Met een grote portie motivatie en goede moed begin ik aan het tweede semester van het academiejaar. De wallen van de afgelopen examenperiode zijn ondertussen bijna verdwenen na een welverdiende lesvrije week. De nachtmerries over naakt aankomen bij een examen zijn eindelijk in frequentie verminderd. Omdat ik dit jaar besloten heb om een goede student te zijn, zet ik alvast mijn computer aan om mijn eerste lessen voor te bereiden. Niets kan mijn gemoedstoestand dempen. Totdat ik mijn studentenmail openklik en die gevreesde onderwerpslijn verschijnt: “Evalueer je docenten”.
Ik slaak een zucht vanuit de diepste put van mijn ziel en sluit al bijna instinctief het programmavenster. Godverdomme, ik dacht dat we dat allemaal achter ons hadden gelaten: de faalangst, stress en nare dromen zijn net psychologisch verwerkt en het cursusmateriaal van vorig semester ligt al in de prullenbak. Aan die irritante professor van dat ene vak wil ik liefst niet eens meer denken – alleszins niet totdat de tweede zit begint. Wat is er zelfs gebeurd of gezegd in de les dat noemenswaardig genoeg is om een opmerking over te schrijven?
Dat de vakevaluaties daarbovenop ook verplicht zijn is een vinger op de wonde. Het is net alsof je opnieuw examens aan het afleggen bent, maar dan zonder punten, nut of feedback. Meer nog, de evaluaties vragen om mijn mening, geen harde feiten – ze zijn een soort meerkeuze-examen Filosofie met verantwoording. Hoe verwacht de universiteit dat wij onze gevoelens over een bepaald vak kunnen kwantificeren, terwijl onze gelaagde en complexe relatie met onze studie de simpele Likertschaal overstijgt?
Wat doet de universiteit dan ook met de resultaten? Wordt bovenstaande irritante professor op het matje geroepen en gedwongen om een masterclass ‘professioneel communiceren’ te volgen? Of vliegen de data de digitale archiefkast in, gedoemd om onaangeroerd tussen bestanden in langdurige opslag te zweven, totdat die vijfentwintig jaar later zonder pardon verwijderd worden? Beste lezer, ikzelf probeer er niet te veel aan te denken. Mijn studentenjaren hebben al zoveel papers uit mij geperst dat ik de universiteit geen gratis goeddoordachte teksten meer gun. Het is toch anoniem, zegt ze. Een speedrun later heb ik alle vakken afgevinkt en mag ik die hinderlijke e-mail deleten (Een vroege indiening betekent helaas niet dat je aan de herinneringsmail ontsnapt, n.v.d.r.). Nu is het semester eindelijk écht begonnen.
Genoeg geschreven voor vandaag. De voorbereiding van de lessen gebeurt morgen wel.
- Log in to post comments