Gegroet studenten! Nu ik afgestudeerd ben, heb ik jullie land verlaten. Daar waar pintjes vloeien als rivieren, cursussen meer kosten dan je 18m2-onderdak en niemand omkijkt wanneer je van maandag tot donderdag cornflakes als avondeten nuttigt. Met aarzelende, doch harde sprong kom ik terecht in het lage gras van het niemandsland. Ik noem het ‘niemandsland’, omdat ik geen andere gepaste term vind voor het jaar waarin mijn laatste check-in op SisA (bye bye winkelkarretje) en de eerste check-in op de werkvloer (de sleutelhanger voor die badge ligt al klaar) plaatsvinden. Mijn doel is hier elke maand neer te pennen wat mijn pad en gedachten kruist.
Bij aanvang van de nieuwe week hoor ik rollende trolleys rammelen over de Antwerpse kasseien. Met een vers gewassen lading kleren keren ze op de kalme zondagavond terug naar hun tweede thuis. Een stroom studenten beweegt zich voort door dezelfde straten naar de studentenbuurt. Als trekvogels hebben ze het weekend overwinterd en bijgeslapen in hun huis van herkomst. Het staccato tikken van de wieltjes over de kinderkopjes dirigeert het tempo van enthousiasme en de hoop op een avontuurlijke en interessante week. Het is de kalmte voor de storm voor de trekvogel met een rugzak vol studiepunten en een koffer vol broeken en boeken.
Vijf dagen per week vertoeven studenten met hun hebben en houden in hun kleine nestje dat aan de buitenkant herkenbaar is aan het licht dat om twee uur ’s nachts nog door de gordijnen naar de straatkant ontsnapt en vanbinnen bestaat uit IKEA-spullen die als twijgjes over langere tijd heen bij elkaar zijn verzameld en opgestapeld. Menig eigenaar kiest uit twee opties: knus ingericht, of minimalistisch functioneel. De 18- tot 25-jarige heeft niets meer nodig dan een broedplaats voor thesisideeën en een bron van (vriendschaps)relaties.
Ook zij die hun ouderlijke thuisbasis niet verlaten vinden soms onderkomen in andermans kot. Het reispatroon van deze pendelaar is er een dat dagelijks om een heen-en-terugticketje vraagt. De vleugels die het openbaar vervoer geven kunnen gaan vermoeien. ’s Avonds de voetjes onder tafel schuiven bij moeder gans vormt een warm welkom, maar ook even pozen in een stekje van een medestudent kan deugd doen. De pendelaar kan dan even proeven van de geografische vrijheid en het ontduiken van toezicht wanneer hij hier zijn slaapzak uitrolt.
Geen koffers die rollen, maar tranen wanneer er afstand wordt gedaan van de sleutels, inclusief ervaringen en kotgenoten. Bij het afstuderen verlaat de trekvogel zijn eigen nestje. Matrassen belanden in de kelder, zetels worden doorgegeven aan vrienden en door de smalle gangen versleept naar een andere kamer en de door duimspijkers doorprikte foto’s aan de muur worden zorgvuldig in kaders geplaatst. Tijd om de donsveertjes in te wisselen. De trekvogel strijkt neer op één plaats. De ronde wieltjes belanden in de hoek. Tijd voor een nieuwe thuis, of de oude voor wie nog even bij hotel mama zal verblijven.
Wie zijn of haar ouders wel het lege-nest-syndroom wil bezorgen hokt samen met vrienden of een lief. Hiermee wordt gezocht naar een upgrade van het kotleven, de W817-droom die verder wordt nagejaagd. De alumnus of alumna beleeft hier evenveel plezier en eet nog evenveel cornflakes als vroeger, zij het dat de lichten om elf uur ’s avonds wel al doven. Tortelduifjes zoeken samen naar het perfecte appartementje om in te cocoonen en ondergaan de ultieme relatietest bij het uitkiezen van meubels op de zolder bij nonkel Fons, of in de miniatuurhuisjes in de vertrouwde IKEA-winkel.
Of ik nu ruil voor een groter, kleiner, mooier, of grijzer stekje, na enkele jaren heb ik de zondagsstroom vaarwel gezegd. Met mijn diploma in de rugzak sla ik mijn vleugels uit op zoek naar een nieuw huis dat warm aanvoelt in een stad waar ik graag buitenkom zoals Antwerpen. Het liefst vul ik deze met zo veel mogelijk vrienden, een lief, huisdieren en planten. Ik zet graag de bloemetjes binnen op de vensterbank, maar ook nog buiten in onze studentenstad.
- Log in to post comments