Vorig jaar werd de beslissing genomen om nieuwe deliberatieregels vanaf september 2019 op te nemen in het Onderwijs- en examenreglement (OER). Vanaf dit jaar is er dus in elke faculteit een mogelijkheid om te delibereren. dwars doet de nieuwe regeling uit de doeken en vraagt afgestudeerd en notoir studentenvertegenwoordiger Jean-Marc Guessou om tekst, uitleg en mening.
De nieuwe, universiteitsbrede deliberatieregels zitten al een tijdje in de wachtkamer. Al in mei 2018 kwam er een nota van het rectorale team op de onderwijsraad omdat men de doorstroom van studenten wilde verbeteren. Een woord als 'doorstroom' betekent hier weinig anders dan dat er een wens bestaat dat meer studenten sneller een diploma halen. Het vergeven van kleine tekorten op enkele vakken was hierbij een te volgen strategie.
Jean-Marc: “Het dossier lijkt vorig jaar in een stroomversnelling te zijn geraakt, toen ik eigenlijk al studentenvertegenwoordiger af was. Hiervoor moet men naar mijn mening vooral de coördinator Onderwijs van de studentenraad, Angela Brinkman, bedanken. Maar er was al sprake van toen ik nog in de algemene vergadering zetelde.”
Door een basis aan deliberatieregels in het OER op te nemen en universiteitsbreed vast te leggen, gelden voor alle studenten dezelfde minimumregels en -kansen. Ook werden de regels meer in lijn gebracht met de regels aan de andere Vlaamse Universiteiten.
kloven tussen 8 en 10
De opzet van de nieuwe deliberatieregels is in principe eenvoudig: zit je in het afstudeerjaar van je bachelor, dan kan je je bachelordiploma krijgen, zelfs als je voor vakken tot maximum 12 studiepunten minstens een 8 hebt behaald én als je zelfs met die onvoldoendes aan een gewogen gemiddelde van 50% komt. Dit 'gewogen gemiddelde' betekent dat een vak van 6 studiepunten dubbel zo zwaar doorweegt in het berekenen van je gemiddelde dan een vak van 3 studiepunten. Zit je in je master, dan wordt het iets strenger: hier kan je ten laagste een 9 halen voor slechts één vak van maximum 6 studiepunten. Ook je gewogen gemiddelde gaat omhoog: in je master moet je 60% halen om in aanmerking te komen voor deliberatie.
Jean-Marc: “Ik vermoed dat er wellicht niet gesleuteld wordt aan de autonomie van de faculteiten, maar nu is er wel een kader waarbinnen deliberaties mogelijk zijn. Er zijn eigenlijk geen inherent nieuwe mechanismen in het aangepaste OER, maar door de nieuwe regelingen komen bepaalde zaken meer naar voren. Een van die mechanismen is dat studenten vaak de neiging hebben om het verschil tussen een 9 en een 10 als iets kleins te zien, terwijl dat net een grote sprong is voor professoren. Ook in deze regeling zal die sprong er blijven, maar gewoon op een ander interval komen te liggen."
Er komt met andere woorden een plafond aan de strengheid van deliberaties. De vraag stelt zich echter of de strengheid van zulke deliberaties niet gewoon verschoven wordt: waar op een faculteit die vroeger een full credit-systeem hanteerde, een professor iemand een 9 gaf bij wijze van 'veto', kan diezelfde professor nu gewoonweg een 7 geven. Een tweede mogelijk ongewenst effect kan zijn dat professoren die uit goodwill toch net die 10 hadden gegeven aan een student die op modeltraject zit, nu sneller een 9 zullen geven, omdat de optie van deliberatie toch aanwezig is. En die onvoldoende blijft zichtbaar op je diploma.
Jean-Marc: "Zodra je de gunst van deliberatie geniet, komt dit wel op je diploma te staan. Je hebt niet plots het credit behaald omdat men je jouw diploma overhandigt. De waarde van je diploma zakt dus wel degelijk. Een van de redenen waarom vele opleidingen aan onze universiteit voorheen het full credit-systeem hanteerden, was juist omdat zo de waarde van de uitgedeelde diploma's steeg."
