Dat er ergens ter wereld mensen zijn uitgebuit voor die leuke broek die je voor enkele euro’s kon kopen, kun je stiekem wel raden, maar ze staat je inderdaad beeldig en het leven is al zo duur. Ook dichter bij huis werken er mensen onder de waterlijn in mensonwaardige situaties. Volgens de Global Slavery Index telt België naar schatting 11.000 moderne slaven. Onder moderne slavernij vallen onder andere mensenhandel, gedwongen arbeid, gedwongen huwelijken en seksuele uitbuiting. Welkom in een dossier vol koppelbazen, onder-onder-onderaannemers en mensenhandelaars.
Juli 2022. Op een bouwwerf van Borealis, een chemiereus in de Antwerpse haven, worden er 55 slachtoffers van mensenhandel ontdekt. Het aantal loopt later nog op tot 174. Het gaat om lassers en pijpfitters uit Bangladesh, de Filipijnen en Turkije die werken aan de nieuwe Borealis-fabriek. Niet zomaar een nieuwe fabriek, maar een met een kostenplaatje van een miljard euro.
De Borealis-zaak wordt omschreven als de grootste uitgekomen zaak van mensenhandel in België; al is er begin dit jaar in Brussel een Chinees prostitutienetwerk opgerold waarbij 200 vrouwen als slachtoffer werden geïdentificeerd. Wat ook de grootste is, de Borealis-zaak kon gelukkig op veel mediabelangstelling rekenen, maar hiermee heb je als slachtoffer nog geen opvang. Ze legt structurele problemen bloot, maar hiermee zijn de systeemkwetsbaarheden niet opgelost. Ze stelt de bestaansonzekerheid van buitenlandse arbeiders en het gebrek aan waardering van bepaalde jobs en bepaalde levens aan de kaak, maar daarmee is economische uitbuiting en slavernij nog niet uit de wereld.
Verderop komen verschillende stemmen aan bod die de Borealis-zaak intens hebben beleefd. Uit al hun verhalen vallen cruciale lessen te trekken. Wat in de gesprekken opviel, is dat de bewustwording bij politie, inspectie en magistratuur soms suboptimaal is als het over mensenhandel gaat. En ja, ook wij als burger moeten hier wakker van liggen. Omdat het onze morele plicht is, een opmerkzame houding kan het verschil betekenen tussen een gered slachtoffer meer of minder, maar ook omdat het in het belang van ons allen is. Zoals advocaat en professor sociaal recht Jan Buelens zegt: “Als blijkt dat je ongestraft mensen in miserabele arbeidsomstandigheden kan laten werken, waarom zou je dan nog mensen correct betalen? Sociale dumping creëert A-burgers en B-burgers. Als je mensen slecht huisvest en laat werken in onveilige omstandigheden tegen schamele lonen, krijg je drama’s als de ingestorte school op Nieuw Zuid in 2021. Wat als het toen geen vakantie was? Sociale dumping is daarom geen probleem in de marge. Sociale dumping ondermijnt een hele samenleving.”
ER WAS EENS EEN GEBOUW OP DE BISSCHOPPENHOFLAAN…
Het klinkt mogelijk vergezocht om dit dossier te beginnen met het lot van een verdrietig ogende blok op de hoek van de Bisschoppenhoflaan en de Keesinglaan in Deurne. Je zou het niet zeggen, maar het is een gebouw met een verhaal. Mochten muren kunnen praten en in tegenstelling tot hun verhuurders beschikken over empathisch vermogen, zouden ze het niet hebben over wat ze zagen toen de blok nog een woonzorgcentrum was, maar zouden ze vol afschuw en honderduit vertellen over wat er zich allemaal in dit gebouw nadien afspeelde.
