dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer doen we een ietwat ongewoon onderwerp aan: een Engels grammaticaboek. Maar niet zomaar een, English Grammar through Dutch Eyes van de onderzoekers Foster, Lemmen, Smakman, Dorst en Dol brengt Engelse grammatica aan de man via een alternatieve aanpak. Het boek focust op de verschillen tussen het Nederlands en het Engels. Dit zou een garantie moeten zijn om vlot het Engels te leren beheersen, oftewel het te ‘masteren’.
Wat de auteurs drijft is hun “enthusiasm for how language works or doesn’t work, and why”. Ik kan er niet aan doen, dat intrigeert me dan toch een beetje. Enthousiasme over grammatica proberen overbrengen, je moet het maar doen. Dat het boek zichzelf niet al te serieus neemt, wordt al snel duidelijk. Het begint namelijk met de vaststelling dat je als lezer geen bijzonder spannende of fantastisch leuke leeservaring te wachten staat. Een wat onverwachte opener, die m'n wenkbrauwen deed fronsen, maar wel nieuwsgierig maakte naar deze grammatica.
Het boek is net als de meeste grammatica’s gestructureerd: je vindt er hoofdstukken over nouns, pronouns, tense en adjectivals. Wat wel bijzonder en atypisch is aan dit grammaticaboek, is dat het speelser is, en oog heeft voor de ‘menselijke’ kant van grammatica. Zo halen ze grappige anekdotes aan over waarom ze met nouns beginnen, en voelt het boek zelf veel minder droog of stijf aan. Hoewel de theorie in se dezelfde is, vrolijken ze die op met tussentiteltjes die me vaak deden grinniken. Ach, wat is het makkelijk om een taalliefhebber met wat mopjes aan je kant te krijgen! Een voorbeeld? “Pessimism and optimism in grammar: few chocolates or a few chocolates”.
Daarnaast beginnen de theoriestukjes telkens met een Nederlandse zin die vrij letterlijk vertaald wordt naar het Engels, en leggen ze aan de hand daarvan de verschillen uit. Goede tactiek lijkt mij, zo wordt alles wat ‘behapbaarder’ en blijft het langer hangen. Dat er minder reflexieve werkwoorden in het Engels zijn, is zo eenvoudigweg te wijten aan dat het Engels er steeds vanuit gaat dat de "genoemde actie" door het onderwerp en ‘op’ het onderwerp toegepast wordt. Als dat niet zo is, zullen ze het wel vermelden. Het Nederlands gaat daar niet vanuit, en heeft bijgevolg vaker een reflexief pronomen. Vandaar het verschil tussen ‘Bob scheert zich elke ochtend.’ en ‘Bob shaves each morning.’
Voor personen die geïnteresseerd zijn in Engelse grammatica is dit een leuke inleiding, bovendien veel toegankelijker dan een echt handboek. Baanbrekend is de informatie die je krijgt echter niet. Als je grammatica op universitair niveau hebt gevolgd, hoef je dit boek niet ook nog door te nemen. Toch is het waardevol om meer inzicht te krijgen in ‘waarom’ de verschillen tussen onze talen er zijn en hoe ze juist functioneren. Op UAntwerpen wordt de nadruk gelegd op het Engels aan te leren als een aparte taal. In Taal- en Letterkunde zitten ze zo bijvoorbeeld nooit te vertalen, maar doen ze oefeningen in het Engels. Je moedertaal wordt hier dus een beetje ‘doodgezwegen’. Hier zal vast een educatief verantwoorde strategie achter zitten, maar daarom is dit boek toch een leuke aanvulling. Plots valt je ‘franc’ (ik ben van de oude stempel, of zo doe ik me toch graag voor) dat het in het Engels inderdaad nooit ‘she gives an advice’ is, terwijl je dat onbewust wel wist, maar nooit bij stilstond. De verbindingen in onze hersenen worden op deze vergelijkende manier toch wat extra gestimuleerd.
Om door je examen te raken, zal je een uitgebreidere grammatica moeten raadplegen. Maar als je even niet meer kan volgen of de droge taal beu bent, is dit wel een aanrader. Het vormt een aanzet om anders over grammatica te denken, en op een ‘normale’ en eenvoudige manier de grammatica uit de doeken te doen.
- Log in to post comments