Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie is er eentje om je vingers bij af te likken: ketchup.
We schrijven dan wel over faciliteiten, bezienswaardigheden in Antwerpen en culturele activiteiten, eigenlijk weten we ook waar je als eerstejaars het meest naar uitkijkt: de frituur zo vaak bezoeken als je wil zonder dat je ouders het merken. Daar hoort de eeuwige discussie bij: mayonaise of ketchup? Wees gewaarschuwd: wie verder leest, wil misschien nooit meer een potje ketchup zien. Al kan de etymologie van het woord ook dienen als argumentatie voor het mayonaisekamp.
De populaire tomatensaus waarin half België gretig hun frietjes dipt, had vroeger wellicht een heel andere smaak. Over de oorsprong van de benaming bestaan tal van theorieën. De eerste verwijzing dateert vermoedelijk al uit de zeventiende eeuw – niet door een inwoner van ons frietland, wel door de Chinezen. Zij gebruikten kôe-chiap om te verwijzen naar een mix van gepekelde vis en kruiden. Wie beweert dat ketchup de superieure saus is, heeft het wellicht niet over gepekelde vis in een plastic potje. Nog een extra weetje: ‘ketjap’ is ontleend aan datzelfde woord.
Is je ketchup-craving nog niet helemaal verdwenen na de vorige alinea? De Engelsen doen er nog een schepje bovenop. De eerste vermelding van ketchup in de Engelse taal komt voor in een woordenboek uit 1690, waarin het woord wordt geschreven als catchup. Die eerste drie letters ... Ik wil het niet te luguber maken, maar waarschijnlijk zie je het zelf al voor je.
Voor de goede orde: er zat geen gemalen kat in de voorloper van de rode saus. Al was het daadwerkelijke recept niet veel beter. In het Verenigd Koninkrijk werd ketchup vroeger niet gemaakt van tomaat, maar was paddenstoel het primaire ingrediënt. Die bereidingswijze waaide ook over naar de VS. Een vroeg recept voor ‘tomato catsup’ uit 1817 lijkt dan weer verrassend hard op dat van de Chinezen, deze keer wel met tomaat. Van “pureer de tomaten met zout” tot “voeg per liter een kwart pond ansjovis toe”, erg smakelijk klonk het niet. Die ansjovissen verdwenen pas halverwege de negentiende eeuw uit het recept.
Heb je dus een nieuwe hartsvriendin leren kennen aan de universiteit en twijfel je als mayonaiseliefhebber om de vriendschap toch af te breken omdat ze deel van team ketchup is? Vertel haar over gepekelde vis en paddenstoel. Volstaat de gedachte aan heerlijke frieten in ansjovis- of paddenstoelpuree dippen niet, kun je een paar kattenharen toevoegen voor een dramatisch effect. Lang zal de ketchupliefde niet duren.
- Log in to post comments