Zijn brein half verkankerd van het vele zuipen en zijn tong getraind door al het pseudo-intellectuele getheoretiseer, heeft de zotgestudeerde student de vervelende gewoonte ontwikkeld om zichzelf te verliezen in eindeloze monologen. Verketterd en verstoten door zijn vrienden zoekt hij zijn toevlucht in een troosteloos bruin café. Daar vindt hij een luisterend oor voor zijn absurd gebral. Daar vervult hij zijn lot. Daar wordt hij: de toogfilosoof.
Weet je waar ik het vliegend schijt van krijg? 'Hondenmensen'. Je kent ze wel, van die pretentieuze eikels die zichzelf een hele dierenvriend vinden omdat ze toevallig ooit een hond hebben gehad. Dat hun dierenliefhebberij uiterst selectief is, daar zien ze veelal geen graten in. “Ik heb het niet zo voor katten," hoor je ze dan zeggen, "ik ben meer een hondenmens." Het neerbuigende toontje waarmee deze verzuchting doorgaans gepaard gaat, doet al een en ander vermoeden over de gammele mentale toestand van dit soort mensen. Daarna volgt dan meestal een met clichés doorspekt pleidooi waarin de hondenliefhebber in kwestie probeert te bewijzen dat honden beter zijn dan katten. “Je krijgt zoveel meer dankbaarheid van een hond!”, of: “Je krijgt zoveel vriendschap van zo'n beestje, ze zijn altijd zo blij om je terug te zien als je thuiskomt!”, of ook wel: “Een kat zal je voor altijd ontwijken als je één keer per ongeluk op haar staart trapt, maar de liefde van een hond is onvoorwaardelijk!” Ik walg ervan.
Niet enkel omdat we dat refreintje nu al vaak genoeg hebben moeten aanhoren, maar ook omdat het gewoon pertinent onwaar is. Honden zijn niet de dankbare, liefhebbende supervrienden die ze lijken te zijn voor de mens. Het zijn egoïstische rotverwende kutbeesten die de godganse dag aan hun eigen ballen likken als ze de kans krijgen. Net als katten dus, maar dan een beetje dommer.
Pak nu die vermeende dankbaarheid die je krijgt van honden. Je geeft je hond elke dag twee keer speciaal bewerkt hondenvoedsel dat je in de winkel bent gaan kopen, en toch verkiest dat beest het om zijn eigen stront op te eten in de tuin. Qua dankbaarheid kan dat tellen. Dat hij daarna ook nog eens je gezicht zit af te likken als je thuis komt, moet je dan ook niet interpreteren als een liefdevolle begroeting, maar als een welgemeende fuck you. Je eigen fecaliën opeten om ze vervolgens in iemands gezicht te kunnen uitsmeren met je tong: dat is een hele nieuwe categorie van verachting.
Ook die zogenaamde onvoorwaardelijke liefde die hondenmensen menen te krijgen van hun viervoeter, berust op een grotesk misverstand. Niet alleen zijn honden helemaal niet in staat om ons lief te hebben, elk teken van affectie of afhankelijkheid dat ze vertonen, is bovendien het gevolg van hun absolute ondergeschiktheid aan de mens. Een hond is letterlijk een persoonlijk bezit. Je koopt er een, sluit die vervolgens op in je huis, en wanneer jij er zin in hebt, neem je hem uit om te gaan wandelen – liefst met een koord om zijn nek. Dit is een eerste kenmerk dat hondenmensen gemeen hebben met griezelige psychopaten die kinderen in hun kelder opsluiten: ze interpreteren schrijnende afhankelijkheid verkeerdelijk als een teken van liefde. Dit terwijl het eigenlijk om niet meer dan een sterk ontwikkeld stockholmsyndroom gaat.
Nog een eigenschap die hondenmensen gemeen hebben met psychopathische kidnappers: een broos ego en een compulsieve nood aan controle. Als hun object van belangstelling niet meteen hun affectie beantwoordt, raken ze overstuur. "Wie denkt die kat wel niet dat ze is?", hoor je ze dan zeggen. "Mij zo straal negeren terwijl ik het beest nog wel verwaardig door het te strelen met mijn hand!?" Het is daarom dat ze het gezelschap verkiezen van hulpeloze schepsels die ze volledig in hun macht hebben. Omgang met sterke onafhankelijke persoonlijkheden zoals mensen of katten geeft al snel ‘te veel gedoe’. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hondenmensen vaak sociaal disfunctionele schlemielen zijn die enkel in staat zijn om met een hond om te gaan.
Heb ik al vermeld dat hondenmensen trouwens medeplichtig zijn aan een van de meest grootschalige misdaden tegen de natuur die de mensheid ooit heeft begaan? Hun onbedwingbare drang om puppy's te kopen houdt een perfide industrie van broodfok in stand die leidt tot de complete degeneratie van de meest populaire hondensoorten. Van mismaakte mopshondjes en obese labradors tot chihuahua's die worden geboren met chronische migraine omdat hun schedel te klein is voor hun belachelijk grote puppy-ogen – het immense leed dat deze systematische genetische aftakeling veroorzaakt, valt niet te overzien.
En wanneer die fameuze dierenvrienden dan uiteindelijk zo'n mismaakt mormel te pakken hebben gekregen, weet je wat die vuile sadisten er dan mee doen? Voor de lol slecht opvoeden, "Want ze zijn toch zo schattig, meneer!" Wanneer het moment dan komt dat er met zo'n dolgedraaid beest niets meer valt aan te vangen, wordt het koelbloedig naar het asiel gebracht. Het gevolg is dat de asielen uitpuilen van de opgefokte monstertjes die al blaffend en keffend de rest van hun zielige leventje doorbrengen tussen vier muren. Een hele diersoort wordt zo in absolute miserie gestort, alleen maar zodat een stelletje emotioneel gehandicapte egoïsten de illusie zou kunnen koesteren dat ze onvoorwaardelijke vriendschap en oprechte dankbaarheid krijgen van hun trouwe viervoeter.
En dát mag zich dan een dierenvriend noemen? Ik dacht van niet! Een echte dierenvriend gaat nog liever naar de Chinees.
- Log in to post comments