Zaterdagavond, 18 uur. Grote spots verlichten het veld waarop zodadelijk 22 atleten als bezetenen achter een leren bal zullen rennen. De tribune zit vol supporters die in koor het bezoekende team enkele vijandige doch grappige verwijten naar het hoofd slingeren. Volle bekers bier en halve hotdogs vliegen in het rond zodra de bal tegen de netten gaat. Het gejuich van 10.000 man overstemt het laatste fluitsignaal. Het staat buiten kijf: in het stadion zelf voetbal kijken is telkens een feest. Maar jij kon niet. Dat ene kotfeestje stond namelijk al langer gepland, de vriendin wilde juist die avond uit eten en eigenlijk was het weer niet ideaal. Gelukkig worden de hoogtepunten uit de match samengevat, van commentaar voorzien en in een televisieprogramma gegoten. Zo ben je alsnog op de hoogte van wat er zich in voetballand heeft afgespeeld. dwars keek toe hoe sportverslaggever Floris Geerts zich uit de naad werkte, opdat de voetbalfan languit gelegen in zijn zetel kan genieten.
Ik ontmoet Floris op zijn appartement in Antwerpen. Sinds twee jaar doorkruist de voormalig student Taal- en Letterkunde het land om sportwedstrijden te verslaan. Voor Sporting Telenet geeft hij commentaar bij voetbal-, hockey- en volleybalmatchen. Maar vandaag is VTM zijn werkgever, voor het voetbalmagazine Stadion maakt Floris samenvattingen van binnen- en buitenlandse wedstrijden. Om 18 uur gaat het duel tussen middenmoters Sporting Charleroi en KV Kortrijk van start. Drie uur eerder staat Floris echter al vertrekkensklaar. “Er moest onderweg maar eens iets misgaan. Daarnaast vind ik het handig om mijn laatste voorbereidingen ter plekke af te ronden en de interviews bij te wonen die voor de match worden afgenomen. Daar kan je altijd iets extra opsteken.” In de voormiddag vergaart Floris zoveel mogelijk informatie over beide ploegen. De namen van de spelers behoren uiteraard tot de basiskennis, maar de details moet hij toch even opfrissen. Zo weet Floris me te vertellen dat de tweede doelman van Kortrijk Patrick Deman heet en de opmerkelijke leeftijd heeft van 46 jaar. Of de kans groot is dat hij zoiets in zijn verslag kan vermelden? “Bijna onbestaand, maar ik ben graag op het onverwachte voorbereid.”
16 uur 15, goed op tijd
Blindelings rijdt Floris naar Charleroi. Een GPS komt er niet aan te pas. Toen hij stagiair was op de redactie van – het ondertussen ter ziele gegane – Exqi Sport, moest hij vaak de verplaatsing naar Henegouwen maken om voetbalwedstrijden uit tweede klasse te verslaan. Het verkeer is rustig en al gauw rijden we de stad binnen. Het Stade du Pays doemt voor ons op. De sobere thuisbasis van de Zebra’s, de bijnaam voor de spelers van Charleroi, heeft betere tijden gekend. Vorig jaar nog werden de drie bovenste tribunes verwijderd, waardoor het aantal plaatsen werd gereduceerd tot een schamele 14.000. Niet dat dit maximum ooit bereikt wordt. Maar de ploeg speelt – na degradatie in 2011 – alweer drie seizoenen in eerste klasse en weet daar zijn mannetje te staan.
De steward herkent ons aan de perskaart rond onze hals en laat ons binnen via een zijpoort die uitgeeft op het nog verlaten veld. Floris vindt gemakkelijk zijn weg in de wirwar van gangen en trappen en al snel bereiken we de bovenste tribune. Daar staan vier tafels opgesteld, waar telkens een monitor op prijkt. Floris haalt een ISDN mixer, een microfoon en twee koptelefoons uit zijn koffer te voorschijn. Eenmaal deze apparaten zijn aangesloten, belt hij in met de redactie van Stadion in Vilvoorde. Daar is een beeldredacteur aanwezig die zich bezighoudt met selectie en samenstelling van beeldfragmenten uit de match.
Dan is het tijd voor koffie. We dalen af tot de salle de presse, waar een tafeltje staat, dat rijkelijk gevuld is met kannen en belegde broodjes. Naarmate de start van de match nadert, stromen meer journalisten de zaal binnen. Ik herken onder andere Filip Joos, die de live-uitzending van Sporting Telenet van commentaar zal voorzien. Een bekend gezicht van over de taalgrens is Rodrigo Beenkens, die het best te omschrijven valt als de Franstalige Frank Raes. Beenkens doet verslag voor Studio Sport, de Waalse tegenhanger van Stadion uitgezonden op de RTBF. “Uiteraard kijk ik op naar mijn collega’s,” laat Floris weten. “Zij maken de absolute top uit binnen hun beroep. Mijn ambitie is om net als Dirk Deferme en Frank Raes de finale van de Champions League of de wereldbeker te mogen becommentariëren.”
