In het voorjaar van 2021 besloot UAntwerpen te besparen op het schoonmaakpersoneel. Die actie kon binnen en buiten de universiteitsmuren op veel protest rekenen. Hoe staan de zaken er inmiddels voor?
8 maart 2021. Honderd studenten, personeelsleden en vakbondsmensen staan voor het rectoraatsgebouw uit solidariteit met het poetspersoneel aan UAntwerpen. Dat personeel heeft pas te horen gekregen dat het wordt ontslagen bij ISS, het schoonmaakbedrijf waarmee UAntwerpen in zee gaat, en meteen opnieuw wordt aangenomen. Alleen zal het vanaf dan hetzelfde werk moeten doen in minder tijd. Academici en studenten protesteren: een interne petitie gelanceerd door het 8 Maart Comité haalde in een mum van tijd 3.000 handtekeningen.
Dominique Kiekens, een van de initiatiefneemsters van het 8 Maart Comité, vertelt: “Khadija Hyati, voorzitster van het Nederlandse Schoonmakersparlement, heeft na het protest samengezeten met de schoonmakers. Daaruit kwam een petitie voort waarin het schoonmaakpersoneel verschillende zaken agendeerde. De schoonmakers werken op zeer vroege uren, toch was het gebruik van een gsm om hun kinderen ’s ochtends wakker te bellen verboden. Op bepaalde campussen mochten schoonmakers louter zwart en grijs dragen onder hun plunje. De petitie behandelde ook de uitbetaling van loon op een actiedag, samenwerking met het personeel van UAntwerpen en de werkdruk. Het poetspersoneel haalde al die zaken binnen, op één issue na: het verlagen van de werkdruk.”
uitbesteding
UAntwerpen besteedt het schoonmaakwerk uit aan ISS. “Het voordeel aan de uitbesteding van schoonmaak is dat we als vakbonden kunnen onderhandelen op sectorniveau en dat de lonen via uitbesteding in de regel hoger liggen”, zegt Inge Gielis (ACV) die met Joke Dupont (ABVV) het schoonmaakdossier opvolgt. “Het belangrijkste nadeel is dat de werkdruk voor schoonmakers in onderaanneming veel hoger ligt en tot onzekerheid leidt: elke vier jaar worden de contracten hernieuwd en dan is het de vraag of de klant niet louter voor de goedkoopste optie kiest met onrealistische verwachtingen voor schoonmakers.”
“Exemplarisch is dat het schoonmaakpersoneel en hun vaak jonge kinderen niet worden uitgenodigd voor het sinterklaasfeest van de universiteit”, vertelt Ben Van Duppen. Hij volgde in de Raad van Bestuur het dossier rond het schoonmaakpersoneel op en is PVDA-schepen in Borgerhout. “De schoonmakers werken voor een extern bedrijf en niet voor UAntwerpen terwijl ze wel elke dag de universiteit levensvatbaar houden. Zo zeg je als universiteit dat ze er niet bij horen. De acties voor het schoonmaakpersoneel bewijzen dat mensen binnen de universiteit vinden dat ze er wel bij horen. Het zijn niet alleen getalletjes waarop bespaard kan worden, het gaat over mensen van vlees en bloed.”
beroepseer
“Als je zeven uur moest werken tussen 6 en 13 uur en dat wordt gereduceerd tot vier uur, moet je elders in de dag drie uur krijgen”, vertelt Gielis. “Overdag zijn die uren in de schoonmaak zeer moeilijk te vinden. Dan moet je ’s avonds laat elders nog drie uur werken. Dat is nefast voor je familieleven en niet alle schoonmakers hebben een auto. Ook is er geen deftige autovergoeding.”
“UAntwerpen zei dat de werkdruk niet zou stijgen en dat men ging investeren in machines”, vertelt Céline Gümüs (Comac). “Het aantal uren vermindert, maar de universiteit verkleint niet en het aantal studenten neemt toe. De opdracht van schoonmakers is nu om visueel te kuisen: zolang het er maar oké uitziet. Als je alles half en vlug moet doen, haal je geen voldoening uit je werk.” Gielis spreekt van een delicaat onderwerp. “Ook al wil je de afwas doen, je mag geen werk doen dat de klant niet betaalt. Tegelijk is het ook gemakkelijk gezegd om oppervlakkiger te kuisen; schoonmakers vrezen controles van de inspectie en zitten begrijpelijk niet te wachten op negatieve beoordelingen. Bovendien, wie wil hun job niet goed doen?”
nieuw contract
Over anderhalf jaar sluit UAntwerpen een nieuw contract met een schoonmaakbedrijf. Gümüs en Van Duppen pleiten voor sociale clausules in de contracten en het liefst zien ze de schoonmakers geïnsourcet. “Ze maken de slechtste uren en verdienen het minst. Vaak zijn het alleenstaande moeders in een erg precaire situatie. Het is belangrijk dat op zijn minst de werkdruk weer op het oude niveau komt.”
Voor Gielis is het belangrijk dat er alvast niet in zee wordt gegaan met dubieuze firma’s: “Dat moet je ISS nageven: wanneer er een probleem is, staan ze open voor overleg. Daarnaast moet de universiteit afvragen of al het personeel en de studenten tevreden zijn over de schoonmaak. Ik denk dat dat niet altijd het geval is: het personeel wil niet bezig zijn met vuile afwas en studenten hebben graag een proper afgekuist bankje. Ook is het belangrijk dat de werkdruk wordt verlaagd en de planning wordt aangepast zodat er plaats is voor voltijdse contracten overdag. Bij het vorige contract heeft men zich te weinig afgevraagd wat het beste voor de schoonmakers en de universiteit is, maar begon men te vergelijken met andere universiteiten. Als de kwaliteit daar ondermaats is, helpt die vergelijking je niet vooruit. Idealiter worden de schoonmakers niet gezien als kostenpost, maar als essentieel onderdeel van de academische gemeenschap en wordt hun werk ook financieel gewaardeerd.”
De geïnterviewden wijzen erop dat de Vlaamse regering haar financieringsbeloften niet nakomt en dat het vooruitgang is dat het hoger onderwijs hiertegen op straat komt. “De Vlaamse regering creëert een context die universiteiten doet besparen”, zegt Van Duppen. “Trap je dan naar boven of zoek je geld bij wie het minst vocaal is?” Kiekens vult aan: “De ene universiteit zal minder in infrastructuur investeren, UAntwerpen zet in op de zogenaamde kerntaken. Behoort het werk van de schoonmakers daar dan niet toe?”
- Log in to post comments