Na de initiële coronaschok kwam er het voorbije semester al snel opnieuw leven in de brouwerij bij de studentenclubs. Online dj-sets, spelletjesavonden en gestreamde quizzen vervingen de reguliere TD’s en cantussen. Vergaderingen verliepen online, praesidia werden zoals altijd verkozen, plannen voor het nieuwe jaar werden gesmeed, in de stille hoop op een versoepeling van de maatregelen. Benieuwd naar hun toekomstplannen ging dwars bij enkele nieuwverkozenen eens polsen naar hun plannen om een vreemd studiejaar te trotseren.
Al na een paar antwoorden is duidelijk dat niemand lijdzaam heeft toegekeken toen feest na feest werd geannuleerd. Vanaf het moment dat we niet meer in groepen mochten afspreken, zaten de praesidia online rond de tafel, gefaciliteerd door een van de vele voicechats die op het web worden aangeboden. Toen de maatregelen wat versoepelden, werd er snel weer fysiek bijeengekomen, zij het in kleine groepen.
Zoals het er nu uitziet, zien we elkaar voorlopig alleen maar binnen sociale bubbels of op anderhalve meter afstand. Maar toch, hoewel een volledige terugkeer naar de goeie ouwe tijd er voorlopig niet in zit, kan de doemdenkerij over een compleet digitaal jaar gelukkig de kast in. Volgens de website van UAntwerpen zal er volop les op de campus gegeven worden, waarbij digitaal meevolgen altijd een optie blijft. Goed nieuws voor de clubs, die de bubbelregels vooral willen toepassen om nieuwe leden vast te houden en oudere vriendschapsbanden te verstevigen. Door evenementen en samenkomsten te organiseren die zich concentreren op kleine groepen hopen de clubs het sociale gemis in ieder geval deels op te kunnen vullen.
Alleen is nog onduidelijk hoe haalbaar een bubbelsysteem is. Daarom rekenen Thomas van Laer en Mateo Sierens, respectievelijk praeses en vice-praeses van WINAK (Wiskunde, Informatica en Natuurkunde), al met een nieuwe verscherping van de maatregelen. Nu in Leuven studentendopen, cantussen en kotfeesten in het eerste semester al zijn verboden, is het allesbehalve een vergezochte overweging dat de strikte regeling naar Antwerpen overwaait. Bij WINAK wordt er dan ook al aan digitale alternatieven gedacht: “Indien het bubbelsysteem niet kan doorgaan, zullen we moeten overstappen op een soort van ‘online initiatie’, bijvoorbeeld een opdracht die deelnemers moeten uitvoeren, met later, wanneer de maatregelen het toelaten, een doop.”
Een week na het antwoord van WINAK werd hun vrees bewaarheid, toen het Antwerpse stadsbestuur Leuven navolgde met het verbod op doopgerelateerde activiteiten en cantussen. Daarmee werd de mogelijkheid op coronabestendige doopalternatieven volledig de grond ingeboord. Een domper voor de clubs, die stiekem toch hoopten dat een alternatieve doop, rekening houdend met de bubbels, een mogelijkheid zou blijven. Zeker door de doop buiten te organiseren zou afstand houden geen grote uitdaging mogen vormen. 't Stad zou daarvoor het perfecte speelveld zijn, zei Lisa Keunen, vice-praeses van Translatio, voordat het bestuur het verbod bekendmaakte.
"De mogelijkheid voor coronabestendige doopalternatieven is volledig de grond in geboord."
De doop moet dus nog even wachten, maar het is zeker niet het enige evenement waar de clubs hun creativiteit op hebben botgevierd. Bij MODULOR (Ontwerpwetenschappen) worden er zelfs al met enige regelmaat online evenementen georganiseerd. Praeses Ilse Lindebergh vertelt: “We organiseren dingen als online cafeetjes en spelletjesavonden, we kijken gezamenlijk series en houden giveaways.” Ook WINAK verkwistte geen tijd met het aanbieden van een digitaal alternatief, elke week werden zowel een spelletjesavond als een online filmavond op touw gezet. DIEFKA (Diergeneeskunde) organiseerde al meerdere online quizzen, naast spelletjes- en filmavonden. Translatio kijkt vooral vooruit naar de mogelijkheden voor een online quiz, filmavonden of workshops.