Een willekeurige weekdag in juni 2022. Horden Bengalese en Filipijnse lassers en pijpfitters stappen om zes uur ’s ochtends op de Bisschoppenhoflaan in een busje dat hen naar Kallo zal brengen. Daar werken ze met nog honderden anderen aan de nieuwe Borealis-fabriek die massa’s propyleen moet produceren. Het is misschien misleidend te denken, maar niet Borealis is hun werkgever. Borealis doet beroep op de onderaannemer Irem-Ponticelli, een Italiaans-Franse joint-venture bestaande uit de multinationals Irem en Ponticelli die wereldwijd bij grote constructiewerken worden ingeschakeld voor laswerken. Irem-Ponticelli schakelt op zijn beurt een onderaannemer in die toezicht zal houden op de werf, Irem General Contractor. Die firma zoekt niet zelf werknemers, maar huurt in Turkije of Bangladesh interimkantoren in om arbeiders aan te brengen. Zo’n agentschap is Raj Bahr.
afpersing
Kun je nog volgen? Eigenlijk volstaat het te weten dat de Bengali en Filipino’s een slordige 7.000 of 8.000 euro moesten betalen aan Raj Bahr om naar Europa te komen. Ze verkochten een stuk land of gingen een zware lening aan om dat geld te kunnen ophoesten. Maar de appel zou slechts tijdelijk zuur smaken, er werd hen conform hun ervaring en specialisatie een maandloon van 2.500 euro beloofd. In drie maanden zouden ze die 7.000 of 8.000 euro terugverdienen en daarna zouden ze hun loon kunnen opsturen naar hun thuisland. In realiteit krijgen ze 1.250 euro per maand voor bijna 50 uur werk per week. Dat komt niet eens in de buurt van het minimumloon.
Op de werf zelf moeten de arbeiders niet op meer waardering rekenen. Lassers verrichten hun werk in de regen en opzichters communiceren al schreeuwend met de arbeiders. Als die laatsten tegenpruttelen, bijvoorbeeld omdat ze taken moeten uitvoeren waarvoor ze niet opgeleid zijn, dan laat men hen verstaan dat ze direct door iemand anders kunnen worden vervangen en dus op straat belanden in een onbekend land waar ze alleen kunnen blijven als ze aan het werk zijn. De arbeiders zitten als ratten in de val, want ook de druk van thuis is groot. Naarmate de tijd vordert, worden de smeekbedes om geld te sturen frequenter en dwingender. Grote gezinnen moeten worden gevoed, medische kosten betaald. De schaamte is groot. Werken is het enige wat ze kunnen doen, wat de omstandigheden ook zijn. Hun uitbuiters beseffen dat maar al te goed.
huisjesmelkerij
We zijn afgedwaald van het blok op de Bisschoppenhoflaan, waar de Bengali en Filipino’s tussen 19 en 20 uur elke weekdag weer aankomen. Het zijn harde, lange dagen en in hun verblijf tot rust komen zit er niet meteen in. Het hele blok wordt tegen woekerprijzen door een wazige constructie van vennootschappen, die onderzoeksjournalist David Van Turnhout blootlegde (zie verder), verhuurd aan Irem. Datzelfde Irem huurt aan de overkant van de straat en aan dezelfde straatkant een gelijkaardige blok. De arbeiders zitten met acht in een appartementje. Zo verdienen veel partijen een centje aan mensenhandel, de slachtoffers uitgezonderd. Het is niet zonder reden dat advocaat Jan Buelens de Bisschoppenhoflaan ‘de laan van de sociale dumping’ noemt.
