“Soms vind je iets te vanzelfsprekend, net dan raak je het kwijt", zingt Yevgueni. Tragisch genoeg hoor je dat niet alleen in liedjes, maar kom je het ook in de dagelijkse realiteit tegen. Je kan zo gewend raken aan een bepaalde aanwezigheid, dat je vergeet dat die er ooit niet was – laat staan er op een dag niet meer gaat zijn. Je bent gewend aan die warme armen, de energie die je uit elke interactie haalt en waar je nooit genoeg van krijgt. En dan opeens, van de ene dag op de andere, ben je weer alleen. Het enige wat je dan nog rest is afscheid nemen. De juiste woorden vinden kan moeilijk zijn, ze uitspreken alleen maar lastiger. Ik zoek er al maanden tevergeefs naar. Een afscheidsbrief dan maar, recht uit het hart.
Lieve vriend,
Het is ondertussen al weken (misschien zelfs maanden?) geleden dat we elkaar voor het laatst zagen. Het is gek hoe de tijd langs de ene kant voorbij lijkt te vliegen, maar langs de andere kant ook stil lijkt te staan. Alle dagen zien er hetzelfde uit zonder jou, ze zijn monotoon en vloeien in elkaar over zonder dat ik er erg in heb. Ineens viel het laatste kalenderblaadje van de maand april al en kan ik me bijna niet meer voor de geest halen wanneer ik je voor het laatst zag.
Onze eerste ontmoeting, daarentegen, staat op mijn netvlies gebrand. Het is zoals ze zeggen: je eerste liefde vergeet je nooit. Nochtans was het geen liefde op het eerste gezicht; ik had je al vaker vanop afstand gezien en vond je maar ‘speciaal’. Je geur sprak me niet echt aan, en – sorry dat ik het zo onverbloemd zeg – echt lekker zag je er nu ook weer niet uit. Via gemeenschappelijke vrienden bleven we elkaar echter tegen het lijf lopen. Wat eerst ongemakkelijk aanvoelde, werd al gauw een vanzelfsprekendheid. Ik wende aan je aanwezigheid. Je was er gewoon, vanop een veilig afstandje, en zo was het goed.
Een koude winterdag en een nog kouder Vleeshuis met lezingen van verschillende sprekers over muziek in de negentiende-eeuwse stad deden me echter openstaan voor nieuwe ervaringen. Tijdens de pauze kwam ik je weer tegen en deze keer was ik er – op werkelijk álle vlakken – klaar voor. Ik wou me aan je verwarmen en gooide me praktisch in je armen. Je ving me op, alsof je ervoor gemaakt was juist dát te doen. Het was niet precies wat ik er van verwacht had, of hoe ik het al maanden had voorgesteld toen ik stilletjes over jou en mij, ons, fantaseerde. Na een tijdje merkte ik nochtans op dat ik je niet meer uit mijn hoofd kreeg en naar je begon te hunkeren, steeds meer totdat het een onstilbare honger werd.
Plotsklaps wist ik wat John Green bedoelde toen hij in The Fault in Our Stars de woorden "I fell in love the way you fall asleep: slowly, and then all at once" in de mond legde van zijn hoofdpersonage Hazel. Ik zag ineens mijn hele leven voor me, waarin mensen jou meteen met mij associeerden, tot we zouden vervagen en samensmelten tot één ijzersterke – ik zal het zelf maar zeggen nu jij het niet meer kan – identiteit. Wat ik vroeger ‘speciaal’ vond aan jou, vond ik nu bloedmooi. Mijn hele lichaam deed pijn als ik jou te lang niet meer in mij kon opnemen, alsof ik moest afkicken van iets waar ik maar geen genoeg van kreeg. Verslaafd? Dat niet, ik had jou gewoon nodig. De jou zo kenmerkende geur deed me al watertanden als ik er alleen nog maar aan dacht. Ik raakte er gewend aan dat jouw aroma het eerste was wat ik ’s morgens waarnam, en waarvan ik het gevoel kreeg dat ik de wereld aankon. De warmte die je me gaf, deed me groeien op zoveel vlakken dat ik niet weet met welke woorden het te omschrijven. Ik dacht dat er nooit een einde aan zou komen. Toch niet aan ons. Ondenkbaar.
