. Altijd neergepend in zijn typische schrijfstijl. Scheur die denkbeeldige envelop open, de postduif is gearriveerd!
Het is midden in maart en we staan langs de snelweg in de zon. De lifttocht naar Kutna Hora beviel vorige week zo goed dat Asia en ik besloten dit weekend via Brno en Bratislava vanuit Praag naar Budapest te liften.
Het is nu zaterdagochtend, we zijn al twee dagen op pad. Donderdag sliepen we in Brno en vandaag hebben we via couchsurfing overnacht in Bratislava. Bij het ontbijt waren we van plan naar Budapest te liften, maar nu blijkt dat de snelweg naar Budapest onbereikbaar is: grote hekken zorgen ervoor dat we niet bij de rijbaan kunnen komen. Wel staan we langs de weg naar Wenen. Ik houd een pizzadoos in mijn handen waar met koeienletters âBudapestâ op staat. De andere kant is onbeschreven. Wenen, een mooie stad. Ik pak de viltstift uit mijn tas en schrijf âViennaâ op de andere kant.
Na twintig minuten stopt een auto. De automobilist stelt zich voor als Jakub, zijn zoontje van vier zit achterin en we nemen naast hem plaats. Jakub blijkt een grage prater. Hij woont in een dorp op vierhonderd kilometer van Bratislava, met een Franse dame en hun vier kinderen. Nu is hij onderweg naar zijn vorige vrouw, die met hun dochter van zestien in Wenen woont. Zijn vrouw âwas not being honestâ vertelt Jakub, en daarmee was hun huwelijk ten einde. Dat is nu twaalf jaar geleden. Eens per maand stapt hij in zijn auto en rijdt hij 500 kilometer naar Wenen om zijn dochter te zien.
Jakub werkt bij een telecombedrijf, al was dit niet zijn ambitie. Hij wilde piloot worden, maar werd ongeschikt bevonden. âMijn ogen zijn niet scherp genoegâ, mompelt hij terwijl hij in de spiegel kijkt. Lang lijdt hij er niet onder. âYou must appreciate what you have, and I have a beautiful French lady and four children. So I canât complainâ, lacht Jakub.
In politiek opzicht is er wel reden tot klagen. Jakub legt uit dat Slowakije bestuurlijk in het slop zit. Politici hebben volgens Jakub enkel oog voor hun eigen positie. Ze willen geld en macht. âFirst, they try to steal from the state. Then they try to steal from the people. And then they steal the future.â Even is het stil. Jakub legt uit dat alle grote bedrijven en voorzieningen worden geprivatiseerd door bedrijven waar politici ofwel in bestuursraden ofwel als aanhouder bij betrokken zijn.
Slowakije heeft al lang politieke problemen, vervolgt Jakub. âMy first memory of life is quite extraordinary.â Jakub was vijf jaar toen de communisten Slowakije binnenvielen. Zijn ouders woonden in Bratislava en waren erg geslepen: ze voorzagen dat de grote problemen en opstanden als eerste in de stad zouden ontstaan. Voor zijn eigen veiligheid brachten ze hun zoontje onder bij zijn oma en opa, in een klein dorp ver van de stad. Dat beviel de jonge Jakub echter totaal niet en het eerste wat hij zich herinnert, is dat hij het huis uit rende, de straat op. Hij vertelt hoe hij een paar straathoeken omsloeg en plots oog in oog stond met Russische tanks. âI well remember these tanks, riding through the street, throwing up dirt. They were drawing a cape of dust behind them and made lots of noise. That is my first memory of life. Russian tanks rolling through town.â Nog datzelfde jaar werden zijn ouders doodgeschoten tijdens een opstand in de hoofdstad.
Buiten trekken de wolken bleek weg, het asfalt onder ons schiet voorbij. We naderen Wenen.