Na de examens zou je het liefst onbezorgd neerploffen in de zetel, maar dan begint het eigenlijk pas. Je punten verschijnen op SisA, je weet of je in augustus moet terugkomen en soms kun je gelukkig van die negen nog een tien maken. Delibereren kan een enorme last van je schouders tillen. Ondanks centrale regelingen, kiezen sommige faculteiten ervoor hun eigen regels te handhaven. Welke faculteiten laten deliberaties toe en waarom zijn de verschillen zo groot?
Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) geldt als steun en toeverlaat van de student. Artikel 20.1.5 biedt ons een inzicht in de deliberaties. Deze regels bepalen welke student een tweede kans krijgt en welke student die zelf moet grijpen in augustus. Normaal gezien is een student niet geslaagd voor een opleidingsonderdeel als hij of zij minder dan vijftig procent behaalt (artikel 20.1.4). De faculteit kan een uitzondering maken in het geval dat het om maximaal zes studiepunten gaat en het cijfer niet lager dan een acht op twintig is. Dat mag dus een vak van zes studiepunten zijn, of twee vakken van drie.
Het gaat alleen om bachelors, schakel- en voorbereidingsprogramma’s, want masters werken altijd met het full-creditsysteem, waarbij alleen tien op twintig succes betekent. Die deliberatie wordt overigens automatisch verwerkt, als student hoef je daar geen aanvraag voor te doen. Als je een examen toch opnieuw wil afleggen, moet het initiatief van jouw kant komen.
In principe is de deliberatieregel, artikel 20.1.5, een uitzondering, wat betekent dat faculteiten ervoor kunnen kiezen om die wel of niet te maken. Elke faculteit maakt haar eigen regels bekend aan de studenten via Blackboard. Zo kiest de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte (L&W) al sinds 2008 voor een full-creditsysteem. Ook de Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen (FBD) zit middenin de overgang naar dit systeem. Studenten vanaf academiejaar 2014-2015 kunnen daar niet meer delibereren. Bij Rechten wordt er vanaf dat jaar juist toegewerkt naar het OER. Dit is overigens wel een aanscherping van de regels die voordien golden. De mate waarin faculteiten afwijken van het OER varieert dus van het toevoegen van criteria tot het negeren van het aanvullende artikel.
het kluwen van faculteiten
Het is opvallend dat alleen L&W en FDB dit strengere systeem hanteren. Volgens Kathlijn Pittomvils, coördinator bij Taal- en Letterkunde, is die keuze er een voor transparantie. Het eerder gebruikte woord ‘streng’ is niet per se terecht. Het lijkt misschien wat oneerlijk. Als student Geschiedenis staar je dramatisch in de verte bij het halen van een negen. Had die professor je niet gewoon dat ene puntje meer kunnen gunnen? Wat was er gebeurd als je wel gedelibereerd kon worden? Pittomvils wijst ons erop dat professoren deze regelingen wel degelijk in het achterhoofd houden wanneer ze punten geven. Een professor van deze opleiding weet dat door een negen te geven de student het vak niet haalt, terwijl professoren op andere faculteiten dan weten dat de student het vak mogelijk delibereerd wordt.
Wat per faculteit gezien wordt als ‘strikt’ is natuurlijk ook relatief. De Faculteit Rechten maakte in het academiejaar 2014-2015 de verandering naar de deliberatieregels van het OER. Op Blackboard lichten zij toe dat ze met deze verandering studenten willen aansporen om hun tekorten op te halen “zodat ze voor alle opleidingsonderdelen een credit halen, wat de waarde van hun diploma ten goede komt.”
De vrijheid die faculteiten krijgen is belangrijk, omdat elke opleiding anders is. Aan de Faculteit L&W vinden we bijvoorbeeld veel studenten terug die van het modeltraject afwijken. Door de deliberaties simpel te houden, is er toch nog een vorm van overzicht en duidelijkheid voor de student. Opvallend is dat andere faculteiten zich er vaak niet bewust van zijn dat hun collega’s van het OER afwijken. Daar zijn de deliberaties waarschijnlijk zo vanzelfsprekend en verweven in de trajecten van hun studenten, dat het overstappen naar een full-creditsysteem onlogisch lijkt.
deliberaties een must?
