Antwerpen doet het slecht op vlak van armoede – en dat is nog bijzonder zacht uitgedrukt. Zo’n 17 procent van de Antwerpenaren leeft onder de armoedegrens en maar liefst 28 procent van de Antwerpse kinderen tot drie jaar leven in armoede. Het zijn cijfers die schreeuwen om actie. Maar terwijl het armoedeprobleem toeneemt, groeien de middelen niet mee. Bovendien blijken traditionele remedies zoals concrete financiële hulp steeds minder toereikend om structurele armoede te verhelpen. Tijd voor een nieuwe, creatieve oplossing.
Dat dacht ook Theo Vaes, oprichter van de vzw ArmenTeKort (ATK). Als toenmalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Daklozenhulp Antwerpen geraakte hij onder de indruk van het schrijnende armoedeprobleem in de Sinjorenstad. Na zich drie jaar lang te verdiepen in de materie en tal van gesprekken met experts en academici, richtte Vaes samen met Marijke Moens van Daklozenhulp Antwerpen en enkele andere gegadigden ATK op. Een vzw met een verfrissend en gedurfd doel voor ogen, want Vaes en co. willen van de strijd tegen kansarmoede een sociale beweging maken met het draagvlak van pakweg het feminisme.
kansarmoede
ATK richt zich specifiek op de naar schatting 8000 Antwerpenaren die leven in kansarmoede.[1] Kansarmoede is een chronische vorm van armoede waarbij een complexe samenloop van factoren ervoor zorgt dat bepaalde mensen niet in staat zijn om de kansen te grijpen die nodig zijn om op eigen kracht uit een situatie van armoede te geraken. Voor jongeren betekent dit vaak een moeilijke thuissituatie. Door een gebrek aan middelen moeten ze thuis zelf verantwoordelijkheden opnemen en vaak ook mee gaan werken om de eindjes aan elkaar te knopen of schulden af te betalen. Dit gaat vaak ten koste van hun prestaties op school, maar ook het uitbouwen van een sterk sociaal netwerk – een belangrijke buffer tegen structurele armoede – komt zo in het gedrang. Armoede wordt zo van generatie op generatie overgebracht, een onaanvaardbaar fenomeen in een land zo welvarend als dat van ons.
Een belangrijk aspect van armoede dat de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt van armoedeonderzoekers – maar voorlopig nog iets minder van overheden – is dat het vaak gepaard gaat met belangrijke psychologische onzekerheden. Vooral mensen die kansarm zijn en lang in armoede leven, krijgen door de opeenstapeling van teleurstelling te kampen met een gebrek aan eigenwaarde. Een niet te onderschatten probleem dat eerst verholpen moet worden, wil men iemand duurzaam uit de armoede helpen.
Mensen beseffen vaak niet hoe eenzaam het kan worden als je in een situatie van kansarmoede verkeert.
– Bjorn (17)
buddyproject
Dit is waar ATK komt kijken. Om het groeiend aantal mensen in kansarmoede de gepaste menswaardige begeleiding te geven die ze verdienen en nodig hebben om dat gevoel van eigenwaarde te herwinnen, zijn de middelen bij overheden en middenveldsorganisaties te beperkt. De druk op armoedewerkers neemt daardoor steeds toe. Een situatie die in de eerste plaats opnieuw ten nadele komt van mensen in armoede zelf. Zij vinden steeds minder een luisterend oor voor hun verhaal.
Met het buddyproject probeert ATK hier iets aan te doen. Het concept is eenvoudig: een kansrijke vrijwilliger wordt, na een intensieve opleiding, gekoppeld aan een persoon die in kansarmoede leeft en als het klikt, gaan de twee een vriendschapsrelatie aan. Aan de hand van een intensieve opleiding delen opgeleide armoedewerkers hun expertise met kansrijke vrijwilligers, die vervolgens worden gekoppeld aan een kansarme buddy, die zich ook vrijwillig moet opgeven voor het project. Op deze manier ontstaat een soort evenwaardige kruisbestuiving tussen armoedewerkers, kansarmen en kansrijke vrijwilligers. De expertise en ervaringsdeskundigheid van die eerst twee, en het engagement van die laatste, vullen elkaar aan en zorgen voor een efficiënte en gecoördineerde inzet van kennis en middelen.
Voor veel mensen geeft deze persoonlijke en duurzame manier van armoedebestrijding dan ook veel meer voldoening dan wanneer ze een bedrag zouden storten op de rekening van een goed doel. Opmerkelijk aan het buddyproject van ATK is dan ook dat het er in slaagt om ook mensen buiten de groep traditionele vrijwilligers te rekruteren. Ook studenten en drukbezette ondernemers vinden hun weg naar ATK. Op die manier wordt de basis verbreed en komen we iets dichter bij een wereld waarin mensen in armoede niet langer onder de mat worden geveegd, maar juist terug dichter bij de samenleving komen te staan. Tegen 2023 wil ATK 5000 mensen in kansarmoede bereikt hebben via zijn buddyproject.
