Er is geen beter seizoen dan de winter. Elk jaar verheugt menige Belg zich op het wisselvallige weer, de ontsporing van het openbaar vervoer bij drie millimeter sneeuw, dezelfde vijf kerstjingles en kortere dagen waarin je nooit iets lijkt te bereiken, ook al is de klok teruggedraaid om ons een extra uur te gunnen. Wat voor zin heeft het dan om twee keer per jaar alle analoge klokken die niet smart genoeg zijn om het zelf te doen, heen en weer te verzetten?
Dat de invoer van de uurwisseling in 1977 oorspronkelijk een energiebesparende maatregel was, is niet zo verbazend. Men had met vrees in het hart en de portefeuille voorspeld dat er een einde zou komen aan de overvloed van het zwarte goud. In plaats van een echte oplossing te zoeken voor het probleem besloot men om ons dagelijks leven op zijn kop te zetten en het abstracte concept van tijdsbeleving verder te compliceren. Zo gezegd, zo gedaan. We moesten een uurtje minder lang de verlichting aansteken en het probleem was opgelost, hoera. Het kapitalisme kon weer volle kracht vooruit en tot een paar jaar geleden werd de keuze voor deze bioritmeverstorende regel uit de collectieve gedachtegang verbannen, net als alle andere halfslachtige oplossingen van de jaren 70. Laten we Watergate, het begin van de Belgische staatshervormingen en kitschy lavalampen vooral vergeten.
Pas decennia later begint men zich vragen te stellen over deze horde in de lineaire tijdsbeleving. Dit ergens halverwege de grens tussen existentiële vragen en de vraag wat de pot schaft vandaag. De afgelopen drie jaar verschenen er plots debatten, artikels en opiniestukken die de voor- en nadelen van een mogelijke afschaffing bespraken, beargumenteerden en oplossingen allerhande lanceerden. Wat we prompt en daadkrachtig weer hebben genegeerd. Want als er iets is waar ons land goed in is, dan is het besluiteloosheid, zelfs als het over iets miniems gaat. Intussen vertelt de Europese Unie ons dat we voor april 2020 moeten kiezen tussen winter- en zomertijd, maar ach, dat waait wel weer over, zeker?
Nochtans zijn Europa en Noord-Amerika zo goed als de enige plaatsen waar een uurwisseling bestaat. De rest van de wereld heeft oftewel nooit gesleuteld aan de tijdsperceptie, of heeft de knoop doorgehakt en voor een standaardtijd gekozen. Zowel het gebruik van de zomer- als de wintertijd als gouden standaard heeft zijn voor- en nadelen, maar deze hebben voor de doorsnee Belg minder gevolgen dan weer eens te laat beseffen dat je dit jaar weer je klok niet hebt verzet en te laat gaat komen op je werk en dat dus face to face gaat moeten uitleggen aan je baas.
Neen, dank je, dan liever geen geknoei met de tijd, we hebben er nu al nooit genoeg.
- Log in to post comments