Wanneer je het blok zou betreden, valt meteen op dat die geen huisnummer heeft en dat er vrije toegang is. Er zijn geen branddeuren en ook al de recente en minder recente ontwikkelingen inzake brandveiligheid- en preventie lijken aan dit blok voorbij te zijn gegaan. Rookkoepels? Werken niet. Hetzelfde geldt voor het branddetectiesysteem. De enige nooduitgang? Vergrendeld. Rookmelders? Afwezig. Noodverlichting? Niet te bespeuren. De blustoestellen? Vier jaar vervallen. Brandhaspels? Niet daar. De veiligheidsmuur rond de stookolietank? Zo goed als helemaal afgebroken. De laatste brandveiligheidscontrole? 2010. En de muren hebben jeuk van de loshangende elektriciteitskabels en andere draden.
verzegeld
Eind juli 2022 krijgt de buitenwereld weet van de Borealis-zaak. Hoewel de eerste berichten dan in de pers verschijnen en Borealis verlegen om zo veel publiciteit de werf tijdelijk sluit, weet het bedrijf al sinds mei van hetzelfde jaar van mogelijke wantoestanden. In al die tijd heeft Borealis niets ondernomen. Wat met de arbeiders die plots zonder werk en werkgever vallen? De 55 Filipino’s die als eerste slachtoffers worden geïdentificeerd, kunnen op opvang rekenen via de geijkte kanalen. De 17 Bengali die later in hetzelfde blok op de Bisschoppenhoflaan worden gevonden, moeten nog tot september in het gebouw van hun uitbuiters verblijven. Die maken van de situatie gretig gebruik om binnen te vallen en de slachtoffers onder druk te zetten het pand te verlaten en naar het buitenland te gaan. Hoe verder weg, hoe verder het bezwarend bewijsmateriaal zich bevindt. De slachtoffers vinden steun bij elkaar en blijven. Hetzelfde geldt voor de 102 Turkse slachtoffers die verspreid zitten over verschillende panden in Antwerpen. De reden is dieptreurig: de structuren zijn er niet op voorbereid om met dit soort grootschalige economische uitbuiting om te gaan.
Enkele maanden na het uitbreken van de Borealis-zaak wordt het pand op de hoek van de Bisschoppenhoflaan en de Keesinglei verzegeld. De slachtoffers vinden druppelsgewijs opvang en werk. Het gebouw is tot op heden nog altijd verzegeld. Er schortte wat met de brandveiligheid.
HET SLACHTOFFER: het verhaal van Hüseyin
De slachtoffers van mensenhandel op de werf van Borealis bestonden uit Bengaalse, Filipijnse en Turkse arbeiders. Waar de Filipino’s relatief snel nadat de wantoestanden aan het licht kwamen op steun en begeleiding konden rekenen, bleef het lot van de Bengali en Turken baden in onzekerheid. Hüseyin is een Turkse pijpfitter die twee maanden werkte op de Borealis-werf. Hij doet zijn verhaal: “Ik zou 3.000 euro per maand verdienen voor mijn werk bij Borealis. Ik werkte er vijf dagen per week, negen à tien uur per dag. In werkelijkheid kreeg ik de eerste maand 750 euro en de tweede maand niets. Op dat geld wacht ik nog altijd. Hoe ik hier kwam, is ingewikkeld. Ik had een contract bij het Turkse bedrijf Anki Tech. Borealis contracteerde met Irem-Ponticelli dat contracteerde met Irem General Contractor. Dat laatste bedrijf sloot een contract met Anki Tech om Turkse werknemers, onder wie dus ik, aan te leveren voor de Borealis-werf. Zo ben ik hier beland. Irem General Contractor was verantwoordelijk voor ons op de werf. Van Irem-Ponticelli of Borealis zelf heb ik nooit iemand gehoord.”
Hüseyin werkte in juni en juli 2022 op de werf van Borealis, tot dat bedrijf de werken staakte onder druk van de mediaberichten over mensenhandel. Slopende en onzekere maanden volgden, terwijl hij in het gebouw van zijn uitbuiter moest verblijven. “Ik zat zonder werk, had geen inkomen en er was geen opvang voor ons. Ik verbleef met andere Turkse arbeiders, werkzaam op de Borealis-site, in een gebouw van Irem in de Handelsstraat. Daar moesten we nog twee à drie maanden blijven nadat eind juli 2022 de hele zaak bekend raakte. Mensen van Anki Tech en Irem kwamen ons er in die tijd opzoeken, zetten ons onder druk het land te verlaten en bedreigden ons omdat we daar geen oren naar hadden. We kregen van hen een ticket en honderd euro en dat was het, terwijl we anderhalve maand achterstallig loon hadden.”