Toch is er een vraagstuk dat boven alle andere uitsteekt: hoe kunnen het best nieuwe leden worden geworven? Studentenclubs kennen nu eenmaal een snel ledenverloop, waardoor er altijd nood is aan een influx van vers bloed om de boel draaiende te houden. De normale evenementen waarop wordt geworven, zoals Students on Stage of de Verkenningsdagen, gaan door maar wel in afgeslankte of aangepaste vorm. Aulaspeeches lijken een optie maar met de coronareglementen zijn de lokalen leger dan voorheen. Natuurlijk zijn er altijd mensen actief op zoek naar een club, maar voor de twijfelaars is er toch wat overredingskracht nodig.
Hoe je het ook wendt of keert, welk effect de crisis heeft op het aantal leden van de departements- en faculteitsclubs blijft koffiedik kijken. Aan de ene kant kan worden gesteld dat het minder makkelijk is om bij evenementen van de clubs binnen te springen om zo op een organische manier lid te worden. Aan de andere kant kunnen de clubs juist nu een sterkere verbindende rol tussen studenten uit hun richting op zich nemen. Michèle Van Den Broeck, praeses van DIEFKA, denkt zelfs dat clubs in deze tijd aantrekkelijker worden dan ooit, aangezien het in een drukbezette collegezaal met enkel verre buren en mondkapjes op heel lastig is om vrienden te maken. Een clublidmaatschap kan die afstand overbruggen.
"Het is nu minder makkelijk om op een organische manier lid te worden."
Met dat doel voor ogen wordt er vooral gefocust op kleinschalige evenementen, zoals peter- en meteravonden, studiebegeleiding en een gratis ontbijt, aldus Viktor Van Reeth, praeses van PSW (Sociale Wetenschappen). Een sentiment dat bij elke club doorklinkt. Buiten losse evenementen wordt er voornamelijk gewerkt aan een systeem dat nieuwe studenten studiehulp aanbiedt. WINAK wil daarbij filmpjes maken om moeilijke materie zo gemakkelijk mogelijk uit te leggen als aanvulling bij de lessen. Daarnaast wordt er een wiki bijgehouden met onder andere samenvattingen en voorbeelden van examenvragen. MODULOR is bezig een Discord-server (digitale ruimte met een voicechat) te maken waarin mensen samen kunnen studeren. Translatio denkt ook na over een digitale studentenomgeving, maar wil ook veel energie in hun sociale media steken om hun reikwijdte te verbreden. DIEFKA wil eveneens een studieclub oprichten.
Alle creativiteit ten spijt blijven fysieke bijeenkomsten toch wel het ideaalbeeld. Als de verantwoordelijken wordt gevraagd wat ze het meest missen aan de pre-coronatijd, luidt het antwoord steevast: "De simpele dingen zoals het onbegrensde sociale contact, de feestjes, de kameraadschap, de spontane pintjes na een sportavond, enzovoort." Online activiteiten zijn voor de clubs een goed surrogaat, maar kunnen niet tippen aan fysieke evenementen, zeker niet als ook het reguliere campusleven digitaal plaatsvindt. WINAK: “Het feit dat alle andere dingen, lessen bijvoorbeeld, online zijn, maakt activiteiten die ook nog eens achter een scherm gebeuren minder aangenaam.”
Of de regelgeving het studentenleven mondjesmaat weer de ruimte zal geven, blijft afwachten, maar in de tussentijd wordt er alles aan gedaan om van komend studiejaar geen verloren jaar te maken. Hoe succesvol de initiatieven blijken, blijft lastig in te schatten, maar met de stap naar de universiteit zijn studentenclubs traditioneel voor een aanzienlijke groep studenten het opstapje naar een vriendengroep. Hoe anders de situatie ook is, die trend zal niet snel veranderen. Of hij versterkt of verzwakt, zal de toekomst uitwijzen.
- Log in to post comments