The War On Drugs blies nieuw leven in het concept van de gitaarsolo. Twee uur lang hetzelfde concept, en toch geen minuut verveling.
Tegenwoordig zijn recensies gespecialiseerd in het zo gesofisticeerd mogelijk, liefst met literaire termen omwonden, systematisch afbreken van muziekacts. Het werkt eerder als clickbait om gal te spuwen in mooie, sarcastische volzinnen dan prijzende woorden neer te pennen. Mensen geven tegenwoordig blijkbaar graag aandacht aan zulk vertoon. Akkoord, als het concert niet goed is of niet aan de verwachtingen voldoet, is het de taak van de recensent om dit aan te geven. Ikzelf haal er toch weinig genot uit. Ik vind het veel leuker om wanneer ik iets echt goed vind, dat andere mensen de strot in te rammen, al is het maar dat ik zodoende één iemand die nieuwe muziek kan laten beleven. Ik schrijf dus enkel recensies als in mijn ogen de groep dat volledig waard is.
Â
Welnu, The War On Drugs is het meer dan waard. Als je op zoek bent naar knallende bassen en zieke drops ben je wel aan het verkeerde adres. Dan ben je bij mijn recensies algemeen aan het verkeerde adres. Een computer muziek laten spelen en dan zeggen dat de man die op de knop duwt een artiest is, pakt niet bij mij. In contrast staat de kunde, de passie en vooral de intelligentie die de Amerikaanse indierockband, opgericht rond Adam Granduciel, in zijn muziek steekt. In tegenstelling tot op play duwen, is dit iets dat maar weinig mensen aankunnen.
Â
The War On Drugs, recent in de hitlijsten met het meesterwerk Thinking Of A Place maakt dromerige rockmuziek. De groep heeft op het eerste gezicht weinig om het lijf. Oorspronkelijk was de drums elektronisch, en op wat toegevoegde instrumenten na, draaide alles rond de gitaren. Niet om Muse-gewijs het hele stadion bij elkaar te gieren, maar wel om de luisteraar mee te nemen op een trip doorheen zijn eigen gedachtes. Dat kan ook niet anders met liedjes die gemiddeld zes tot zeven minuten duren. Er zit weinig spanningsboog in de muziek: ze start en het eindigt en daartussen zit pure voldoening, verpakt in een perfect gewogen evenwicht van gitaar en drumlijn. Het is onmogelijk niet af te dwalen, maar dat maakt de muziek net zo mooi. Muziek hoort je niet altijd van begin tot einde op het puntje van je stoel te zetten, soms is het net zo aangenaam om onderuit te zakken. Dit is de eerste keer in lange tijd dat ik een zitplaats verkoos boven een staanplaats en dat was de juiste beslissing. Ik lag onderuit, mijn voeten op de balustrade en mijn ogen meer dicht dan geopend.
Â
Dit concert heeft een volle twee uur geduurd. Niks van gemerkt. Op voorhand heb ik mezelf nog de vraag gesteld of deze muziek zichzelf niet de nek omwringt door het twee uur te proberen volhouden. Er is een dunne lijn tussen wegdromen en verveling. Geen moment heb ik mij verveeld. Ik heb genoten. De hele zaal heeft genoten. Nooit heeft adrenaline de zaal gevuld, noch is het dak er door de muziek zelf afgegaan. Toch heb ik zelden zo’n luid applaus gehoord. Het lijkt dat de vervlogen kunst van de gitaarsolo stilaan zijn herintrede doet. Een elektrische gitaar heeft een bepaald stramien, een bepaald karakter dat in zijn geluid kan gelegd worden. The War On Drugs heeft dit spectrum aan vibes ontdekt. Hoe ironisch kan de naam van een band zijn, want ik denk dat Vorst Nationaal op een collectieve trip is gegaan. Maar een aangename trip. Een heel aangename trip.
- Log in to post comments