“In die periode was ik afhankelijk van hulp van vrijwilligers”, vertelt Hüseyin. “Dankzij hen heb ik die periode doorstaan. Na een paar maanden kreeg ik hulp van het OCMW en een werkvergunning. De zoektocht naar werk in een nieuw land in zo’n emotioneel lastige periode was niet eenvoudig. Maar met enkele Turkse vrienden heb ik nu inmiddels tien maanden werk (interview uit september 2023) bij één bedrijf en dat gaat goed.”
“Voor ik aan de slag ging bij Borealis, heb ik gewerkt in Saudi-Arabië, Dubai, Oman, Libië, Congo, Servië, Roemenië, Qatar en Nederland. Nergens was mijn ervaring zo slecht als bij Borealis.” Hüseyin wil daarom eindigen met een oproep aan onze lezers. “Jonge mensen moeten onze verhalen begrijpen. Dit mag niet normaal zijn in Europa. Ik zie dat bedrijven in Europa buitenlandse werknemers anders behandelen. Ik hoop dat studenten ons steunen en meevechten voor een gelijkwaardige behandeling.”
DE ADVOCATEN: “Wetgeving zet deur open voor wantoestanden”
Jan Buelens en Mieke Van Laer (Progress Lawyers) vertegenwoordigen als advocaten de slachtoffers in de zaak-Borealis. Zij hebben ook de begeleiding van de slachtoffers op zich genomen die het centrum voor mensenhandel Payoke niet opving. Wat is de stand van zaken in het onderzoek? “Na één jaar is er nu een onderzoeksrechter aangesteld. Dat wil zeggen dat het voorbije jaar nog geen onderzoeksdaden in het buitenland zijn gesteld. Welke sporen gaan daar nu nog te vinden zijn? Dat zal op de koop toe extra tijd kosten.”
“Bedrijven die zich met gelijkaardige praktijken willen inlaten, worden alleen maar afgeschrikt als ze daadwerkelijk en op korte termijn worden gesanctioneerd”, aldus Buelens en Van Laer. “Inderdaad, extra controles zijn nodig. Er is een groot tekort aan sociale inspecteurs. Zo kan het zijn dat bedrijven nooit worden gecontroleerd of amper één aangekondigde controle in zeven jaar krijgen. Maar extra controles zonder aanpassing van de wetgeving volstaan niet. Hoe meer onderaannemers in de keten, hoe moeilijker te controleren wie juist de werkgever is en hoe de lijntjes allemaal lopen. Wat betreft de verantwoordelijkheid, wordt er alleen gekeken naar wie vlak boven de werknemer in de keten zit. Niet naar wie nog hoger in de keten zit. Vertaald naar de Borealis-zaak: Irem General Contractor kan voor contractuele wantoestanden als werkgever van de arbeiders aansprakelijk worden gesteld. Borealis blijft buiten schot.”
“Beroep doen op een opeenstapeling van onderaannemers werkt uitbuiting in de hand. Maar het is perfect wettelijk. Zo moet je als Borealis geen controle uitvoeren bij je onderaannemers, je hebt geen informatieplicht, je bent dus niet verantwoordelijk over de arbeiders. Volgens de huidige wetgeving kan je doen alsof je van niets weet. Dat zet de deur open voor wantoestanden.”
