Voor de zoveelste keer schrap ik het woord ‘misschien’ uit een van de passages van mijn paper. Het hoort niet in de academische taal thuis. Ook om ‘eventueel’ en ‘wellicht’ manoeuvreer ik me voorzichtig heen, zodat wat ik schrijf krachtig klinkt. Eenmaal klaar heb ik een tekst vol statements die geen wolf omver kan blazen. Ze staan als een huis, niet van stro of hout, maar van steen.
Ook professoren twijfelen niet, althans, zo komen ze toch over. Als het al eens voorkomt dat ze geen antwoord op onze brandende vragen klaar hebben, dan is dat omdat ze er even niet opkomen. In een academische cultuur als deze is het misschien niet zo gek dat er een fenomeen opduikt als hoax papers. Een grap die ons met de neus op de feiten drukt: we zijn lang niet zo zeker van onze zaken als we ons voordoen.
Als onwetende en kwetsbare schapen verkleden we ons allemaal als wolven. Sterke trefzekere academici zijn de trend. Doordat we allemaal onze twijfels voor onszelf houden en stoer doen alsof, wordt openbare kwetsbaarheid met uitsterven bedreigd.
Misschien moeten we ons laten inspireren door de agnosten. Aan onze religie-enquête te zien zijn die in grote aantallen onder de Vlaamse studenten aanwezig. Als het om religie gaat is het tegenwoordig wél een normale zaak om te zeggen ‘ik weet het niet’, of ‘daar kan ik geen uitspraken over doen’. Het klinkt wellicht niet als iets wat een wolf zou zeggen, maar voor zo’n 'zwakkere' uitspraak moet je veel sterker in je schoenen staan.
- Log in to post comments