Je kunt nog zo hard je kop in het zand steken tot struisvogels er jaloers van worden, maar om sommige dingen kun je gewoonweg niet heen. Je kunt nog zo vaak tegen jezelf zeggen dat het allemaal goed gaat, op een gegeven moment neemt je lichaam het van je brein over en dwingt het je te luisteren naar het rationele stemmetje in je hoofd dat je al maanden negeert. Het gaat niet goed. Je waant je veilig wanneer je eenmaal de pubertijd doorstaan hebt en de daarbij horende lichamelijke veranderingen succesvol overleefd hebt. Je denkt dat vanaf dan alles lekker vertrouwd hetzelfde gaat blijven. Maar net wanneer je denkt dat je lichaam eindelijk door de grootste veranderingen heen is, blijkt dat allemaal een illusie te zijn. Als je maag op een dag besluit dat genoeg genoeg is, is er niet veel meer dat je kunt doen. Je kunt nog zoveel van de ander houden, allebei zo hard proberen om het te laten werken, soms volstaat het simpelweg niet.
Noem het een anale fixatie of niet, maar de kunst van het loslaten heb ik me nog niet eigen gemaakt. Het afscheid was dan ook lang en buitengewoon pijnlijk. Hoewel het signaal duidelijk en krachtig was en de breuk zeer ‘reëel’, bleef ik je, bewust en onbewust tegelijkertijd, opzoeken en random tegenkomen. Zomaar, op straat, wanneer ik iets ging drinken met vrienden, zelfs op momenten waarop ik het er niet om deed, niet op hoopte en er zelfs helemaal niet naar verlangde. Ik hoorde Monica steeds de woorden herhalen: “Welcome to the real world. It sucks. You’re gonna love it!” Ware liefde is iets voor in sprookjes, niet voor in de echte wereld, nietwaar?
Ik geloof niet in dingen als ‘als de ene deur dichtgaat, gaat er een andere open’. Ik wou jou. Gewoon jou. Niemand anders. Ik viel in een bodemloze put, te uitgeput om er zelf uit te geraken. Ik wist wel dat het er zo aan toeging in de grotemensenwereld, dat bepaalde relaties en vriendschappen uitdoven, terwijl anderen – al dan niet gerelateerd aan elkaar – net in intensiteit toenemen. Ik had alleen nooit gedacht dat het ons zou overkomen.
Na al die moeilijke weken, maanden, van vallen en opstaan, met dagen waarin ik niet eens de energie vond om uit bed te komen en ik soms, uit het niets, nog steeds overvallen en compleet neergeslagen werd door het gemis, kan ik nu eindelijk zeggen dat het beter gaat. Het ís zoals ze zeggen: in moeilijke tijden leer je je echte vrienden kennen. Of anders gezegd: Happiness can be found in the darkest of times, if one only remembers to turn on the light. En dat is exact wat ik gedaan heb: ik heb iemand nieuw leren kennen en voor het eerst in lange tijd voel ik me, nou ja, goed. Het is nog pril, maar zeer intens, en ik weet gewoon dat het goed zit. De lockdown geeft me veel mogelijkheden om haar veelzijdigheden te leren kennen, al haar kleine kantjes maar vooral haar bodemloze liefde te ontdekken. (Hopelijk is het niet vreemd dat ik erover praat tegen uitgerekend jou?) Jij blijft natuurlijk altijd jij. Ik val in herhaling, maar ik weet niet hoe ik het anders zeggen moet: je eerste liefde vergeet je nooit. Je zal altijd ergens in mijn hart en hoofd blijven ronddwalen. Van je houden doe ik hoe dan ook, ook al kunnen we niet (meer) samen zijn. Until we meet again.
Het gaat je goed, liefste Koffie.
Veel liefs,
M.
PS. Oké, dit is vreemd, maar omdat ik ooit hoop nog op dubbeldate te kunnen gaan met jou (geef toe, het zou, naast een beetje gek, vooral erg cool zijn!), Thee doet je de groetjes!
- Log in to post comments