Het idee achter de deliberaties is dat een ongelukkig examen een student niet tegen moet houden. Zo kunnen persoonlijke omstandigheden de student in de weg staan en is een examen natuurlijk altijd een momentopname. Black-outs zijn de nachtmerrie van elke student en hoeven door deliberaties niet meer het einde van de wereld te betekenen – wat je angstdromen je ook willen aanpraten.
Ook een gebrek aan talent voor een specifiek vak hoeft niet te betekenen dat een student de algemene stof van een opleiding niet voldoende beheerst. Dat laatste is dan wel waarom voor masterstudenten een strikt full-creditsysteem geldt. Vooral bij Geneeskunde is die grens belangrijk: “Het gaat om afgestudeerden die met hun diploma als gezondheidswerker aan de slag gaan en een belangrijke verantwoordelijkheid dragen over het leven en de kwaliteit van leven van de patiënt”, zegt Iris Wyns, domeincoördinator onderwijs.
deliberaties nationaal
De verschillen met andere Belgische universiteiten zijn vrij groot. Op Vlaams niveau is het grootste verschil dat UAntwerpen haar deliberatieregels toepast op de gehele bachelor. Zowel UGent als de Vrije Universiteit Brussel staan enkel deliberaties toe in het eerste jaar. Voor de rest van de bachelor en ook de master is alleen tien op twintig voldoende om te slagen. De reden daarvoor is vrij gemakkelijk te bedenken: als beginnend student kun je weleens een misstap begaan. Ook zijn eerstejaarsvakken vaak meer inleidend dan specifiek, als geneeskundestudent een tekort behalen voor een vak als wijsbegeerte is minder erg dan een tekort voor vakken die voor jouw vakgebied essentiële kennis bevatten.
Een ander Vlaams fenomeen zijn de zogenaamde toleranties van de KU Leuven. Hoewel andere universiteiten deliberaties ook weleens toleranties noemen, past KU Leuven een heel ander systeem toe. Elke student heeft een tolerantiekrediet van tien procent van het totaal aantal studiepunten van de opleiding. Op een jaar van zestig studiepunten, kun je er dus zes tolereren. Elke faculteit heeft natuurlijk bepaalde vakken die daarop een uitzondering vormen, zo zal je hoofdvakken altijd in augustus opnieuw moeten afleggen. Je moet deze toleranties ook altijd zelf inzetten. Waar delibereren een beslissing van de faculteit is, is het tolereren er een van de student. Wie een enorme ‘deliberatiefan’ is, mag overigens blij zijn dat hij niet in Wallonië studeert. Daar geldt overal: een negen is geen tien, en zal dat ook nooit worden.
Uiteindelijk is het dus niet zo vreemd dat deliberatieregels zoveel verschillen. Er blijken niet alleen tussen de universiteiten, maar ook binnen UAntwerpen verschillende ideeën over te bestaan. Je kan je vragen stellen bij het nut van delibereren, een student zou toch al zijn vakken moeten behalen? Maar het aantal toegestane studiepunten is zo laag, dat van misbruik door luie studenten absoluut geen sprake kan zijn. De verschillen zijn in werkelijkheid ook niet zo groot. Een negen in een full-creditsysteem is anders dan een negen die gedelibereerd kan worden. De volgende keer dat je baalt van de deliberatieregels op jouw faculteit, moet je maar denken: het gras lijkt altijd groener aan de overkant.
Van het OER bestaat sinds kort ook een digitale versie op Blackboard, waarin je kan zoeken naar begrippen die er niet letterlijk instaan zoals, je raadt het al, ‘deliberaties’. Voor zekerheid over welke deliberatieregels op jou van toepassing zijn, kijk je het best meteen naar de regels van jouw faculteit.
- Log in to post comments