Alzheimer in het vergeethoekje

Zwaar gesnoeid in budget onderzoek
16/10/2012
šŸ–‹: 

Professor Christine Van Broeckhoven van de Universiteit Antwerpen en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) is wereldwijd gekend en geroemd voor haar baanbrekende onderzoek naar Alzheimer. Toen onlangs bekend raakte dat er gesnoeid wordt in de financiering van Alzheimeronderzoek, en het nieuws verspreid door Van Broeckhoven zelf, kon dwars het niet laten meer informatie in te winnen.

Professor Van Broeckhoven, er werd recent veel media-aandacht besteed aan het feit dat farmaceutische bedrijven hun financiƫle steun voor Alzheimer-onderzoek zouden terugtrekken. U zou hierop nogal fel gereageerd hebben. Kan u dit toelichten?

Christine Van Broeckhoven  De hetze is ontstaan door een artikel in de krant. Een journaliste van het Britse blad The Independent contacteerde me omdat enkele bedrijven inderdaad hun steun hadden teruggeschroefd. Ik heb daarop gereageerd en nadien is het nieuws in BelgiĆ« zo verspreid alsof ik eerst met aantijgingen zou zijn komen aanlopen. Het is wel waar dat sommige bedrijven inderdaad aan de zijlijn zijn gaan staan. Je moet uitgaan van een balans waarbij bedrijven afwisselend minder in bepaalde onderzoeken investeren, maar waarbij ze dan wel weer meer in een ander initiatief zullen investeren. Toch denk ik dat je niet kan ontkennen dat als je alles uitrekent er wel degelijk minder geld in Alzheimer-onderzoek zal zijn gestoken. Het lijkt wel dat ik een gevoelige snaar heb geraakt, waarom zou men anders zo hevig reageren?

 

Wat betekent dit dan concreet voor het Alzheimer-onderzoek?

Van Broeckhoven  Wel, in de media wordt consequent vergeten dat farmabedrijven slechts een rol spelen voor onderzoek dat specifiek gericht is op het ontwikkelen van geneesmiddelen; een Alzheimer-pil om het simpel te zeggen. Dat wil zeggen dat er aan dit onderzoek nog een heel arsenaal aan wetenschappelijk onderzoek voorafgaat dat door specialisten aan universiteiten en laboratoria, wij dus, aan de Universiteit Antwerpen en het VIB bijvoorbeeld, wordt uitgevoerd. Het is eigenlijk daar dat het schoentje wringt. Het onderzoek naar geneesmiddelen kan pas goed uitgevoerd worden als er kwalitatieve wetenschappelijke studies en resultaten aan vooraf gaan en het is net dƔƔrin dat er te weinig gefinancierd wordt. En dat wil ik wel uit de wereld helpen, want het is de overheid die daarvoor verantwoordelijker is dan de farmabedrijven. In BelgiĆ« hebben we geen geoormerkte financiering voor hersenziekten, terwijl dit in andere landen wel het geval is. Donaties van particulieren zijn fantastisch, maar zoals je wel verwacht zijn ze ver van toereikend voor ons onderzoek.

 

Waarom is er zo'n terughoudendheid om te investeren in hersenziekten?

Van Broeckhoven  Wel, er zijn verschillende redenen. Er hangt nog altijd een taboesfeer rond Alzheimer. Ten eerste treft de ziekte vooral oudere mensen. Zij zijn behoren blijkbaar tot de maatschappelijke periferie: ze worden niet eens op straat afgebeeld. Kijk maar eens rond, je zal nooit grote posters of billboards zien met oudere mensen op. Ten tweede rust er een taboe op de ziekte omdat ze het geheugen en het gedrag aantast. In tegenstelling tot spierziekten en andere aandoeningen is ze niet tastbaar en speelt ze zich voornamelijk af in de geest van de mens. Het is eigenlijk paradoxaal, er is niets dat ons meer mens maakt dan onze psyche en net daarvan schrikken we weg. Ten derde komen veel redenen neer op politiek, en wanneer iets neerkomt op politiek, dan komt het spijtig genoeg ook neer op geld. We leven in BelgiĆ« in een welvaartsstaat waarin er opvallend veel nadruk wordt gelegd op de arbeidsmarkt. Oudere mensen spelen sowieso al een kleinere economische rol in onze maatschappij en vanuit dat standpunt loont het dus niet om in hen te investeren. Ik vind dat natuurlijk heel fout en werk er al jaren aan om dit de maatschappij te doen inzien. Het ergste aan de zaak is dat dementiepatiĆ«nten vaak een mensonwaardige behandeling tegemoet lopen, en dat treft niet alleen hen, maar ook hun familie. Dat raakt me enorm. Men mag niet uit het oog verliezen dat deze groep van oudere mensen erg groot is en steeds groeit. Die mensen kan men niet blijven negeren, zeker niet omdat de levensverwachting blijft stijgen.

 

U bent zelf politiek geƫngageerd, zal u hiervan ook actief een punt van maken?

Van Broeckhoven  Uiteraard. En in elk interview dat ik geef zal ik twee dingen blijven benadrukken: de vergrijzing en de vrouw. Ik ben ook in de politiek gegaan om hier iets aan te veranderen. Ik weet nu hoe er in de politiek mee omgegaan wordt en dat heeft mijn ogen geopend. Kijk, AlzheimerpatiĆ«nten zelf verwachten niet dat ze genezen gaan worden, maar ze verwachten wel een correcte behandeling. DĆ”t wil ik aankaarten, en daarnaast het belang van investeren in wetenschappelijk onderzoek. Ik wil helpen om de taboes te doorbreken.

 

Een vraagje over de aard van de ziekte zelf. U zegt elders dat er nooit een spreekwoordelijke pil zal komen voor Alzheimer. Maar zal er ooit een geneesmiddel ontwikkeld worden? Is dat niet het standpunt van de farmabedrijven?

Van Broeckhoven  Tja, het ziet er momenteel nog naar uit dat er niet zoiets zal zijn als een pil. Wat we wel weten is dat Alzheimer veel allesomvattender is dan men steeds heeft gedacht. De levenswijze van de patiĆ«nt tot op twintig jaar vĆ³Ć³r de diagnose is erg bepalend voor de gezondheid later en kan zeker tot dementie leiden. Ik denk nu aan voeding, beweging, drugs, roken, alcohol en stress. Het is weinig verrassend, natuurlijk, want dit geldt ook voor andere ziekten. De correlatie tussen een gezond hart en een gezond brein is eveneens belangrijk. Heb je een hoge cholesterol, dan heeft dit ook uitwerkingen op je hersenen. Gezonde hersenen zijn heel afhankelijk van een goed hart. Dit alles maar om te zeggen: er moet vooral geĆÆnvesteerd worden in preventie. Dat is natuurlijk niet evident. Meestal komt die preventie er in de vorm van een brochure bij de dokter. Iedereen weet dat dat niets uithaalt, toch niet echt. En waarom blijft het bij brochures? Om de commerce niet te stoppen. Dat wordt allemaal door lobbyisten geregeld. Denk maar aan het rookverbod in eetgelegenheden maar het nog steeds aanvaarden van roken in het algemeen. Er zit geld in.