Op 16 mei 2018 organiseerde UCSIA een evenement rond social service learning in het kader van een groter project rond sociaal ondernemerschap. Keynotespreker die middag was Piet Colruyt, een van de grootste voorvechters voor sociaal ondernemerschap in Vlaanderen. Het was een middag waar er duchtig gediscussieerd werd over de rol van bedrijven en vzw's in het creëren van een economie die niet enkel goed draait, maar ook de maatschappij in haar geheel vooruit helpt. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen wie van beide de grootste maatschappelijke impact heeft: een beursgenoteerd miljoenenbedrijf dat systematisch investeert in duurzaam ondernemerschap of een kleinere ‘sociale’ onderneming zoals toogoodtogo, waarbij deze sociale missie net de kern van hun product uitmaakt.
Het waren vragen zoals deze die Piet Colruyt er jaren geleden toe leidden zijn functie als architect bij Colruyt Groep te verlaten en van start te gaan met een eigen investeringsfonds voor sociale ondernemingen. Vandaag is hij een van dé gezichten van sociaal ondernemerschap in Vlaanderen.
Het verhaal van Nathalie Vanderik is, hoewel ze een verschillende achtergrond heeft, analoog te noemen aan dat van Piet. Ook zij was architecte en ontdekte op haar 46ste dat haar passie bij gezonde voeding lag en niet bij architectuur. Daarom voorziet ze de wereld met haar onderneming I just love breakfast al enkele jaren van lekkere granola’s. Dat doet ze in samenwerking met een sociale werkplaats. Voedsel genoeg dus voor een goed gesprek.
Piet
Wanneer ik spreek over 'een sociale onderneming' lijkt dat voor sommigen contradictorisch. Een sociale onderneming is namelijk een organisatie die met winstoogmerk probeert om een zo groot mogelijke maatschappelijke impact te hebben. Het lijkt alsof de ondernemerswereld in België bestaat uit twee aparte planeetjes die zelden met mekaar praten. Aan de linkerkant van die wereld vind je de vzw’s. Zij vormen een planeetje waarop je niet mag spreken over ‘winst’, omdat dat een vuil woord is, waarop er onder de bewoners een bikkelharde strijd woedt om subsidies. Reis je naar de andere kant van ons ondernemerswereldje, dan kom je uiteindelijk uit op de pure for profit bedrijven. De populatie op dit planeetje bestaat uit cijferwezentjes die sociale innovaties met dezelfde Return on investment-maatstaf meten die ze gebruiken voor reguliere investeringen.
Met deze voorstelling wil ik niet zeggen dat de ene manier goed is en de andere slecht of dat de ene groep realisten zijn en de andere dromers. Want beide bezitten tools om hun maatschappelijke impact zo groot mogelijk te maken. Het jammere van dit verhaal is dat de wezens van beide planeten zelden met elkaar praten. Waarom proberen we geen snelweg aan te leggen tussen beide planeetjes? Ze zouden er beide erg veel baat bij hebben.
Nathalie
Inderdaad! Ik denk dat het mijn taak als ondernemer is om in beide werelden op verkenning te gaan en souvenirs te verzamelen voor mijn eigen project. Zoals Piet aangeeft is hier een aanzienlijke rol weggelegd voor grote bedrijven. Als kleine speler moet ik soms compromissen sluiten op delen van mijn visie waar grotere bedrijven veel makkelijker fundamentele stappen in kunnen nemen. Ik droom ervan om mijn product volledig biologisch te maken en tegelijkertijd ook fairtrade met een grote sociale impact, goedkoop maar toch evengoed winstgevend. Dat is jammer genoeg momenteel niet mogelijk. Je kan niet onmiddellijk al je doelen waarmaken. Daar moet je realistisch in zijn en kunnen zeggen: “Kijk, dit is mijn droom maar vandaag kan ik daar enkel nog maar stap één van zetten”. Het komt erop aan om stilaan meer te groeien en een steeds groter deel van je visie waar te maken, in plaats van alles tegelijkertijd te willen volbrengen.
Piet
Daarom geloof ik ook zo fundamenteel in uitwisseling tussen de twee planeetjes. Ik weet zelf ook niet wat de beste manier is. Het kan best zijn dat je de meeste sociale impact hebt door als beursgenoteerd bedrijf systematisch te experimenteren met nieuwe initiatieven.