Een A4’tje met daarop de opstelling van beide ploegen, wordt aan de journalisten uitgedeeld. Floris maakt – netjes met vulpen – de laatste aanpassingen aan zijn schema. Iedere speler staat hierop aangeduid, met zijn nationaliteit en aantal behaalde goals en kaarten ernaast geschreven.
Dan reppen we ons terug naar de bovenste tribune: het is speeltijd.
18 uur, the game is on
Met microfoon in de aanslag en koptelefoon op, gaat Floris aan het werk. De Antwerpenaar die zojuist in dialect een gesprek met me voerde, maakt plaats voor een Standaardtaal hanterende professional. Eerst leest hij een stukje voor dat als inleiding van de samenvatting moet dienen. Daarna is alles wat hij zegt improvisatie en de weergave van de – hopelijk boeiende – wedstrijd. Wanneer Floris een uitschuiver maakt, krijgt hij altijd de kans om zich te hernemen. “Dat is het voordeel van commentaar dat niet rechtstreeks wordt uitgezonden. Maar liefst doe ik het foutloos, zodat de synchronisatie tussen beeld en geluid meteen goed zit. De beeldredacteur heeft dan minder knip- en plakwerk.”
De wedstrijd komt traag op gang, maar enkele opvallende gebeurtenissen maken van het eerste kwartier een toch interessante partij. Zo lijkt de doelman van Kortrijk een blessure te hebben opgelopen na een botsing met een veldspeler. “Hopelijk is er niets aan de hand met Darren Keet. Want dan moet echt wel Patrick Deman, 46 jaar, invallen. Dat ziet er niet goed uit. Ja, Deman is zich aan het opwarmen. Het lijkt wel of ‘ie er moet inkomen.” Floris vermeldt met weggestoken enthousiasme het voorval door zijn microfoon. Dit is voer voor een samenvatting. Na dertien minuten spelen, slaagt Kortrijk erin te scoren. “De eerste hoekschop uit de wedstrijd. Charleroi was aan het drukken. Een eerste keer Kortrijk nu. En da’s meteen een goeie! Ivan Santini, hij kopt hem binnen! En zo staat het 0 -1 voor KV Kortrijk.” Floris voelt dat de wedstrijd begint te leven en stopt nu niet meer met praten. Niet veel later begaat de doelman van Charleroi een blunder waardoor de bal in eigen doel belandt. “Oh, wat een knullig doelpunt is dat! Dewaest met een harde terugspeelbal en Penneteau gaat helemaal in de fout,” luidt de analyse. “En zo staat het na een kwartier spelen 0 - 2 voor KV Kortrijk!”
Maar dan stort de match in elkaar. Op enkele kleine kansen na en een rode kaart voor Pavloviç van Kortrijk, valt er weinig meer te vermelden. “Als Charleroi een heus mirakel wil voltrekken, dan zal het snel moeten gaan. Maar al duurt deze wedstrijd eeuwig en drie dagen, je hebt niet het gevoel dat ze met een man meer een doelpunt gaan maken.” Wat Floris zegt klopt, de stand blijft ongewijzigd.
19 uur 45, het laatste fluitsignaal
Na afloop van de wedstrijd dalen we af tot aan de zijlijn van het veld. Daar staat Beenkens een interview af te nemen met Yves Vanderhaeghe, de trainer van KV Kortrijk. Ook Floris moet aan de bak. “Dit is het moeilijkste onderdeel van de avond. De vragen moeten relevant en kort zijn, en liefst een interessant antwoord opleveren. Als interviewer heb je dat natuurlijk niet altijd zelf in de hand, veel hangt af van de geïnterviewde.” Floris polst bij het management van Charleroi of hij de ongelukkige Penneteau kan spreken, maar die wenst liever niet te reageren. Dan maar de tevreden Vanderhaeghe interviewen. “Om 20 uur 45 kunnen vertrekken is best vroeg.” Dit is de eerste werkdag deze week waarop Floris voor middernacht thuis is. Morgen moet hij terug naar de redactie in Vilvoorde, want sport staat niet stil. Ook ik keer terug naar huis. Maar voor het inslapen gaat eerst Stadion nog op. Tijd om – languit gelegen in de zetel – een samenvatting mee te pikken.