Zelfs nadat de overheid het mes heeft gezet in de subsidies van de culturele sector blijf je als Antwerpse student niet op je culturele honger zitten, maar wat als je nu zélf wat wil doen? Aline, Pieter, Bernt en Wannes sloegen de creatieve handen (en voeten) bij elkaar en lanceerden met @ Fundum een ambitieus project om met niets anders dan een stel studenten een musical te schrijven, componeren en choreograferen. Een combinatie van sponsors, subsidieaanvragen bij Stad Antwerpen en een grote crowdfunding moesten het kostenplaatje dekken, de rest was aan hen. Het eerste weekend van het aankomende academiejaar is het zover.
Het is hoogzomer en de schijnbaar nooit eindigende hittegolf dringt tot diep in de normaal relatief koele tweede verdieping van Prinses16, die de 24-koppige cast van @ Fundum al bijna een jaar regelmatig als repetitieruimte in bruikleen neemt. Na twee verdiepingen traplopen ben ik al bezweet en als ik het bestuur ontmoet vraag ik me af hoe zij straks vier uur lang de verzengende hitte zullen trotseren. Terwijl Wannes binnenkomt hebben we het net over hoe hoog de lat ligt. Aline glimlacht verlegen en verontschuldigend naar zowel mij als haar medebestuur: “Ik heb deze getalenteerde mensen verzameld en ze gek genoeg gekregen om mee op de kar te springen. Ik schrijf de muziek en verzorg samen met Bernt de regie en het script.”
Pieter heeft een immer aanwezige présence, maar wacht geduldig tot hij zeker weet dat Aline uitgesproken is, waarna hij zelfzeker het woord neemt: “Ik ben mee in het project gesprongen met de vraag of ik het PR-gedeelte op mij wou nemen, omdat ik de PR toch al deed binnen Lingua. Nadien kwam de vraag of ik ook de choreografie wou verzorgen. Voor de rest regel ik de financiën en speel ik ook een rol in de musical zelf.”
Na Pieters waslijst neemt Bernt een voor hem typisch gemoedelijke aanloop naar wat hij te vertellen heeft: “Ik ben via Wannes bij deze twee pipo’s terechtgekomen en heb net als Pieter gaandeweg meer en meer dingen opgenomen. Ik ben begonnen met het script van Aline, dat al in een zeer ver stadium was, mee af te werken en help haar mee in het wat er op scène staat te regisseren. Ik speel zelf ook mee – I’m the bad guy, baby – wat wel cool is. Doe ik nog dingen?”
“We springen allemaal wel in op elkaar”, vervolledigt Aline.
De bestuursleden knikken en alle hoofden draaien naar Wannes, die ondanks de lo-gische beurtrol toch wat verschrikt lijkt te kijken dat hij al aan de beurt is. “Ik ben dus ook hierin gesukkeld dankzij Aline…”, begint Wannes plagerig, maar hij corrigeert zichzelf snel. “Aline heeft mij deze práchtige kans aangeboden om deel te nemen aan dit fantástische project en dat meen ik! Ik sta een beetje in voor alles wat niet te maken heeft met zang, dans en andere creatieve processen; dat komt in praktijk neer op dingen zoals een kabel halen. En ja, ook ik speel mee.”
Zo spelen alle bestuursleden zelf een rol in de musical: “We merkten dat bij de cast dusdanig weinig mannen zaten dat we de facto allemaal mee moesten spelen om het genderevenwicht in de musical wat op peil te houden”, grinnikt Bernt.
Aline, het idee is duidelijk bij jou ontstaan. Had je enige ervaring met dit soort projecten?
Aline: “Toen ik zestien was schreef ik al een soort van musical met mijn beste vriendin, maar dat was veel kleinschaliger en zonder zelf te componeren; broadwaymuziek waarvan we de tekst hadden veranderd. Ik houd sowieso van musicals – logisch – en bedacht me dat je studententijd hét moment is om zoiets te proberen. Als ik nog vier jaar zou hebben gewacht, zou het vast een heel ander project zijn geworden dan wat er nu staat. Ik wou een groep jongeren met elkaar verbinden via een musical, maar ook het studententhema is iets dat me aan het hart ligt.”
Tot hiertoe zijn jullie redelijk stil geweest over de verhaallijn van jullie musical. We weten dat het iets te maken heeft met het studentenleven, maar wat kunnen jullie er meer over kwijt?
Bernt: “Ik vertaal het als een stuk dat gaat over een groep studenten die toevallig vaak naar hetzelfde café gaan. Het hele verhaal speelt zich af op zo’n avond waar van alles fout loopt en wordt op niet-chronologische wijze gebracht, met een focus op de mentale toestand van elk personage. Het is geen zwart-wit verhaal: verwacht dus niet dat het ene goede meisje dat alle tienen krijgt slachtoffer wordt van een slechterik. Elk van de personages heeft goede en slechte kanten, dat vind ik enorm sterk aan hoe Aline het geschreven heeft.”
Aline: “Ik vond het belangrijk om ook in dat studentenleven voorbij de oppervlakte te gaan, daarom ook de term ad fundum; tot de bodem. We willen eigenlijk ook een soort van bewustwording op gang trekken.”