Het is alsof je elke week twee uurtjes vrijmaakt om af te spreken met een vriend
– Wannes (21)
Wannes en Bjorn
Wannes (21) en Bjorn (17) zijn al enkele maanden buddy’s via ATK. Op basis van leeftijd, interesses en gendervoorkeur werden Bjorn en Wannes door medewerkers van ATK aan elkaar toegewezen. “Het klikt goed”, vindt Bjorn. “Met Wannes kan ik goed praten. We drinken allebei ook graag koffie, dus we spreken geregeld af in Viggo’s op het De Coninckplein. Met mijn vorige buddy vlotte het wat minder. Die was wat te luidruchtig naar mijn smaak en hij had het zo druk dat hij niet veel tijd had om af te spreken.”
“Niet elke buddyschap is een succes”, bevestigt Vitor van ATK. “Soms botert het niet en dan proberen we een nieuwe buddy te vinden. Het is een beetje een proces van vallen en opstaan, tot de juiste klik is gevonden. We verwachten van onze vrijwilligers dat ze zich voor een periode van minstens twee jaar engageren, maar natuurlijk is niemand verplicht om buddy’s te blijven als het niet marcheert.”
Wie als kansrijke vrijwilliger in het buddyproject stapt, moet wel eerst een intensieve opleiding volgen. Wannes kreeg een spoedcursus van zes weken en is daarna meteen als buddy ingeschakeld. “Ik studeer Ergotherapie en zit hier in Antwerpen op kot. Ik deed een stage bij ATK en via Marijke (Moens, nvdr.) ben ik uiteindelijk ook buddy geworden. Het leuke van het buddyschap is dat je zelf kiest hoe je de gesprekken invult. We hebben het eigenlijk over van alles en nog wat. Wat ons interesseert, waar we mee bezig zijn … Het is alsof je elke week twee uurtjes vrijmaakt om af te spreken met een vriend.”
“We praten inderdaad zoals je met vrienden zou doen”, beaamt Bjorn. “Laatst hebben we samen geoefend voor mijn theoretisch rijbewijs. Ik ben een echte autofreak, Wannes iets minder, maar daar kan ik mee leven (lacht). Ik ben zelf ook in het buddyproject gestapt nadat ik er over gehoord had van Marijke, die ik kende van mijn vrijwilligerswerk bij Daklozenhulp Antwerpen.”
“Hoe meer contact, hoe beter”, vindt Bjorn. “Alleen op een appartementje zitten is ook maar niks. Als je onder de mensen komt, ga je je automatisch beter in je vel voelen. Mensen beseffen vaak niet hoe eenzaam het kan worden als je in een situatie van kansarmoede verkeert. Ik heb natuurlijk wel mijn vrienden, maar met hen praat ik niet graag altijd over mijn situatie. Dan wil ik gewoon onder maten kunnen zijn.”
Ik ben altijd een plantrekker geweest, maar geen enkele zeventienjarige zou op deze manier door het leven moeten gaan.
– Bjorn (17)
het verhaal van Bjorn
“Ik leef al tien jaar van instelling naar instelling”, vertelt Bjorn. “Mijn moeder en stiefvader hebben jaren geleden een heel groot bedrijf gehad en zijn overkop gegaan, waardoor ze heel diep in de schulden zaten. Mijn stiefvader is kort daarna overleden en mijn moeder kwam niet meer rond. Door de omstandigheden was ze niet meer in staat om voor mij zorgen. Ik werd wat verwaarloosd, al was dat niet haar bedoeling. Ze is er psychisch en mentaal onder door gegaan in die periode. Wat zo’n faillissement met mensen kan doen is onbeschrijfbaar. Ik heb mijn moeder al jaren niet meer gesproken. Er zijn veel dingen tussen ons gebeurd.”
“Dit jaar word ik achttien en kan ik niet meer in een instelling verblijven. Ik ben nu dus volop bezig met de voorbereidingen om zelfstandig te gaan wonen. Mijn dagen zijn volledig gevuld met het zoeken naar werk en een geschikte woonst, wat niet gemakkelijk is als je geen diploma hebt. Op het einde van de dag ben ik vaak mentaal uitgeput. Voor school is er voorlopig gewoon geen tijd en energie. Ik hoop wel mijn diploma ooit nog te halen, maar eerst moet ik dus mijn zaken op orde krijgen. Ik ben altijd een plantrekker geweest, maar geen enkele zeventienjarige zou op deze manier door het leven moeten gaan.”
Ondanks zijn moeilijke jeugd is Bjorn bijzonder vastberaden over zijn toekomst. “Mijn plan is om later Orthopedagogie te gaan studeren. Veel opvoeders hebben nooit zelf in een instelling gezeten. Ik heb heel mijn leven in een instelling geleefd, dus ik weet uit eigen ervaring wat werkt en wat niet. Ik help graag andere mensen en ik denk dat ik op die manier wel een meerwaarde kan betekenen voor jongeren die net als ik een moeilijke start hebben gehad.”
Zelf interesse om je op te geven als buddy? Surf naar http://www.armentekort.be/buddy en schrijf je alvast in voor de infosessies!
[1] Dit is een onnauwkeurige schatting op basis van de profielen die gekend zijn via bij de diverse sociale diensten. Veel mensen in kansarmoede blijven echter onder de radar, dus het werkelijke aantal ligt vermoedelijk een stuk hoger.
- Log in to post comments