Hoezeer achten de advocaten Borealis zelf verantwoordelijk? “Ten eerste raakte Irem eerder in Zweden al in opspraak. Je mag van een groot bedrijf als Borealis verwachten dat zij een grondige screening vooraf doen. Ten tweede is er de vraag of de gehanteerde tarieven het effectief mogelijk maken om mensen correct te betalen. Borealis stelt dat ze alles bij elkaar opgeteld vijftig euro per uur betalen per werknemer. Het valt moeilijk voor te stellen dat zo’n groot bedrijf dit bedrag betaalt en dat de arbeiders hier een tiende van krijgen, dat de rest blijft kleven aan tussenpersonen en dat Borealis hier geen probleem mee heeft. Die geldstromen in kaart brengen is geen evidente maar wel een essentiële klus. Tot slot creëert Borealis onwetendheid door alles uit te besteden. Maar je kunt het wel weten. Kijk naar de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. Sla een babbeltje met hen. Je kunt perfect vragen wat ze moeten doen, hoe lang ze werken en hoeveel ze verdienen. Je moet het alleen willen weten.”
CENTRUM MENSENHANDEL PAYOKE: “Omvang Borealis-zaak ongezien voor ons”
Slachtoffers van mensenhandel hebben recht op opvang en begeleiding door Payoke, dat ligt op de Italiëlei, grenzend aan het Begijnhof. Sofie de Bois en Femke De Wit van Payoke leggen uit: “Wij begeleiden die mensen zowel op juridisch en administratief als op psychosociaal vlak. Gemiddeld duurt zo’n begeleiding twee jaar. Meestal gaat het over een individu of een gezin dat zich aanmeldt. Dat was dan buiten vorige zomer gerekend, toen er plots acht mannen aan onze deur stonden die al snel een delegatie bleken te zijn van een veel grotere groep.”
Waar Payoke zijn wortels heeft in de begeleiding van slachtoffers van seksuele uitbuiting, kreeg het nu te maken met een grootschalige zaak van economische uitbuiting. “De omvang van de Borealis-zaak was ongezien voor ons en ging onze capaciteit ver te boven. Veel slachtoffers van uitbuiting, zo ook in de Borealis-zaak, zijn gehuisvest in een gebouw van hun uitbuiter en daarom is het belangrijk dat ze daar weg raken. Ze zijn dan ondergebracht in twee hotels en een woonzorgcentrum. We zijn nu ook eenmaal afhankelijk van middelen van de overheid. Er zijn nu vijf tijdelijke psychosociale functies bijgekomen. Het valt dan maar af te wachten of we sterkere buffers hebben bij een volgende gelijkaardige zaak.”
“Sinds Borealis krijgen we veel meer aanmeldingen van economische uitbuiting. Zulke gevallen komen vaak maar boven water na een ongeval.” De Bois geeft een voorbeeld. “Een Tunesiër werkte overdag als landbouwer voor zijn uitbuiter en voor de rest was hij zijn huisslaaf. Hij had zelf een verstandelijke beperking, wat hem nog kwetsbaarder maakte. Bij een ongeval met een grasmaaier verloor hij zijn vingertoppen. De uitbuiter wou hem niet naar het ziekenhuis brengen, want dan zou alles uitkomen. De buurvrouw had dat opgemerkt en belde de politie op. Het slachtoffer had pas na een tijd door dat hij slachtoffer was, omdat hij van een arm bergdorpje kwam waar het leven ook miserabel was. Dat zien we vaker en uitbuiters profiteren hiervan.”
“Mensenhandel komt voor in alle sectoren en er blijft nog veel onder de waterlijn. Als we allemaal beter mensenhandel herkennen, zal het sneller opvallen. Als je bouwvakkers vreemde of lange uren ziet werken of ze geen bescherming dragen, praat dan met hen om meer te weten te komen over hun situatie. Als je sekswerkers kent die heel kort worden gehouden door hun baas of amper wat van hun opbrengsten mogen bijhouden, signaleer het dan. Bij Payoke kan je ook anoniem terecht.”