Wannes: “Musicals zijn vooral bekend om hun spektakel. Dat zal er zeker inzitten, maar het verhaal is zeer realistisch geënt. Het kan werkelijk gebeuren in eender welk studentencafé. ‘Het studentenleven’, zegt men continu, ‘dat is de mooiste tijd van je leven.’ En ja, aan de ene kant zijn er dingen waar je honderd procent van moet genieten, maar er zijn toch ook kanten die onderbelicht zijn en die we ook een spotlight geven. Aan de andere kant, het is ook gewoon een leuke musical hè!”
Sober, realistisch en toch een spektakelmusical: hoe heb je dat choreografisch allemaal aan elkaar kunnen lijmen, Pieter?
Bernt: “Ik snap dat ook niet, die mens is twee uur weg en komt terug met een hele groepsdans.”
Pieter: “Ik heb lange tijd competitief gebreakdancet, waar ik een bepaalde mentaliteit heb meegekregen. In breakdance krijg je geen dans aangeleerd; je pakt je boekje vast, ziet wat je kan en je maakt van daaruit sets. Het grote verschil hier is dat ik niet elke student op zijn hoofd kan laten draaien (lacht). Je wil dat je cast iets van hun niveau goed kan brengen, maar we hebben ervoor gekozen het niet té makkelijk te maken zodat ze zichzelf kunnen pushen naar iets waar ze trots op kunnen zijn. Daarnaast wil je met je choreografie ook een verhaal vertellen. Ik heb ontdekt dat het toch allemaal wat meer tijd vraagt dan dat ik aanvankelijk dacht.”
Aline: “Het is vooral veel communiceren, maar dat lukt ons goed. Omdat ik zowel de muziek als het meeste van het script schreef, nam ik ook de muziektekst voor mijn rekening, maar ik zat niet op een eiland. Bernt heeft bijvoorbeeld ook een raptekst geschreven. Er was meestal wel een soort van brainstorm. Toch?”
Bernt: “Ik heb een specifieke stijl die misschien wat te shakespeareaans is voor een musical. Ik voelde me meer op mijn gemak door mee te sleutelen.”
Alles is ook in het Nederlands geschreven, heb ik begrepen?
Aline knikt met enige trots.
Bernt: “Behalve dan wat slang dat we ertussen hebben gegooid en die ondertussen waarschijnlijk alweer outdated is.”
Aline (sarcastisch): “Écht een kei neige musical!”
Bernt: “Zeggen mensen nog swag? Ja hè?”
De andere bestuursleden kijken Bernt twijfelend aan.
Hetgeen de meeste indruk op mij nalaat, is dat jullie de muziek zelf gecomponeerd hebben. Aline, hoe lang ben jij daar al mee bezig?
Aline: “Ik speel al veertien jaar accordeon, maar in componeren had ik eigenlijk geen ervaring. Iets voor de lockdown ben ik daar een beetje mee begonnen, al was ik toen vooral andere mensen aan het zoeken. Gewoon aan mensen van het conservatorium vragen of ze me konden helpen met die eerste stappen, maar toen kwam de lockdown en dacht ik: ik ga het zelf proberen. Toen ik mijn eerste stukjes liet horen reageerden mensen soms wel wat meh, maar de lockdown heeft lang geduurd en nu ben ik wel beter, denk ik.” Alom geknik. “Ik heb gewoon nooit schrik gehad om slechte dingen te laten horen.”
Bernt: “En terecht, want steeds toen er in het begin iets wat minder goed was, kwam de bedoeling die erachter zat wel over. De musicalkennis van de rest van ons is op zijn zachtst gezegd redelijk beperkt, maar hoe vaag onze opmerkingen ook waren, je stond er altijd binnen het half uur met iets nieuws.”
Pieter: “De snelheid waarmee je feedback verwerkt is inderdaad indrukwekkend.”
Bernt: “En dat bouwt dan op tot je uiteindelijk bij iets als Alle Remmen Los komt. Een feestnummer van acht minuten. Echt wauw...” Er schiet Bernt plots een gedachte binnen. “Wisten jullie trouwens dat mijn vader tegenwoordig vaak ‘alle remmen los’ zegt?”
Aline: “Oei?”
Komt er een album?
Allen tegelijk: “Dat zouden we graag willen ja!”
En een volgende musical?
Wannes: “Het is een ambitieus en groot project geweest. We stapten hierin om te leren, niet enkel voor onszelf, maar ook voor de cast. Als zij op het podium staan is het misschien zelfs nog meer hún musical dan die van ‘ons’. En ja, zelfs als dit een succes wordt, zou ik blijven kijken naar wat nóg beter kan. Nu we zoveel hebben geleerd, zou ik daarvoor wel te vinden zijn.”
Bernt: “Ik kan enkel voor mezelf spreken natuurlijk, maar dit soort vage projecten wil ik blijven doen. Maar ja, mevrouw en mijnheer studeren af.”
Pieter: “Ik kan altijd nog van Maastricht naar hier komen hoor.”
Aline: “En ik studeer nog wel iets bij!”
Pieter: “Misschien eerst dit project afmaken jongens? Wie weet komt er niemand kijken!”
Aline: “Jawel! Mijn mama komt kijken!”
- Log in to post comments