In de naam van journalistiek (en for the fun of it) heb ik voor een webreeks een maand lang plastic afgezworen. Een flinke uitdaging waarbij specifieke producten als yoghurt en toiletpapier meer dan de helft van mijn energie en tijd opslokten. Toch was het grootste deel simpel, snel en niet duur.
Het deed me denken aan de 80-20-regel die een goede vriend in mijn leven heeft geïntroduceerd. De regel komt erop neer dat met een klein deel van de oorzaken, een groot deel van de gevolgen kan worden verklaard. Schoonmaken was zijn favoriete toepassing: je kan tachtig procent schoonmaken met twintig procent van de energie. Het laatste beetje vuil kost veel meer energie om weg te krijgen en kun je voor het zicht net zo goed laten schieten. Ik zal er maar niet bij vertellen dat hij in een keuken werkte.
Deze 80-20-verhouding is niet helemaal nieuw. Bekend als het Pareto-principe wees het eerst en vooral op het sociaaleconomische fenomeen dat tachtig procent van het bezit in de handen van twintig procent van het volk ligt, maar blijkbaar is het op van alles toepasbaar. Als studenten deze regel omarmen, kunnen ze hun stress en faalangst misschien vaarwel zeggen: denk aan die ene paper waar je met weinig moeite iets fatsoenlijks kan neerzetten, maar tegen beter weten in besluit om eerst al je energie in overmatig bronnenonderzoek te steken. Of dat examen waarvan je negen van de tien hoofdstukken snapt en toch meer tijd besteedt aan dat laatste moeilijke hoofdstuk dan aan de rest bij elkaar.
Toch, dit is de laatste dwars waar ik mijn handtekening onder zet en ik ben te trots om daar niet honderd procent voor te gaan. Voor sommige van jullie juni-examens zal dit vast ook gelden. Misschien dat ik vanaf de zomer naar 80-20 switch. Vijfentwintig jaar is te jong om met pensioen te gaan, maar zo’n 80-20-leventje klinkt niet verkeerd!
- Log in to post comments