“Ook is er nog werk bij politie en inspectie. Er leven nog vaak stereotiepe beelden van slachtoffers van mensenhandel. Dat het uitgemergelde vrouwen zijn met een doffe blik, terwijl bij seksuele uitbuiting uitbuiters er net alle belang bij hebben dat de vrouwen er goed uitzien voor hun klanten. Dat Europeanen geen slachtoffer van mensenhandel kunnen zijn. En nee, niet elk slachtoffer huilt tijdens een verhoor, veel slachtoffers zijn net opgelucht dat ze hun verhaal kunnen doen.”
DE JOURNALIST: “Door huisvesting aan te pakken, pak je mensenhandel aan”
Onderzoeksjournalist David Van Turnhout legde voor Gazet van Antwerpen verschillende facetten van de Borealis-zaak bloot en schreef over deze zaak het boek Slavernij aan de Schelde. Hij vertelt hoe een poster voor hem de doorbraak betekende. “De dag na het wereldkundig maken van de mensenhandel bracht VTM een reportage over Turkse arbeiders die aangaven gelukkig te zijn bij Borealis aan de slag te kunnen. Zij zaten in het gebouw aan de Bisschoppenhoflaan en Keesinglaan waar daags voordien de Filipijnse slachtoffers werden weggebracht naar veiligere oorden. Ik ging naar het gebouw en terwijl ik het verhaal van deze Turkse arbeiders met een flinke korrel zout nam, viel mijn oog er op een poster over de Filipijnse gemeenschap die een trip naar Parijs organiseerde. Daar stond een nummer bij en een Filipijns klinkende naam. Ik belde het nummer en die tip bracht me naar het achtergebouw van dezelfde blok waar ik zeventien radeloze, uitgebuite Bengali aantrof. Op dat moment nog onbekende slachtoffers die in tegenstelling tot de eerst ontdekte 55 Filipijnse slachtoffers lang hebben moeten wachten op de opvang waar ze recht op hadden en in het gebouw van hun uitbuiters verbleven tot en met september 2022.”
Van Turnhout onthulde na maandenlang speurwerk ook dat de blokken op de Bisschoppenhoflaan waar de Borealis-slachtoffers werden gehuisvest het product zijn van huisjesmelkerij op industriële schaal. “Het gebouw op de hoek van de Bisschoppenhoflaan en de Keesinglaan was eertijds een woonzorgcentrum dat deel uitmaakte van een gigantische vastgoeddeal. De nieuwe eigenaars zetten de oudjes er zogezegd tijdelijk uit onder het mom van een noodzakelijke opknapbeurt die nodig was omdat het gebouw inderdaad in erbarmelijke toestand was. Het gebouw heeft hoogstens een likje verf gekregen en werd later ook brandonveilig verklaard. De oudjes kwamen nooit terug en in de plaats werd het gebouw verhuurd aan Irem dat er veel buitenlandse arbeiders in kwijt kon. Waar de ouderen 600 euro per appartement betaalden, ving de nieuwe eigenaar nu 250 euro per bed aan huurgelden. In één appartement stonden acht bedden. We spreken hier over een vastgoeddeal van tweehonderd appartementen.”
Van Turnhout concludeert: “Wie de strijd tegen mensenhandel wil aanpakken, moet de controle op huisjesmelkerij opvoeren. Al die duizenden buitenlandse arbeiders moeten ergens verblijven en ze zijn hierbij afhankelijk van hun werkgever of uitbuiter. Uit angst op straat te worden gezet, zullen ze dramatische arbeidsomstandigheden sneller slikken. Als je de controles op huisjesmelkerij opvoert en extra RSZ-controles doet, heb je de sleutel in handen om de hele problematiek van mensenhandel beter in kaart te brengen.”
We contacteerden ook arbeidsauditeur Pieter Wyckaert. Die kan niets zeggen zolang het gerechtelijk onderzoek loopt.
- Log in to post comments