De mooiste tijd van het jaar is aangebroken: de kerstperiode. Mariah Carey horen we wederom kermen op de radio, liefdadigheid wordt een frivole accessoire om mee uit te pakken en Netflix heeft opnieuw een veelbelovende reeks kerstfilms voor hun abonnees in petto. Voor de gelukkigen onder ons met functionele familiale verstandhoudingen zijn de feestdagen hooguit mild enerverend omwille van hun tijdrovende karakter. Zij die minder fortuinlijk zijn, kennen het echter maar al te goed: de jaarlijkse horror waar men ook wel eens naar refereert als ‘familiefeesten’.
Op familiefeesten is het aangewezen dat je er op je best uitziet. Daarom is het natuurlijk immanent dat er ons draken van kleren naar de kop geslingerd worden. De trends van dit jaar? Verschrikkingen die veel weghebben van galajurken uit de jaren tachtig, veren en glitter – dan kunnen we nog eens doen alsof dat iets nieuws is. Een goed zelfbeeld en een gezonde verstandhouding met eten of niet: er gaan hoe dan ook opmerkingen gemaakt worden over de hoeveelheid eten die je naar binnen werkt, en den bompa zal misschien zelfs iets laten vallen over je gewicht. Om dit alles te compenseren wurmt de vrouwelijke helft van de bevolking zich in corrigerend ondergoed. Ze zouden zo maar eens moeten denken dat jij de draak bent, niet het desastreuze kleed waar je deze keer voor gekozen hebt.
Hoe uitgedost ik ook was – in de hoop er ouder uit te zien – toch werd ik in mijn ogen pijnlijk lang aan de kindertafel gezet. Een gratis babysit, als het ware. Als veertienjarige aan tafel zitten met een hoop achtjarigen voelde niet bepaald aan als een persoonlijk hoogtepunt. Toen ze uiteindelijk verknocht voor hun iPads zaten, greep ik die kans met beide handen aan om toch maar eens een kijkje te nemen aan de volwassenentafel. Religie, financiën en seks. Of om het met de wijze woorden van mijn nonkel Edgard te zeggen: “God, Geld en Gat”. Op het moment dat ik tussen mijn ouders aan tafel zat, deed mijn oudoom zijn uitermate diepzinnige theorie over de drie fundamenten van het leven uit de doeken. Het feit dat hij uit Kortrijk kwam en zijn letter ‘G’ veel weg had van een ‘H’, maakte het gebeuren alleen maar komischer. Destijds vond ik het echter zo beschamend dat ik maar terug naar mijn achtjarige achternichtjes ben afgedropen.
Aan de verdacht natte kussen van tante Agatha was ik helaas al gewend, niets bereidde me echter voor op het vragenvuur dat me te wachten stond eens ik afgestudeerd was van het middelbaar. Waarom ben je die richting gaan studeren? Wat ga je met dat diploma doen? Leerkracht worden? Weet je al wat je met je leven wilt aanvangen? Waar is je lief? Heb je überhaupt een lief? Wanneer ga je trouwen? Relatiestatus is zo een van de meest toonaangevende onderwerpen van de avond, want God sta ons bij als je boven de achttien en ongehuwd bent. Tussen enkele familievetes door valt de vraag al eens ‘Wat is jouw naam nu weer?’. Dan stel ik me voor als ‘de dochter van’. Heerlijk toch, die verre familie.
De kans bestaat dat iedereen elkaar zo intens gaat verachten dat er op een dag geen familiefeesten meer zijn, en het tragische van al is dat je ze dan misschien weleens gaat missen. Toch ben ik blij dat ik bepaalde vragen niet meer moet beantwoorden, want nee Peggy, ik ben twintig, en wil nog niet aan kinderen beginnen.
- Log in to post comments