Uiteraard hebben studenten het recht om zich te verzetten tegen deze deliberatie en het vak wel opnieuw op te nemen, maar dit zullen ze schriftelijk kenbaar moeten maken aan de examencommissie binnen zeven kalenderdagen nadat ze gedelibereerd verklaard zijn. Het zal je namelijk maar overkomen dat je zonder dat je het wil, geslaagd wordt verklaard en je een diploma met verminderde waarde overhandigd wordt.
bomen in het oerwoud
Een ander belangrijk aspect van de deliberaties is dat ze enkel doorgaan wanneer je in aanmerking komt om je bachelor- of masterdiploma te halen. Er is dus geen deliberatie per jaar, wat aanvankelijk wel het eerste voorstel was. Gelukkig is de regeling niet uitsluitend toepasbaar op vakken van je afstudeerjaar.
Jean-Marc: “In de nieuwe OER is de vereiste om ieder vak opnieuw op te nemen wel geschrapt. Zo zou je tekort van een eerste- of tweedejaarsvak als een 8 of een 9 op SisA kunnen laten staan tot de eigenlijke deliberatie aan het einde van je bachelor. Een ander mechanisme, waarover ik het eerder had en dat al eens door studenten over het hoofd wordt gezien, treedt hier naar voren: het systeem van zwakke en strikte volgtijdelijkheid. Je kan uiteraard een vak waarvoor je moet slagen om een ander vak op te nemen niet met een 8 of een 9 laten liggen, want dan kan je dat tweede vak nooit opnemen.”
Zo brengt de op zich kleine verandering een hele reeks impliciete karakteristieken van elke opleiding met zich mee. Vakken met strikte volgtijdelijkheid kunnen omwille van hun aard niet gedelibereerd worden. Dit geldt evengoed voor je bachelor- en masterproeven of eventuele stages. Zo wordt de 'boom' van elke opleiding net dat tikkeltje scherper afgelijnd. Slagen voor de 'stamvakken' van elke opleiding blijft een absolute, noodzakelijke voorwaarde om een diploma te halen. Het is alleen voor de 'takvakken' dat je met een licht tekort gedelibereerd kan worden.
Jean-Marc:
“Er is beslist wat er als 'licht tekort' in aanmerking komt voor deliberatie, maar dat wil niet zeggen dat zwaardere tekorten niet worden gedelibereerd. Eigenlijk is er sinds jaar en dag ook een andere manier van delibereren die reeds in het OER stond en nog steeds van toepassing is. Als je kan bewijzen dat er op studie- of persoonlijk vlak bijzondere omstandigheden waren en je bovendien kan aantonen dat je alle globale opleidingsdoelstellingen, ook weleens kerncompetenties genoemd, bereikt hebt, kan de examencommissie alsnog je diploma uitreiken. Hierbij is de eerste voorwaarde relatief makkelijk aan te tonen, bij overlijden van naaste familie of een langdurige ziekte bijvoorbeeld, volstaan overlijdensaktes en doktersattesten. Ook een licht tekort kan als een bijzondere omstandigheid worden beschouwd dat in het licht van het hele studieloopbaan moeten bekeken. De vraag stelt zich eerder naar die kerncompetenties, begin maar eens te bewijzen dat je alle van die kerncompetenties van een opleiding hebt bereikt, als je gebuisd bent voor een opleidingsonderdeel die exact één van die kerncompetenties beoogt. Ik kan mij erin vergissen maar hoe de eind en kerncompetenties met elkaar verweven zijn is niet makkelijk terug te vinden, dat maakt de bewijslast hiervoor nog moeilijker. Men kan bij de toepassing van die deliberatiemogelijkheid ervoor kiezen om daar een kwantitatief minimumpercentage aan te verbinden."
Dat brengt ons bij de laatste verandering die in het OER aanwezig is, namelijk een verschuiving van het eindtotaal dat je nodig zult hebben om je diploma toegekend te krijgen met bepaalde graden. Vanaf academiejaar 2020-2021 zullen de gewogen gemiddelden voor een onderscheiding en grote onderscheiding hoger liggen: dit zal respectievelijk stijgen van 65 naar 68 procent en van 75 naar 77 procent. Voor de grootste onderscheiding blijft het eindtotaal een ambitieuze 85 procent.
Jean-Marc: “Studenten die de nieuwe deliberatieregels lezen, juichen uiteraard. Toch vind ik het een beetje dubbel. Ik zou het er lastig mee hebben als ik als werkgever een potentiële werknemer bij mij zou krijgen die op meerdere bachelorvakken een onvoldoende heeft gehaald. Je kan moeilijker staven of die kennis gevaloriseerd is. Aan de andere kant zijn examens slechts momentopnames. Voor studenten die in hun academische carrière maar enkele missers halen op het modeltraject bespaart deze maatregel wel een volledig studiejaar.”
- Log in to post comments