Voor mij wel fundamenteel van belang is dat geïntegreerde model, waarbij je hoofdactiviteit zelf je sociale impact genereert. Kijk bijvoorbeeld naar Microsoft dat een deel van zijn winst gebruikt om een oplossing voor malaria te vinden. Op zich een fantastisch initiatief natuurlijk. De impact van een sociale onderneming moet naar mijn mening echter net voortkomen uit zijn hoofdactiviteit zelf. Hoe meer omzet je dus genereert, hoe meer sociale impact je hebt. Microsoft gebruikt het geld uit de verkoop van zijn computers om in een heel andere sector nuttig werk te verrichten. Hun businessmodel blijft echter hetzelfde. Als we echt vooruit willen, dan moet de kern van je bedrijf sociaal zijn.
Nathalie
Het jammere is dat de drempel om te ondernemen in België gigantisch is. Het is op zich al een herculeaanse taak om een bedrijf uit te grond te stampen in België, laat staan om daarnaast je project nog te voorzien van een sociale focus. Het creëren van een kader waarin startende ondernemers die uitdaging willen aangaan is bij uitstek een opdracht voor de overheid. Subsidies kunnen een deel van dat antwoord zijn. Vandaag de dag wordt daar echter te onbedachtzaam mee omgegaan en het mag geen standaard antwoord zijn. Je moet als ondernemer verder durven kijken en proberen zo snel mogelijk zelfredzaam te zijn.
We hebben vooral nood aan veel meer goede voorbeelden van sociale ondernemingen. Laten we tonen dat dit echt een werkbaar model is en je perfect winst kan maken terwijl je ook een sociale bijdrage levert! Hoe mooi is dat eigenlijk? Natuurlijk hebben wij als bedrijf met een sociale focus af te rekenen met een heleboel extra uitdagingen, net omdat we met een sociale werkplaats samenwerken. Dat is onvermijdelijk en daar wil ik zeker niet rooskleurig over doen.
I just love breakfast is dan ook niet opgestart vanuit het idee een sociale onderneming te zijn. Ze is ontstaan uit mijn frustratie dat de voeding die we op dit moment consumeren totaal niet meer transparant is. We hebben vaak geen idee wat er precies inzit, van waar het komt of wie het gemaakt heeft. Dat is toch vreemd? Daarnaast stelde ik ook verbaasd vast dat heel de gezondheidshetze volstrekt doorgeslagen is: we zullen eerder dingen eten, die we vies vinden maar waarvan we denken dat ze gezond zijn, dan iets dat we echt lekker vinden. Komaan jongens! Laat ons nu gewoon een lekker bioproduct maken waarvan iedereen weet hoe het gemaakt is en wat erin zit. Ik zag mezelf aanvankelijk totaal niet als sociaal ondernemer maar wilde iets veranderen aan de manier waarop we ons tegenover onze voeding verhouden. Toen ik merkte dat ik niet naar de overheid moest kijken om die taak op te nemen ben ik het zelf maar gaan doen.
Piet
Daar gaat het nu net om! Veel sociale ondernemers vertrekken vanuit een verontwaardiging over een reëel sociaal probleem en stellen vast dat niemand er iets aan doet. Het zijn mensen die de handen uit de mouwen steken in plaats van te klagen en de eisen van de overheid dat die het oplost. Dat vind ik erg mooi.
Nathalie
In Vlaanderen wordt erg negatief gekeken naar ondernemingen en winst wordt beschouwd als iets vies. Om een bedrijf te runnen heb je nu eenmaal geld nodig, dat is het jammere. Ondernemen is duur! Ik ben enorm verschoten van hoeveel kapitaal je moet bezitten voordat je zelfs nog maar van start kan gaan. Sociaal ondernemen is niet onmiddellijk rendabel, maar moet dat echt?
Piet
Ik geloof ook niet dat elke vzw vanaf nu een sociale onderneming moet worden en proberen winst te maken. Er zijn nog steeds tal van organisaties die hun opdracht gewoonweg niet kunnen vervullen zonder beroep te doen op subsidies en dat is totaal geen probleem. Maar sommige activiteiten zouden wel in een marktlogica kunnen passen, al dan niet voor een deel gesteund door de overheid. Ik heb echter het gevoel dat vooral aan de rechterkant van het spectrum, in de for profit sector, ze te hard doorgeslagen zijn naar hun extremen en dat ze te hoge rendementsverwachtingen aangekweekt hebben.
Benieuwd naar wat UCSIA in 2018 nog organiseert? Neem hier zeker een kijkje!
- Log in to post comments